Door allerlei maatregelen gaan er meer huurwoningen in de verkoop. Foto: Iris van den Broek
Door tal van maatregelen is het voor beleggers financieel minder aantrekkelijk om huizen op te kopen en te verhuren. Gevolg: voormalige huurpanden worden in de verkoop gezet. Het gebeurt vooral in de grote steden, ook in Groningen.
Vastgoedmanager Stan Ypenburg van 050Vastgoed in Groningen ziet het gebeuren. „Niet op grote schaal maar het neemt de laatste tijd wel toe.” Het wordt bevestigd door onderzoek van het kadaster. Vergeleken met de periode ervoor zijn er in het tweede kwartaal meer verhuurpanden in de verkoop gegaan. Landelijk gaat het om een netto toename van 5000 huizen.
„De vraag naar beleggingspanden is weggevallen”, zegt makelaar Henk Buma in Haren. Er komen meer voormalige huurpanden op de markt, „maar wel mondjesmaat. Het gaat niet om een massa woningen.”
Huurders beschermen tegen hoge huren
Directe aanleiding is de nieuwe verhuurwet die per 1 juli in werking is getreden. Door de Wet betaalbare huur van voormalig CDA-minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vallen meer woningen in de gereguleerde huursector. Hadden voorheen alleen huizen in de sociale sector op basis van het puntenstelsel een door de overheid vastgestelde huur, nu geldt dat ook voor een deel van de woningen daarboven.
Voor sommige huurwoningen die vroeger in de vrije sector vielen kan nu afhankelijk van grootte, WOZ-waarde, duurzaamheid en uitrusting een maximale huur van 1158 euro per maand worden gevraagd. Met deze wet wil De Jonge huurders beschermen tegen hoge huren voor woningen die dat niet waard zijn.
‘Sommige verhuurders schieten erbij in’
Voor veel verhuurders pakt deze wet negatief uit. Zij kunnen minder huur vragen voor hun huurhuizen, al gaat dat pas in als een volgende huurder de woning betrekt. Ypenburg: „Het komt voor dat de huur van een appartement wordt teruggebracht van 1300 naar 1050 euro per maand. De eigenaar zal even moeten rekenen of dat nog uit kan. Sommigen schieten erbij in en zetten het in de verkoop als de zittende huurder vertrekt.”
Ypenburg adviseert verhuurders hun huurhuizen kwalitatief te verbeteren. „Door deze te isoleren en er dubbel glas in te zetten, wordt het aantal punten verhoogd. Daardoor kunnen ze er meer huur voor vragen. Door te investeren in duurzaamheid kan een woning in de vrije sector belanden.”
‘Vermogensbelasting is aanzienlijk gestegen’
Niet alleen de wet van De Jonge, ook andere maatregelen maken het minder voordelig voor beleggers om huizen te verhuren. Zo is de overdrachtsbelasting voor hen verhoogd tot 10,5 procent, terwijl eigenaar-bewoners slechts 2 procent betalen en starters onder voorwaarden niks. Verder is ook de vermogensbelasting over beleggingen en onroerend goed sinds 2022 aanzienlijk gestegen en heeft de hypotheekrente een sprong gemaakt.”
Volgens Ypenburg ligt het vooral aan de financieringslast of beleggers nog voldoende rendement kunnen behalen met het verhuren van panden. „Voor huizen met een hoge hypotheeklast kan het vaak niet meer uit. De trend is dat men die huurwoningen in de verkoop zet. Maar het is beslist niet zo dat elke belegger dat doet.”
Uiteindelijk zijn het volgens Buma met name de kleine, particuliere beleggers die afhaken. „Mensen die voor hun spaargeld, dat op de bank niks meer oplevert, een tweede huis kochten of voor wie het een pensioenvoorziening was. Sommigen van hen hebben nu spijt van hun aankoop en zetten het weer op Funda.”