Patiënten die chronische pijnklachten hebben, weten in veel gevallen niet waar ze terecht kunnen. Het doorverwijzen moet ook beter. Deze problemen signaleert onderzoeker Remko Soer van het UMCG Pijncentrum.
Zijn instituut krijgt samen met collega’s van de pijnkliniek van de universiteit in Oldenburg een subsidie van 50.000 euro om de situatie beter in kaart te brengen en om het eerste ‘grensoverschrijdende pijnconsortium’ van Europa op te zetten.
Doel van het samenwerkingsverband is om patiënten met pijn aan beide kanten van de grens beter door te kunnen verwijzen (ook over de grens), efficiëntere zorg te kunnen bieden, patiëntgegevens uit te kunnen wisselen en ook om wetenschappelijk onderzoek te doen en daaraan gekoppeld onderwijs te bieden.
Fysiek zwaar werk
Het is nodig, zegt Soer. ,,Maar liefst 20 procent van de mensen loopt rond met pijn en toch is het een ongezien fenomeen, waar veel te weinig aandacht voor is.” In de grensregio lijden mensen volgens Soer nog vaker pijn, omdat hier relatief veel fysiek zwaar werk wordt gedaan. ,,Denk aan de metaal- en gasindustrie en de scheepsbouw, zowel in de provincie Groningen als in Papenburg.”
Veel mensen leven gewoon maar door met de pijn. Ze accepteren min of meer dat het er bij hoort – of onderdrukken het structureel met zware pijnstillers, terwijl er ook behandelingen mogelijk zijn. Op dat laatste punt gaat veel mis, signaleert Soer.
,,Zorgprofessionals weten heel vaak niet wat ze moeten doen met een patiënt met chronische pijnklachten”, zegt Soer. Patiënten met pijnklachten komen langs bij de huisarts, de fysiotherapeuten en op de poli’s van de ziekenhuizen. ,,Veel zorgprofessionals hebben er mee te maken, maar de lijnen lopen niet goed”, zegt Soer. ,,Ze spreken vaak niet dezelfde taal en weten vaak ook niet welke mogelijkheden er zijn om door te verwijzen.”
Wachttijden tot anderhalf jaar
Er is het pijncentrum van het UMCG, in Haren. Verder zijn er maar enkele klinieken gespecialiseerd in pijnbestrijding, zegt Soer. Aan de andere kant van de grens zijn het er meer, maar daar lopen de wachttijdens soms op tot anderhalf jaar. Door meer samenwerking en overzicht tussen de klinieken en alle professionals in de regio, kunnen patiënten beter geholpen worden, gelooft de onderzoeker.
Hij roept inwoners van Groningen en Drenthe op zich te melden om vragenlijsten in te vullen over de gevolgen van de pijn voor hun functioneren, over de wachttijden en over het gebruik van pijnstillers. Daarnaast is hij benieuwd naar de ervaringen met de behandeling en doorverwijzing na pijnklachten.