Familieleden van Syriërs in de noodopvang in Zuidbroek zijn getroffen door aardbevingen in hun vaderland en in Turkije: 'Haal me naar Nederland, smeekte mijn dochtertje'
In de Eurohal in Zuidbroek zitten Syriërs Abdo Al Abrahim, Mohamed Al Bakri en Omar Selim in de noodopvang. Hun families zijn getroffen door de aardbeving, maar ze kunnen niet naar ze toe. ,,Als ik hun niet hiernaartoe kan halen, geef me dan de mogelijkheid om te reizen." Foto: Duncan Wijting
In de noodopvang van Zuidbroek zijn Syriërs wanhopig over het lot van hun naasten die zijn getroffen door de aardbeving. Wie vast zit in de asielprocedure kan moeilijk reizen of op een andere manier helpen. ,,Vanbinnen sta je in brand, maar er is niets dat je kunt doen.”
Maandag om vijf uur ‘s ochtends klonk de schreeuw door de Eurohal in Zuidbroek. Een wanhoopskreet van een man die zijn vrouw en kinderen was verloren door de aardbeving.
‘In tien jaar oorlog was het nog nooit zo erg’
Abdo Al Abrahim (27) hoorde het. Net als alle 330 asielzoekers die in de noodopvang, alleen gescheiden door schotten en gordijnen, alles van elkaar meekrijgen. Pas later die ochtend vertelde iemand hem dat ook Antakya door bevingen was verwoest, stad in de regio Hatay waar zijn hele familie woont sinds ze in 2012 zijn gevlucht uit Syrië.
Drie dagen lang kon hij zijn vrouw en kinderen niet bereiken.
,,We hebben tien jaar oorlog gehad in Syrië, maar zo erg als de spanning van de afgelopen dagen was het nooit.”
‘Ze is bang. Alles is kapot daar’
Donderdag sprak hij eindelijk zijn vrouw, zij en de kinderen zijn ongedeerd. Ze zijn opgevangen in een tentenkamp aan de kust. Al Abrahim verloor wel andere familieleden, waaronder twee ooms. ,,We zijn met ons hele dorp naar Turkije gevlucht. Iedereen daar voelt als mijn familie. Er zijn zoveel doden.”
Hij staat machteloos. In augustus kwam hij aan in Nederland, vooruit gereisd om zijn gezin een toekomst te geven. ,,In Turkije is niets voor ons.” Hij sliep eerst buiten in Ter Apel, wacht sindsdien in noodopvanglocaties, de laatste vier maanden in Zuidbroek. ‘Haal me naar Nederland’, smeekte zijn zesjarige dochtertje hem gisteren aan de telefoon. ,,Ze is bang. Alles is kapot daar.”
Al Abrahim wil naar Turkije, om te helpen, maar weet niet wat de gevolgen zijn voor zijn procedure hier. ,,Als ik hun niet hiernaartoe kan halen, geef me dan de mogelijkheid om te reizen.” Ook al vraagt hij zich tegelijkertijd ook vertwijfeld af wat hij daar kan doen, zonder huis, zonder middelen.
Kinderen hebben medische zorg nodig
,,Vanbinnen sta je in brand, maar er is niets dat je kunt doen”, zegt Syriër Mohamed Al Bakri (37). Ook hij verblijft in Zuidbroek en zat dagen in de rats over het lot van zijn vrouw en vier kinderen in Antakya. Ze leven nog, weet hij nu, maar zijn zorgen zijn nog groot.
Twee van zijn kinderen lijden aan thalassemie (een erfelijke vorm van chronische bloedarmoede) en ook het ziekenhuis is verwoest. ,,Ze hebben elke twintig dagen een bloedtransfusie nodig. Wie gaat dat ze geven? Laten we ze doodgaan daar?”
Al Bakri laat foto’s zien van hun verwoeste huis in Antakya, toont ziekenhuispapieren over de aandoening van zijn kinderen. Ook hij vertelt over hoe hij zijn zoontje huilend aan de telefoon had. ,,Wij wachten hier maar op de IND. Wij wachten op niets.”
‘Zij lijden daar, wij lijden hier’
Hier in Zuidbroek wachten de meeste asielzoekers al maanden op een afspraak met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Ze begrijpen dat het druk is, zeggen de mannen hier. ,,Is er niets wat de Nederlandse regering kan doen?”, vraagt Omar Selim (28). ,,Procedures versnellen, ons laten reizen, wat dan ook?”
Syriërs Abdo Al Abrahim, Mohamed Al Bakri en Omar Selim zitten in de noodopvang van Zuidbroek terwijl hun families getroffen zijn door de aardbeving. "We hebben tien jaar oorlog gehad in Syrië, maar zo erg als de spanning van de afgelopen dagen was het nooit.” Foto: Duncan Wijting
Selim is zijn moeder, zijn zus en zijn broer, schoonzus en hun drie kinderen verloren. Het hoge appartementengebouw in Kahramanmaras waarin ze woonden is ingestort. Zijn moeder ligt nog altijd onder het puin.
Selims vrouw en twee kinderen overleefden de aardbevingen. Ze verblijven in hun zwaar beschadigde huis, zijn bang voor naschokken, maar hebben geen keus. Het is koud. ,,Het is hopeloos. Ik kan niets doen. Alleen bidden. Zij lijden daar, wij lijden hier. Kan de IND naar onze zaken kijken?”
Oproep aan internationale gemeenschap: help het noorden van Syrië
Abdo Al Abrahim heeft contact met mensen in Antakya, niet met vrienden en familie die zijn achtergebleven in Syrië. ,,Turkije is nog een staat, daar is hulp. In het rebellengebied in het noorden van Syrië is helemaal niets. Ik wil niet weten hoe het daar nu gaat. Assad zegt: als ze daar hulp krijgen kopen ze wapens en vallen me aan. Ik smeek de internationale gemeenschap: red noordwest-Syrië!”
IND: terugkeervisum in sommige gevallen mogelijk
Asielzoekers en statushouders uit Syrië en Turkije kunnen niet terug naar hun land van herkomst, meldt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), omdat ze daarvandaan zijn gevlucht voor de situatie of omdat ze vrezen voor vervolging. Zij krijgen geen terugkeervisum voor Syrië of Turkije.
Syriërs kunnen wel een terugkeervisum krijgen voor Turkije, omdat ze daar niet vandaan zijn gevlucht. Ze hoeven daarvoor tijdelijk geen leges te betalen. Ze moeten wel zelf zorgen voor reisdocumenten. Ook voor Syriërs en Turken met een reguliere verblijfsvergunning voor werk of studie gaat de IND tijdelijk soepeler om met de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor een terugkeervisum.
Het is volgens de IND niet mogelijk om een versneld inreisvisum af te geven voor nareizende gezinsleden van Syriërs en Turken die in Nederland al asiel hebben gekregen. IND begrijpt dat mensen daarom vragen vanwege de noodsituatie in Turkije, maar het is volgens de dienst niet mogelijk vanwege de grote hoeveelheid openstaande vragen voor nareis.