Sikkom-journalist Willem Groeneveld uit Groningen kreeg bijna medelijden met mannen die zijn huis in brand wilden steken. 'Ik kauw er al bijna een jaar op'
Willem Groeneveld, journalist en oprichter van Sikkom. Foto Jan Willem van Vliet.
In de rechtbank Groningen dient maandag een in de recente geschiedenis van Nederland ongekende strafzaak. Een poging tot moord op een journalist. Jaimy W. (33) en Tjeerd P. (32) staan terecht voor hun rol bij de aanslag op Sikkom-verslaggever Willem Groeneveld en zijn vriendin.
„Waarom scheld je ons meteen uit voor sukkel? Zo benaderen we jou toch ook niet?” Willem Groeneveld belt, voorovergebogen op zijn bureau, met een meisje dat een felle, maar inhoudsloze reactie plaatste op de Facebook-pagina van Sikkom. En kom je aan Sikkom, dan kom je aan Groeneveld. Hij deinst niet terug om de confrontatie op te zoeken met mensen waarvan hij vindt dat ze haat of desinformatie verspreiden.
Na de telefoon te hebben neergelegd, kijkt hij glimlachend op. „Het is altijd hetzelfde als je die reageerders opbelt. Ze hadden het zo niet bedoeld. Misschien was het inderdaad niet normaal. Excuses. Maar achter hun toetsenbord zijn ze totaal anders.”
Toch bleef het een klein jaar geleden niet bij toetsenbordgeweld, bij het huis van Groeneveld en zijn vriendin in de Tuinwijk in Groningen. In de nacht van 18 op 19 augustus smeten twee mannen molotovcocktails door een ingeslagen ruitje van de voordeur. Groeneveld ontdekte het brandje in de gang op tijd. Maar wat als...
‘Aanslag op de democratische rechtsstaat’
Maandag behandelt de rechtbank Groningen de strafzaak tegen de twee mannen die ervan worden verdacht de brandbommen te hebben gegooid: Jaimy W. en Tjeerd P., beiden uit Groningen. Het Openbaar Ministerie vervolgt hen voor poging tot moord en kondigde aan hard op te treden, omdat het volgens haar gaat om een aanslag op de democratische rechtsstaat.
Hoewel geweld tegen journalisten de laatste jaren toeneemt en Groeneveld zeker niet de eerste is, is een zaak met zulk excessief geweld voor Nederlandse begrippen uniek te noemen. Zo werd vorig jaar misdaadverslaggever Peter R. de Vries doodgeschoten in Amsterdam, maar is de achtergrond van die moord nog steeds onduidelijk. In filmpjes die door de politie zijn gevonden, spreken de verdachten in de zaak-Groeneveld dat de brandbommen ‘voor die Groningse journalist zijn’.
‘Er zitten alleen maar verliezers in de rechtszaal’
Vanaf het moment dat Groeneveld hoorde dat de twee waren opgepakt, wist hij één ding zeker: „Ik ga gebruik maken van mijn spreekrecht.”
Hoe scherp hij zijn woorden kiest in zijn dagelijkse werk, zo moeilijk krijgt de ronkende motor achter studentenblog Sikkom de boel in dit geval op papier. Zijn gedachten veranderen met de minuut. „Ik kauw er al bijna een jaar op. Er zijn veel momenten geweest dat ik compassie heb gekregen met de verdachten. Er zitten alleen maar verliezers in de rechtszaal”, zegt Groeneveld.
Hij zegt dat hij is gaan inzien hoe de verdachten zich lieten opnaaien en daardoor hun leven hebben weggegooid en dat van hem en zijn vriendin op de kop hebben gezet. „Ze werden overtuigd door nepnieuws. Gek gemaakt door bekende onruststokers en complotverspreiders, gelegitimeerd door politici die journalisten wegzetten om kiezers te winnen. Al die krachten zorgen ervoor dat mensen zoals Jaimy en Tjeerd radicaliseren. Om medelijden mee te krijgen.”
Hoge prijs voor het vrije woord
Maar de andere kant van de zaak wreekt zich misschien nog veel meer. De prijs die de Groningse journalist betaalde voor het vrije woord, was allesbehalve goedkoop. De geur van een brandende barbecue in de straat maakt hem alert, brengt hem terug naar die bewuste avond. Elke dag moet Groeneveld nadenken als hij de deur uitgaat. Waar kan hij zich wel begeven en waar niet. „En als ik wegga, blijft mijn vriendin met zorgen achter: als hij maar thuiskomt. Die angst houdt haar urenlang wakker.”
Voor Groeneveld voelt het alsof zijn journalistieke vrijheid hem deels is afgenomen, door krachten die schreeuwen dat de pers niet vrij is. „Ook die van collega’s en medewerkers van andere instanties.”
Er is voor de actie van de verdachten maar één omschrijving, volgens Groeneveld: terreur. „Deze zaak is groter dan het leed dat mijn vriendin en mij is aangedaan. Deze zaak staat voor een gevaarlijke ontwikkeling in de maatschappij, die al langer speelt. Er moet korte metten mee worden gemaakt. Terreur mag nooit lonen.”