Zoutproducent Nedmag in Veendam
Foto archief Harry Tielman
Zoutcavernes in Noord-Nederland zijn geschikt voor de ondergrondse opslag van warmte, waarmee huizen kunnen worden verwarmd. Dat constateren onderzoekers.
In opdracht van Energie Beheer Nederland (EBN, een staatsdeelneming die bij alle olie- en gaswinningsprojecten in ons land is betrokken) keken onderzoekers of zoutcavernes kunnen worden gebruikt voor energietoepassingen. In een studie hielden ze twee toepassingen tegen het licht: de winning van warmte uit een caverne en de opslag van warmte.
De winning van warmte is volgens de studie niet haalbaar. Warmteopslag in deze goed geïsoleerde ondergrondse holtes zou echter wel kunnen, denken de onderzoekers. Als warmtebron wordt gedacht aan aardwarmte of restwarmte van de industrie om pekelwater op te kunnen warmen. Met een dergelijk systeem zouden maximaal zo’n 1500 woningen van warmte kunnen worden voorzien. Om te beoordelen of het idee echt haalbaar is, is wel meer onderzoek nodig.
Onder grote delen van Noord-Nederland komen ondergrondse zoutlagen voor van soms wel honderden meters dik. Om zout te winnen, wordt er water in deze lagen gespoten. Vervolgens wordt het opgeloste zout samen met het injectiewater opgepompt. Bij de winning van dit steenzout ontstaan enorme ondergrondse cavernes (zoutkoepels), die zijn gevuld met pekelwater. In heel Nederland zijn er honderden zoutcavernes ontstaan door de zoutwinning.
In 1951 werd een grote hoeveelheid steenzout ontdekt in de omgeving van Winschoten en Veendam. De zoutlagen, die in de regel op een diepte van 2000 tot 3000 meter liggen en het Groningengasveld al zo’n 250 miljoen jaar hermetisch afsluiten, zijn in deze omgeving omhoog gekropen en zitten er dichter onder het maaiveld. Zo’n ‘opstulping’ van zout wordt een zoutkoepel of zoutdome genoemd. Tussen Ommelanderwijk en Zuidwending bij Veendam, ligt zo’n zoutberg, waarvan de top op ongeveer 200 meter onder het maaiveld ligt.
In Veendam zit de zoutwinner Nedmag, die zout produceert bij Borgercompagnie en Tripscompagnie. Het bedrijf maakte eind vorig jaar bekend de productie af te bouwen van 270.000 ton naar 189.000 ton. In april 2018 ontstond er op een diepte van 1800 meter een lek in een zoutbron bij Tripscompagnie, waardoor enkele duizenden liters diesel weglekten.
Bewoners in het gebied maken zich al jaren zorgen over bodemdaling, die ze in verband brengen met de zout- en gaswinning. Huizen zouden daardoor schade oplopen. De huidige bodemdaling is volgens Nedmag ongeveer 53 centimeter in het centrum van het zoutwinningsgebied. Tijdens het afbouwen van het zoutveld Tripscompagnie verloopt de bodemdaling sneller, ongeveer 4,5 centimeter per jaar. Voordat de afbouw begon, was dit 1,5 cm per jaar, aldus het bedrijf. Bodemdaling zou echter geen schade aan woningen veroorzaken, stelt de zoutproducent.
Zoutcavernes worden in ons land overigens al gebruikt voor de opslag van gas en olie, terwijl wordt gekeken naar het opslaan van onder meer perslucht en waterstof.