Een zichtbaar geroerde Ben Feringa heeft het errburgerschap van Groningen ontvangen. Foto Corné Sparidaens
Nobelprijswinnaar Ben Feringa werd woensdag benoemd tot ereburger van de stad Groningen. Dat is bijzonder, zei burgemeester Den Oudsten, want de wetenschapper is ookal ereburger van de gemeente Tynaarlo. Feringa staat nu in een lange lijst ereburgers, maar wie gingen hem voor?
De titel ereburger krijg je 'op grond van buitengewone verdiensten voor de stad en haar burgers, door hem of haar verricht 'beyond the call of duty' gedurende vele jaren.' In 1940 is tijdens het 900-jarig bestaan van de stad het zogenaamde Gulden Boek ingesteld waarin de ereburgers een plek krijgen.
Mij maakten voor u een selectie van de voorgangers van Feringa. Alle ereburgers zijn te vinden op de website van de Gemeente Groningen.
Deze burgemeesterszoon studeerde rechten in Groningen en was 'welsprekend' rector bij Vindicat. Hij werd advocaat en daarna directeur van een handelsbank. Ook was Marees van Swinderen actief in de plaatselijke politiek als wethouder van Stadsbezittingen en Financiën. Daarna werd hij rechter en tijdens zijn pensioen was hij president van de rechtbank. Naast zijn vast werkzaamheden zater De Marees van Swinderen in besturen van de Ambachtschool, Het Academisch Ziekenhuis, Het Universiteitsfonds en was hij president-commisaries van de STAR-spoorlijn tussen Stadskanaal en ter Apel.
DIRK DE MAREES VAN SWINDEREN
Jan Tuin was zoon van een anarchist. Hij begon op zijn dertiende als boer, maar leerde in de avonden bij op de Winshoter onderwijzersopleiding. Tien jaar later was hij schoolhoofd in Oude Pekela. Hier was hij ook voorzitter van het volksgebouw, een ziekenfonds en een zwemclub. Tuin was lid van de socialistische SDAP. Vanaf 1937 was hij fractievoorzitter en tussen 1946 en 1952 kamerlid voor de PvdA. In 1942 weigerde tuin als burgemeester van Hoogezand zijn agenten om joden te laten arresteren. Na de oorlog werd hij burgemeester van Groningen en moest hij de stad opbouwen na de oorlog. Tijdens zijn afscheid kreeg Tuin een defile van duizenden Groningers.
JAN TUIN
Dit is de eerste vrouw in de lijst. Kamphuis ging naar de Diakonessenschool en het Centraal Instituut voor Christelijke-Sociale arbeid in Amsterdam (CICSA). Later werd ze adjunct-directrice bij het CICSA. Uiteindelijk kreeg ze de leiding bij een nieuwe CICSA-opleiding in Groningen. Kamphuis breidde de opleiding succesvol uit, deed inspiratie op in Amerika en schreef een handboek dat elf maal werd herdrukt. Ook was ze bestuurder bij de Onderwijsraad, de Van Mesdagkliniek en schreef ze mee aan een feministisch theologische zangbundel.
MARIE KAMPHUIS
Annie is verbonden met de Oosterparkwijk. Ze werkte voor een modezaak als naaister en na haar huwelijk werde vrijwilliger op een lagere school. Vanaf 1974 zette ze zich in voor de renovatie van de Oosterparkwijk. Annie voert het woord voor actieve bewoners en bekleed verschillende bestuursfuncties bij de Vereniging Wijk Opbouw Oosterpark (VWOO). Annie hield van de wijk, maar van titels als 'moeder van de Oosterparkwijk' moest ze weinig hebben. Eind 2004 stopt ze noodgedwongen met haar werk. Direct daarna werd ze ereburger en kwam er een leefbaarheidsfonds met haar naam. Ze noemde het 'het mooiste cadeau wat ik ook kreeg voor de wijk.'
Wallage studeerde sociologie aan de RUG. Op zijn 18e was hij lid van de PvdA. Na een bestuurscrisis in 1972 werd Wallage wethouder van onderwijs en cultuur. In 1975 werd hij wethouder voor verkeer en legde hij de basis voor het wereldberoemde verkeerscirculatieplan in Groningen. In 1981 gaat hij naar de Tweede Kamer als onderwijswoordvoerder, in 1989 is Wallage staatssecretatis voor onderwijs en daarna bekleedt hij dezelfde functie voor Sociale Zaken. Maar de stad Groningen kent Wallage vooral als burgemeester. Hij bekleedde deze functie van 1998 tot 2009.