Maaike Postma en Kevin Houwen, op zijn schip in Zoutkamp. DVHN
Garnalenvissers hebben van de staatssecretaris een natuurvergunning gekregen die geldig is tot 2045. In Zoutkamp gaat de vlag uit.
De haven van Zoutkamp oogt op deze zonovergoten dag als een ansichtkaart. Op het terras naast hun huis verlustigen Lammert (79) en Menke (75) van Hijlkema hun blik aan de kotters die tegenover hen in het water dobberen.
Lammert vindt het een ‘goede zaak’ dat staatssecretaris Jean Rummenie (Visserij, BBB) garnalenvissers na vijf jaar een natuurvergunning heeft gegeven. „Met een gedoogvergunning wisten de garnalenvissers niet waar ze aan toe waren. Als je je bedrijf wilt voortzetten heb je een vaste vergunning nodig. Anders kun je niks ondernemen.”
Vroeger was Lammert zelf ook garnalenvisser. Net zoals zijn ooms, neven, zoon en kleinzoon. Ook zijn vader zat in de business, die werkte bij de garnalendrogerij van zijn opa ‘op’ Zoutkamp. „Zo ben ik er ingerold. Ik heb het altijd met veel plezier gedaan.”
‘Onze zoon zag het niet meer zitten met al die regels’
Over waarom de garnalenvissers hun vergunning in 2020 kwijtraakten, heeft hij zijn eigen zienswijze. „De ngo’s van de natuurclubs kunnen niet wachten tot de hele vissersvloot van het water af is. Dat is hun doel.”
Hun eigen schip, waarop hun zoon en kleinzoon voeren, hebben ze daarom een paar jaar geleden verkocht. „Onze zoon zag het niet meer zitten met al die regels, windmolenparken en Natura 2000-gebieden. Het werd hem steeds moeilijker gemaakt.”
Kotters in de haven van Zoutkamp. Foto: DVHN
Dat er steeds minder garnalen zijn heeft er volgens hem niks mee te maken. Garnalen noemt hij ‘het onkruid van de zee’. „De laatste paar jaar is er veel wijting, die op garnalen jaagt. Dus het is te hopen dat er straks minder wijting is, dan komen er vanzelf weer meer garnalen. Vroeger zijn er ook wel tijden geweest dat we geen garnalen vingen en een jaar later wel weer.” Menke: „Het is de natuur.” Lammert: „Die regelt dat zelf.”
‘Een vergunning geeft die jongens toekomst’
Actieve garnalenvissers kom je op een woensdag niet tegen in de haven. Die zijn zondag allemaal vanuit Zoutkamp of Lauwersoog uitgevaren om aan het eind van de week weer met hun vangst terug te keren. Maar iedereen die we spreken in Zoutkamp is blij met de natuurvergunning.
„Die geeft die jongens toekomst”, zegt scheepsreparateur Fokke de Vries (44), die net uit een loods aan de Reitdiepskade komt. „Dan kunnen ze weer vooruit. Het is nu jaren onzeker geweest. Als het recht om te vissen je ieder moment afgenomen kan worden, is het moeilijk om te investeren in je schip. Bij sommige bedrijven was de nood heel hoog.”
Bij scheepsreparatiebedrijf Rousant, het bedrijf waar hij werkt, kan de vlag ook uit. „Natuurlijk, alles hier hangt aan elkaar vast. Als er geen schepen meer zijn, dan kunnen wij de deur sluiten.”
‘Zo blijven toeristen geïnteresseerd in Zoutkamp’
„Het is niet alleen goed voor de vissers, maar ook voor het dorp”, reageert Chris Hageman (78) die als vrijwilliger in het plaatselijke Visserijmuseum werkt. „De gemeenschap vaart er wel bij en zo blijven toeristen geïnteresseerd in Zoutkamp.”
Dezelfde mening is Gaele Postma (62) toegedaan, wiens visrestaurant deels afhankelijk is van de verkoop van garnalen. „Waarom hebben garnalenvissers een vergunning nodig?”, werpt hij de verslaggever voor de voeten. „Ze vissen al eeuwen. Het is belachelijk dat ze zoiets nodig hebben.”
De Reitdiepskade in Zoutkamp. Foto: DVHN
Hij gaat ervan uit dat de prijs van garnalen bij een groter aanbod naar beneden gaat. „Het is een kwestie van marktwerking.” Maar of er meer garnalen worden gevangen is niet helemaal zeker. Eind van het jaar stoppen veel garnalenvissers. In Zoutkamp gaat het volgens hem om een stuk of vier van de tien à twaalf die er nog zijn. „Vroeger waren er wel tussen de dertig en veertig hier.”
‘Er stappen steeds meer mensen uit’
Kevin Houwen (33) keert net met zijn kotter terug in de haven. Hij vist op paling en werkt voor Gaele Postma, wiens dochter Maaike Postma (29) met hem staat te kletsen. De garnalenvisserij leeft volgens Houwen nog steeds in Zoutkamp. „Maar er stappen wel steeds meer mensen uit. Die gaan op krab of kreeft vissen. Die zoeken toch wat anders.”
Ook het nageslacht van Lammert en Menke van Hijlkema heeft zijn geluk elders gezocht. Na de verkoop van hun kotter is hun zoon gaan werken op een veerpont in Amsterdam en daarna in het loodswezen in Delfzijl. Hun kleinzoon zit op een havensleepboot in Amsterdam. Lammert: „In het begin deed het me wel zeer, maar je went eraan. Nu hebben we er wel vrede mee.”