Opgraving Grote Markt levert nieuw stukje historie op: smerig marktterrein uit 12de eeuw blootgelegd

„De opgraving markeert de overgang tussen de Grote markt en de Ebbingestraat. Op kaarten kunnen we zien dat de aanvang van deze straat heel ver teruggaat, maar de vroegste kaarten komen uit de zestiende eeuw”, aldus archeoloog Cuno Koopstra. „Je wil die kennis het liefst aanvullen met archeologische kennis. Dan is het mooi als je iets kunt zeggen over hoe de Ebbingestraat zich verhoudt tot de markt. Ik weet nu nog niet of we dat hier uit gaan halen.”

Door het hoogteniveau en de bakstenen die aan de rand van de put te zien zijn, weten archeologen dat dit marktterrein uit de 12de of 13de eeuw afkomstig is. In deze periode werkte men voor het eerst met bakstenen. Op het terrein werd geleefd, gewerkt én gehandeld, vertelt Koopstra. Door het vee wat er destijds overheen liep, werd het markterrein „een grote smeerbende”, aldus Koopstra. Mest en ander materiaal stapelde zich op. Schoonmaken lukte niet, waarna er steeds weer een nieuwe laag keien en bakstenen overheen werd gelegd.

De smerigheid verklaart waarom er naast het mogelijke straat- of marktterrein zogenoemde trippen gevonden zijn: een soort overklompen, die men over leren schoenen droeg zodat ze niet vies zouden worden. In de plakkerige grond bleven verder een bewerkt stukje bot waarmee in spullen werd gekerfd en een aantal broches bewaard. Deze broches droegen pelgrims tijdens hun bedevaartstocht als bewijs voor de plekken die ze hadden bezocht.

De komende week wordt er nog een meter dieper gegraven om uit te sluiten of er een oorspronkelijke bodem onder zit. Daarna gaat het gat weer dicht en worden de werkzaamheden in aanloop naar de nieuwe Grote Markt hervat. De drukbezette plek uit de Middeleeuwen maakt dan plaats voor een bufferput die grondwater verzamelt voor de toekomstige fontein. De put wordt naar verwachting in september geplaatst.