Windparken zeggen dat het hinderlijke licht op turbines van windparken Eemsdelta en Midden-Groningen uit kan. Vraag is alleen: wie betaalt de aan- en uitknop?
Windmolen exploitanten zien mogelijkheden om de verlichting op windturbines, zoals die op de foto van windpark N33 bij Meeden, te voorzien van een aan- en uitknop. Vraag is wie dat gaat betalen. foto maaike bronsema
Nederlandse windparkexploitanten staan positief tegenover een PvdA-motie die door de Tweede Kamer is aangenomen om lichthinder van windturbines tegen te gaan.
Dat zegt Rik Harmsen namens de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA). Of dit betekent dat de verlichting op de Groninger windmolens in Eemsdelta en Midden-Groningen straks ’s nachts gedoofd kan worden, is nog onderwerp van gesprek. Vraag is wie het plaatsen van de aan- en uitknop gaat betalen.
De technische mogelijkheden zijn er
,,De windsector erkent dat de verlichting van windmolens overlast veroorzaakt en wil dat graag helpen oplossen’’, aldus Harmsen. ,,Iedereen is ervan overtuigd dat die noodzaak er is. De technische mogelijkheden zijn er, transponders worden in Duitsland geïmplementeerd, dus moet dat in Nederland ook kunnen.’’
In Duitsland zijn bouwers van windmolens verplicht een systeem te implementeren dat vliegtuigen ‘ziet’. Het merendeel van de windparken wordt daardoor uitgerust met ‘obstakelverlichting’ dat reageert op de transponders in vliegtuigen: de lamp op de windmolen gaat pas branden als er iets in de buurt vliegt.
Motie William Moorlag
Vorige maand nam de Tweede Kamer een motie van William Moorlag (PvdA) aan om een dergelijk verlichtingssysteem ook op Nederlandse windturbines verplicht te stellen.
De kern van de motie is dat binnen twee jaar de verlichting op windturbines moet doven en de vliegveiligheid met modernere technieken moet worden gegarandeerd. Bij het windpark op het IJsselmeer wordt vrijwel zeker radar gestuurde verlichting geïmplementeerd, een dergelijk systeem is voor kleinere windparken niet rendabel. ,,Het is vrij prijzig. In het geval van het IJsselmeer gaat het om circa 800.000 euro.’’
Windparken Geefsweer en N33 in Groningen
Harmsen voorziet dat voor nieuw te bouwen windmolens de meerkosten van transponder-gestuurde verlichting in de SDE+ subsidie, die windparkexploitanten van het rijk krijgen, verrekend kunnen worden. Wie het ombouwen van bestaande molens (van constant brandende verlichting naar transponder-gestuurde verlichting), zoals de windparken Geefsweer en N33 in Groningen moet betalen, is onderwerp van discussie.
,,Aanpassen van verlichting is bij de totstandkoming van de windparken destijds niet meegenomen in de businesscase. Na oplevering de windmolens aanpassingen doorvoeren brengt extra kosten met zich mee’’, weet Harmsen. ,,Wie welk gedeelte van de kosten moet betalen is onderdeel van de discussie. Als eerste willen wij als gezamenlijke windparken ons standpunt bepalen. Wat vinden wij redelijk om bij te dragen aan de ombouw van de verlichting?’’
Eén regeling voor heel Nederland
Wanneer de NWEA daar uit is, wil het met de overheden praten: rijk, provincie en gemeenten. Harmsen: ,,Wat is het hun waard om de lichtvervuiling door windmolens tot een minimum terug te kunnen brengen?’’
Harmsen zegt dat NWEA streeft naar één regeling die voor heel Nederland geldt. ,,Wat wij willen voorkomen is dat er straks voor elke locatie apart onderhandeld moet worden. Dat verlichting van windmolens op de ene plek wel transponder-gestuurd is en op een andere plaats niet. Wij staan positief tegenover de uitvoering van de PvdA-motie, maar dan moeten het overal netjes regelen.’’