De A7 ontwikkelt zich samen met de N33 tot een aanjager van economie en bedrijvigheid. De gemeenten langs beide corridors slaan de handen ineen met de provincie om optimaal te profiteren van de kansen die er liggen. Foto: Archief Huisman Media
De A7 en N33 worden steeds sterkere aanjagers voor bedrijvigheid en woningbouw in de Groningse gemeenten die ze doorkruisen. Maar waar laat je het allemaal? Daar gaat de regio samen over nadenken.
Decennia lang praat je alleen maar over bevolkingskrimp en banenverlies en dan keert uitgerekend in de coronacrisis het tij. Duizenden woningen komen er de komende jaren bij, ineens kloppen (grote) bedrijven aan de deur en overal schieten groene energieprojecten uit de grond.
Niet langer ieder voor zich, maar samen
Waar moet dat allemaal landen rond zonder dat het open landschap van Midden- en Oost-Groningen eraan gaat? Daar maken gemeenten Midden-Groningen, Veendam en Oldambt de komende jaren samen met de provincie werk van. Niet langer ieder voor zich, maar samen.
Sinds vorig jaar zomer zijn de gemeenten in de Groningse A7/N33-zone in gesprek met het provinciebestuur. Vrijdag presenteerden ze de eerste conclusies. Het komend halfjaar gaan ze daarmee de boer op, langs bewoners, bedrijven en belangenorganisaties. Hun stem klinkt door in het koersplan dat rond de zomer naar de raden en Staten gaat.
Wonen op oude bedrijventerreinen, werken in lege boerderijen
Drie strategische hoofdlijnen ziet de regio daarbij voor zich voor de komende 10 tot 20 jaar. Nieuwe ruimte voor bedrijven, plek voor extra woningen maar ook nieuwe groene buffers in het open landschap om te voorkomen dat de leefbaarheid in de knel komt door alle verwachte ontwikkelingen.
Soms kunnen die ontwikkelingen samenvallen. De herontwikkeling van verouderde industrieterreinen biedt bijvoorbeeld kansen voor meer bedrijfsvestigingen, maar ook voor nieuwe woningbouw. Hetzelfde geldt voor leegstaande boerderijen die staan te vervallen. Die bieden plek voor zowel woningen als bedrijven.
‘Enorme ‘dozen’ met werk voor tien man, moet je niet willen’
Tegelijkertijd is er dringend ruimte nodig voor heel grote bedrijven die locaties van 20 hectare of meer zoeken. De belangstelling is er maar plek niet, ziet wethouder Erich Wünker van Oldambt. Mogelijkheden liggen er wel: bij Zuidbroek (Tussenklappenpolder) en Scheemda (westelijk van bedrijvenpark Eexta). Maar de regio wil daarvoor dan ook werkgelegenheid terugzien, zegt Wünker. ,,Enorme ‘dozen’ in het landschap waar werk voor tien man is, moet je niet willen.’’
,,Tijdig voorsorteren op de toekomst’’, noemt wethouder José van Schie het denkproces dat de drie gemeenten nu samen met de provincie in gang hebben gezet. Dat biedt ook voordelen ten opzichte van andere regio’s bij het binnenhalen van nieuwe bedrijven, zegt gedeputeerde Mirjam Wulfse. ,,Als je vooraf duidelijk hebt wat waar mogelijk is, kom je sneller tot zaken.’’
Daarbij is het zaak om slim te plannen, stelt wethouder Henk Jan Schmaal van Veendam. ,,Naast een hoogwaardig medisch bedrijf als Shine moet je geen bandenfabriek neerzetten. Terwijl het juist wel verstandig is om rond bijvoorbeeld Nedmag of Kisuma verwante bedrijven te clusteren die ook veel water nodig hebben voor hun productieproces.’’
Elke gemeente heeft eigen sterke punten, waar de NOM of Groningen Seaports gericht op kunnen aansluiten bij hun pogingen nieuwe bedrijven binnen te halen. Een onderlinge verdeling van wie voor welke sectoren in de markt is, levert de regio volgens de bestuurders uiteindelijk meer rendement op dan allemaal dezelfde vis na te jagen.