Gemeenten vieren het traditioneel met een feestelijke naturalisatieceremonie als nieuwe inwoners na vijf jaar de Nederlandse nationaliteit krijgen. Het kabinet wil af van asielvergunningen voor onbepaalde tijd. Foto: archief DvhN
De kabinetsplannen op asiel staan haaks op de visie van gemeenten in Noord-Nederland. Zij willen wél een spreidingswet, wél statushouders huisvesten. Rijk en lokaal bestuur botsen. „Dat baart me nóg grotere zorgen dan die asielplannen.”
„Dit lost ons probleem niet op”. Petra Niemeyer van de HEMA in Ter Apel zucht. De deal over het ‘strengste asielbeleid ooit’ is eindelijk gesloten in Den Haag. Maar zij staat niet te juichen.
In dat strenge asielbeleid lijkt niets te staan over de concrete problemen in Ter Apel, het dorp waarin alle problemen in de asielketen samenkomen. Het beleid gaat over intrekken van de Spreidingswet, grenscontroles, beperking van gezinshereniging, afschaffen van de taak van gemeenten om statushouders te huisvesten, veilig verklaren van delen van Syrië.
„Ik denk dat het totaal niet helpt”, zegt de eigenaresse van de winkel waar op 18 juni een ernstig schietincident was waarbij de politie een overlastgevende verwarde asielzoeker neerschoot. „Het grote probleem, daar doen ze niks aan.”
Dé groep waar je streng tegen moeten zijn blijft buiten schot
Dat grote probleem voor Ter Apel, zegt burgemeester Jaap Velema, zijn de ‘kansarme’ asielzoekers. Een deel van hen komt niet voor een verblijfsvergunning maar misbruikt de asielopvang en veroorzaakt overlast. Ter Apel en Budel vragen om maatregelen tegen deze groep: versnelde procedures, speciale strenge opvanglocaties, extra aanmeldcentra, het spreiden van deze groep. „Daar lezen we niets over. Als er één groep asielzoekers is waartegen je streng moet optreden, dan is het deze.”
Het kabinet wil streng zijn voor álle asielzoekers die in Nederland zijn of hiernaartoe komen. Daarvoor moet niet alleen de Spreidingswet van tafel, maar ook de wettelijke taak die gemeenten hebben om statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) te handhaven. Het gekke is: gemeenten willen dat helemaal niet.
De omgeving rondom de HEMA in Ter Apel is afgezet voor onderzoek. Foto: Noordernieuws
342 gemeenten willen het niet, het Rijk doet het toch
Welke burgemeester of provinciebestuurder je in het Noorden ook belt, allemaal zeggen ze dat het een slecht idee is om deze wetten van tafel te vegen. En daar staat het Noorden niet alleen in. „Geen van de 342 gemeenten in Nederland wil van de Spreidingswet af. De provincies ook niet. Hetzelfde geldt voor de taakstelling voor statushouders”, zegt burgemeester Eric van Oosterhout, die in het bestuur zit van de Vereniging Nederlandse gemeenten. „Het Rijk dóet het toch. Dat baart me misschien nog wel meer zorgen dan de asielplannen op zich.”
Het Rijk baseert zich voor de plannen op het sentiment onder kiezers, óók uit het Noorden, die in meerderheid voor streng asielbeleid zijn. Gemeenten zien vooral de concrete problemen in de opvang, waar nu oplossingen voor nodig zijn. Prima als het kabinet de instroom wil beperken, maar zolang dat nog niet is gelukt hebben asielzoekers opvang en statushouders woningen nodig.
De strategie van het kabinet is tegenovergesteld. Die wil de instroom juist beperken door de rechten en voorzieningen van asielzoekers zoveel mogelijk af te breken. Als het hier slechter is dan elders in Europa komen ze vanzelf niet meer, is de gedachte. „Daar geloof ik niks van”, zegt Van Oosterhout. „Ik sprak van de week nog nieuwe inwoners uit Libanon. Denk je echt dat die heel bewust voor Nederland kiezen? Ze zoeken veiligheid.”
