Het is deze week precies 25 jaar sinds de vuurwerkramp in Enschede, waarbij honderden mensen gewond raakten en 23 doden vielen. De opslag van vuurwerk wordt in Nederland sindsdien strenger gereguleerd. In het Noorden zijn er nog vier locaties die meer dan 10.000 kilo aan vuurwerk mogen opslaan.
Wie meer dan 10.000 kilo aan vuurwerk op één locatie wil bewaren, moet voldoen aan strenge regels om daar een vergunning voor te krijgen van de omgevingsdienst. Een locatie mag bijvoorbeeld alleen voor vuurwerkopslag worden gebruikt en op iedere twintig meter moet een blusmiddel te vinden zijn. De gebouwen zelf moeten brandwerend zijn gebouwd naar bepaalde regelgeving en dus bestaan uit metselwerk of beton. Houten pakhuizen zijn nu eenmaal brandgevaarlijker.
In Groningen en Drenthe is geen enkele locatie die een vergunning heeft om meer dan 10.000 kilo aan vuurwerk te bewaren. Je vindt zulke plekken in het noorden alleen in Friesland, waar er vier zijn: in Joure, Franeker, Lemmer en Haulerwijk.
Voor minder dan 10.000 kilo is geen vergunning nodig, wel zijn partijen verplicht melding te doen bij de omgevingsdienst. Drenthe telt 38 van zulke locaties, Groningen heeft er 29. De Friezen hebben in totaal 43 opslaglocaties voor vuurwerk die zich hebben gemeld.
Veel vuurwerklocaties in grote steden
Deze lichtere vuurwerklocaties lijken zich vooral te bevinden in gemeenten van grote steden: de gemeente Groningen telt er bijvoorbeeld elf, die zich allemaal in de stad bevinden. In de gemeente Emmen zijn tien vuurwerklocaties waarvan negen in de stad. Leeuwarden (6 locaties) en Heerenveen (1 locatie) tellen voor zulke grote steden dan weer relatief weinig opslaglocaties.
Het is afwachten of het aantal opslaglocaties mettertijd zal veranderen. De Tweede Kamer steunde eerder dit jaar nog een vuurwerkverbod, al gaat die hoogstwaarschijnlijk nog niet dit jaar in.