Niemand weet nog waar de Afghanen uit Zoutkamp naartoe moeten als de noodopvang in de kazerne op 1 mei sluit. Een huis, dat is waar alle Afghanen hier op wachten
Saadat Mousavi uit Afghanistan verblijft in de noodopvang in de Willem Lodewijk van Nassaukazerne bij Zoutkamp. Op 1 mei moeten alle vluchtelingen daar vertrekken. Foto: Anjo de Haan
De noodopvang voor vluchtelingen bij Zoutkamp sluit op 1 mei. Waar de 450 Afghanen die daar verblijven dan naartoe moeten weten ze nog niet. ,,Wij kunnen alleen maar afwachten.’’
,,Ik heb een huis!’’ De jonge Afghaan op de gang in de Willem Lodewijk van Nassaukazerne bij Zoutkamp straalt van oor tot oor. Hij draagt een trainingspak en blote voeten in sandalen en vertelt het nieuws aan een medewerker van het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers).
,,Echt?’’ De man van het COA feliciteert hem enthousiast. ,,Waar?”
,,Beilen.’’
,,Dat is heel goed nieuws.’’
Defensie heeft kazerne nodig voor oefeningen
Een huis. Dat is waar alle Afghanen hier op wachten. De meesten zijn in Nederland sinds de machtsovername van de Taliban eind augustus 2021. Ze hebben allang een verblijfsvergunning, mogen hier werken, hebben recht op zorg en onderwijs. Het probleem is alleen: ze kunnen nauwelijks ergens wonen. En dat was al zo vóórdat duizenden vluchtelingen uit Oekraïne deze kant opkwamen.
Daarom verblijven er een half jaar na hun komst nog steeds geëvacueerde Afghanen in de noodopvang in Zoutkamp, maar die gaat op 1 mei sluiten. Defensie heeft, ook vanwege de dreiging in het oosten, de kazerne weer nodig om te oefenen.
Waar de vluchtelingen dan naartoe moeten weet niemand. Ook het COA niet. De puzzel moet nog worden gelegd.
Nadeel van noodopvang: je kunt niets
Saadat Mousavi haalt gelaten zijn schouder op. ,,Je kunt alleen maar afwachten, je hebt er toch geen controle over.’’ Journalist en dichter Mousavi vluchtte uit Kabul, hoopt een woning te krijgen in Almere en wacht ondertussen al zeven maanden in de noodopvang - waar alleen een bed en een metalen kast met hangslot echt voor hemzelf zijn.
,,Eerst deelden we kamers met drie of vier personen, nu soms met tien.’’ Mousavi begrijpt wel waarom het moet. Ook de Afghanen zien de vluchtelingen uit Oekraïne komen en snappen dat het COA en de Nederlandse overheid voor een moeilijke opgave staan.
Op de kamer van Mousavi liggen vijf mannen met hun telefoons op bed. Het is midden op de dag. ,,Dat is het nadeel van de noodopvang’’, zegt Mousavi. ,,Je kunt hier niets. We kunnen geen cursus Nederlands volgen, niet aan het werk, er zijn geen sportfaciliteiten. We zitten ver van de stad, ver van de maatschappij. Hoe kunnen wij ons aanpassen aan de Nederlandse samenleving?’’
Weer op nul beginnen
Toch is hij hier ook tevreden. Het contact tussen de meeste Afghanen en het COA-personeel is goed zegt hij. ,,Er is weleens geprotesteerd omdat het eten niet goed was, maar daar was ik het niet mee eens.’’ Hij heeft inmiddels wat contacten opgebouwd met Nederlanders in de omgeving, er is een vrouw die hem eens in de week vrijwillig Nederlandse les geeft.
,,Als we straks in mei ergens anders naartoe moeten, ben je dat weer kwijt. Moet je weer helemaal op nul beginnen.’’ Mousavi wil zich er niet teveel druk over maken. In de winter is hij mentaal door een diep dal gegaan, nu gebruikt hij zijn energie om te schrijven en te filosoferen. ,,Ik heb Hannah Arendt ontdekt’’, vertelt hij enthousiast. ,,Fascinerend.’’
Als je niets te doen hebt en alleen maar moet wachten, zegt Mousavi, dan komt de buitenwereld op je af en val je in dat dal. Denken en schrijven houdt hem op de been. ,,Ik heb in dit half jaar veel geleerd over de betekenis van het leven.’’
Verschil met ontvangst Oekraïners
Een Nederlandse man die hij heeft leren kennen, vertelde hem laatst over hoe de vluchtelingen uit Oekraïne hier met open armen worden verwelkomd. En hoe dat verschilt van de argwaan waarmee Afghanen, Syriërs, Jemenieten soms worden ontvangen.
,,Ik begrijp de logica daarvan ook wel’’, zegt Mousavi. ,,Oekraïners komen uit een vergelijkbare cultuur, die kunnen hier makkelijker meedoen. Voor ons is het lastiger. Maar als het sentiment is ‘Oekraïners zijn goed en Afghanen zijn slecht’, dan is dat wel een probleem.’’
Hij voelt zich hier meestal welkom en vertrouwt erop dat het COA en de gemeentes een goeie nieuwe plek voor hem en zijn mede-vluchtelingen vinden. ,,Dat is hun taak.’’
Een plek om te bouwen aan een nieuw leven
En verder is het vooral wachten op een huis. Een permanente plek om eindelijk te bouwen aan een nieuw leven. Mousavi heeft al lotgenoten zien vertrekken naar zo’n plek. ,,Ik heb gewoon pech’’, zegt hij lachend en wijst naar een van de jongemannen met wie hij de kamer deelt.
,,Hij heeft ook net een huis toegewezen gekregen. In Emmen.’’