Nieuwe aflevering soap Suikerzijde. Gemeente Groningen wil plots de dijk langs de vloeivelden afgraven en negen natuurclubs proberen daar een stokje voor te steken
De gemeente Groningen is na ruim 20 jaar opeens bang dat de dijk langs de vloeivelden van de voormalige suikerfabriek (van links naar rechts onder de spoorbaan op de foto) verschuift en grond op de spoorbaan terecht komt. Foto: Aerophoto Eelde
Negen natuurorganisaties proberen te voorkomen dat de gemeente Groningen een dijk langs de vloeivelden van de voormalige suikerfabriek afgraaft.
Ze zien het plan om binnenkort de dijk af te graven als een nieuwe poging om de natuurwaarden bij de vloeivelden te vernietigen voordat de ontheffing van de Wet Natuurbescherming dat onmogelijk maakt. De natuur zou de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Suikerzijde in de weg staan.
Vol in de wind
Door het afgraven van de dijk komen waterbassins vol in de wind te liggen. Daardoor dreigt een essentieel voedselgebied voor beschermde vleermuizen verloren te gaan, schrijft het bestuur van de Natuur en Milieufederatie Groningen namens alle organisaties.
Zij roepen de provincie − als handhaver van de natuurbeschermingswet − én de rechtbank op om de gemeente tegen te houden. De rechtbank schorste in november de ontheffing van de Wet Natuurbescherming en stond daarmee geen werkzaamheden toe.
Volgens de gemeente moet de dijk toch zo snel mogelijk worden afgegraven, omdat die dreigt te verzakken. Daarbij zou de spoorlijn naar Leeuwarden gevaar lopen − grond van de dijk zou op de spoorlijn terecht kunnen komen − en vloeivelden zouden kunnen leeglopen.
De dijk die volgens de gemeente ernstig gevaar loopt. Rechts is het effect van de begroeide dijk op het water te zien: golfjes waar geen begroeiing is, glad bij de bosjes. Foto: Klarissa Nienhuys
De natuurorganisaties twijfelen ernstig aan dat rampscenario. ,,De dijk ligt er al meer dan 15 jaar zonder problemen en de stabiliteit is in die periode alleen maar toegenomen. In het voorjaar heeft de gemeente nog met groot materieel over de dijk gereden. De afstand tussen het hoogste deel van de dijk en de spoorsloot is zo groot dat de veiligheid van de spoorlijn niet in het geding is bij een plaatselijke verzakking.’’
Volgens Klarissa Nienhuys van de Vleermuiswerkgroep is de dijk met de begroeiing essentieel voor de luwte op de plas. ,,Watervleermuizen hebben die luwte nodig om insecten te vangen en/of met hun poten kleine beestjes van het water te harken, terwijl ze 10 centimeter boven het water scheren.’’
Ze zegt dat de dijk een enorm eind van het spoor af ligt. ,,Met een sloot ertussen. Er is op geen enkele wijze duidelijk gemaakt waarom het afzakkende deel van de dijk helemaal tot het spoor zou komen en waarom het water uit het vloeiveld opeens zou wegstromen.’’
Haast
De gemeente maakte de plannen in de kerstweek bekend en zegt dat er nog voor het broedseizoen een meter van de dijk af moet om het gevaar te bezweren. Dat zou de vleermuizen niet hinderen. Volgens een ecoloog die de gemeente inschakelde, is er alleen sprake van theoretische hinder. In de praktijk zouden de gevolgen voor de vleermuizen meevallen, als er tenminste niet tijdens hun winterslaap of bij kunstlicht wordt gegraven.
,,Voor de vleermuizen verdwijnt bij harde wind circa 1,5 procent van de beschikbare wateroppervlakte’’, aldus het rapport van de gemeentelijke ecoloog. ,,Een dijkverschuiving is veel schadelijker voor de vleermuizen. Dan lopen de vloeivelden leeg en zou direct een compleet essentieel fourageergebied verdwijnen.’’
Het is niet de eerste keer dat er een verrassende wending is bij de strijd over behoud van natuurwaarden bij de aanleg van de stadswijk. Zo maakte gedeputeerde Henk Staghouwer (ChristenUnie) in de week voor kerst bekend dat de geoorde fuut − een van de meest zeldzame vogels in het gebied − daar vorig jaar niet meer is gesignaleerd. Volgens de provincie hoeft de gemeente dus ook geen compensatiegebied voor de vogel meer aan te wijzen. De mededeling veroorzaakte grote verwondering bij de natuur- en milieuorganisaties, die de vogel nog wel zien zitten.
De aanwezigheid van deze zwaar beschermde vogel was, met grote twijfels over de compensatieregelingen, een van de belangrijkste redenen voor natuurorganisaties om naar de rechter te stappen.
Eerder onderzoek toonde aan dat de vloeivelden al meer dan 20 jaar een belangrijk leefgebied zijn voor deze fuut en dat woningbouw sterk negatieve effecten op deze vogelsoort zou hebben. Volgens de natuurorganisaties is de vogel door de ‘verdwijntruc’ vogelvrij verklaard.