Gemeenten dragen gevolgen van afschrikbeleid
Of de strategie van het kabinet werkt of niet, vóórdat de instroom eventueel afneemt zijn het de gemeenten die de gevolgen van het afbraakbeleid moeten dragen. De gemeente Assen schreef woensdag in een brief aan minister Faber dat het onacceptabel is dat kinderen in de opvang in de Expo Hal hieronder moeten lijden. Wethouder Joop Slomp van de gemeente Emmen vreest voor illegale bewoning, dakloosheid of overlast als statushouders geen woning meer krijgen.
Ook de lokale BBB-politicus Herma Hemmen uit Ter Apel voorziet dat het op korte termijn eerder slechter dan beter wordt in haar dorp. „Voor Ter Apel zit er niets in de kabinetsplannen. Vrijdag komt de landelijke BBB op mijn verzoek op werkbezoek in Ter Apel. Ik blijf alles doen om ze goed te laten beseffen wat hier speelt.”
Bedden voor noodopvang in de Expohal in Assen Foto: Marcel Jurian de Jong
Deel woningen komt weer vrij voor reguliere huurders
Lokale bestuurders en politici kunnen de plannen niet zien zitten, dat wil niet zeggen dat ze voor een deel van de Groningers en Drenten wel goed kunnen uitpakken. Als statushouders geen woning krijgen, hebben zij waarschijnlijk meer keuze. „Geen woningen meer voor statushouders betekent dat 7 tot 8 procent van onze woningvoorraad weer vrij komt voor reguliere huurders”, zegt Elles Dost, bestuurder van woningcorporatie Lefier.
„Het lastige is wel dat deze statushouders nog steeds érgens onderdak moeten hebben. Wie gaat dat bouwen en waar?” Dan staan toch weer gemeenten en corporaties aan de lat. Dost: „De vraag is ook wat het met de al moeizame integratie doet als statushouders allemaal samen moeten wonen in plaats van verspreid over wijken. Creëer je dan niet een nieuw maatschappelijk probleem?”
Die integratie is nu soms al moeizaam. „Wij hebben te maken met veel kwetsbare doelgroepen in onze wijken, waaronder statushouders.” Voor het kabinet is gebrekkige integratie een van de redenen om aan de instroom te werken. Critici van de kabinetsplannen vrezen juist dat het beperken van rechten van asielzoekers en statushouders de kans op geslaagde integratie verkleint.
Veel onzekerheid onder Syrische vluchtelingen
Wethouder Slomp van Coevorden was vorige week in het azc in Zweeloo. „Al dat politieke tromgeroffel maakt mensen daar onrustig en angstig. Syriërs weten niet waar ze aan toe zijn. Dat helpt niet om mensen in een kwetsbare positie een goede start te geven.”
De Syrische Nederlander Diala Al Barmawi uit Emmen werkt als jeugdverpleegkundige onder andere in het azc in Ter Apel. „Ik zie veel onzekerheid. Syrische vluchtelingen dachten dat ze een plek konden vinden in Nederland. Ze voelen nu dat ze hier worden gezien als waardeloos.”
Het is overal onveilig in Syrië, zegt Al Barmawi. Zelf heeft zij de Nederlandse nationaliteit, dus ze vreest niet dat ze terug moet. Wel vindt ze de politieke stemming ‘heel heftig’. „Ik werk dagelijks voor Nederlanders, met liefde, maar waarom doe ik dat eigenlijk als ik niet wordt geaccepteerd?”
Diala Al Barnawi: 'Een vriendin zei tegen me: ik stuur mijn kinderen naar school maar ik weet niet of ze terugkomen.' Foto: Boudewijn Benting
‘Eigen inwoners eerst? Iedereen is onze inwoner’
Voor het kabinet is daarmee een doel bereikt: onrust en onzekerheid onder de Syriër. Dit is verreweg de grootste groep asielzoekers die naar Nederland komt. Hopelijk vertellen ze erover aan hun landgenoten die nog willen komen. Voor de gemeenten zijn deze Syriërs gewoon inwoners, en voor de lokale gemeenschap is het een risico als zij als tweederangsburgers buiten de samenleving vallen.
„Wat bedoelen ze eigenlijk met eigen inwoners eerst?”, zegt van Oosterhout. „Ik maak dat onderscheid niet. Als deze mensen hier zijn en een vluchtelingenstatus krijgen, zijn ze net zo goed onze inwoners.”