Historicus Martin Hillenga werkt aan boek over de Menkemaborg in Uithuizen. Foto: Anjo de Haan
Historicus Martin Hillenga roept de hulp in van het publiek bij zijn zoektocht naar het verloren schilderij van Gerhard Alberda van Menkema (1829 – 1902), de laatste bewoner van de Menkemaborg. „Een klassieke landedelman die het verleden maar moeilijk los kon laten.”
Hillenga schrijft een boek over de borg in Uithuizen. „Er is in het verleden vooral veel onderzoek gedaan naar de vroege achttiende eeuw, waardoor de latere bewoners wat karig in beeld zijn gebracht. Maar iemand als Gerhard Alberda is een tot de verbeelding sprekende figuur. Hij was de laatste van zijn geslacht en na zijn overlijden stond de borg bijna twintig jaar leeg. Zijn erfgenamen schonken het landgoed in Uithuizen in 1921 aan het Groninger Museum.”
De befaamde plattelandsfotograaf Willem Frederik Pastoor uit Loppersum fotografeerde begin vorige eeuw het schilderij van Gerhard Alberda van Menkema.
Wie was ‘Spaanse dame’ die bij vrijgezel Gerhard woonde?
Het interieur van de Menkemaborg werd bij gebrek aan gefortuneerde nazaten die er wilden wonen verkocht. „Er kwam een grote boeldag waar veel publiek op afkwam. Veel spullen uit de borg raakten op drift. Mogelijk dat toen ook het schilderij van Gerhard Alberda is verdwenen. Erg jammer, want er zijn amper portretten van de familie Alberda Menkema bewaard gebleven. Daarom wil ik ook graag weten waar het nu is. In de borg hangt nog een schilderij van Gerhard Alberda als oude man. Op het schilderij dat ik zoek, is hij ergens in de veertig.”
Hillenga stuitte tijdens zijn onderzoek op een aantal verrassende feitjes. „Gerhard Alberda zou een eeuwige vrijgezel zijn geweest. Maar in de borg woonde ook een vrouw die bekendstond als ‘de Spaanse dame’. Officieel was ze zijn huishoudster, maar ik ontdekte dat ze hem veel geld, 20.000 gulden om precies te zijn, had geleend. Da’s toch een bijzondere huishoudster. Ze heette Johanna Sophia Maria de Sille en ze kwam uit Zeeland. Waarschijnlijk was ze een soort levensgezellin, maar meer weet ik er ook niet van. Ook bijzonder: ze werd na haar dood bij de familie Lewe van Nijenstein op de Zuiderbegraafplaats in Groningen begraven.”
‘Jonkheer was de laatste dodo die verleden niet kon loslaten’
Het zusje van Gerhard Alberda – jonkvrouwe Anna Alberda - was getrouwd met jonkheer Jean François Lewe van Nijenstein. „Waarom ligt de huishoudster bij deze familie? Ik heb het antwoord nog niet gevonden.”
Hoewel Gerhard Alberda aan het einde van zijn leven dus blijkbaar in geldnood zat, was hij ooit steen- en steenrijk. „In de toenmalige Quote 500 stond hij altijd in de top 5. Zijn grond en beleggingen leverden hem meer dan genoeg op. Hij leefde het leven van een klassieke edelman. Hij kweekte komkommers en hield zich met renpaarden bezig.’’
,,De jonkheer had er duidelijk moeite mee dat de wereld van de adel totaal was veranderd. De Groningse adel was nagenoeg uitgestorven, hij was de laatste dodo die zich verloor in het beschermen van zijn oude rechten. Zo maakte hij er een behoorlijk nummer van dat hij niet langer bij de benoeming van predikanten werd betrokken. Ook claimde hij jachtrecht in een groot gebied, dus ook op grond waarvan hij geen eigenaar was. Hij was zijn tijd ontgroeid.”
Gerhard Alberda zou vast graag hebben gewild dat zijn lichaam in het familiegraf in de kerk van Uithuizen werd bijgezet. „Maar ook dat gebruik was inmiddels verdwenen. Het werd de algemene begraafplaats in Uithuizen.”
Gerhard Alberda van Menkema was ook de laatste eigenaar van de borg Dijksterhuis in Pieterburen. Een jaar na zijn overlijden werd het steenhuis gesloopt. De borg was in de 16e eeuw het toneel van een crime passionnel. De Moorse bediende van watergeus Diederik Sonoy had zijn liefde aan een van dienstmaagden verklaard. Ze wees hem af, waarop hij haar met een mes van het leven beroofde. De bediende werd vervolgens onthoofd. In de loop der eeuwen zijn er getuigen geweest die bezwoeren dat op de plek van de moord een bloedvlek was te zien die ook na een grondige boenbeurt weer terugkeerde.