Zo gaat de converterplatform er uitzien. Beeld: Meyer Werft
De Meyer Werft in Papenburg heeft een historische order in de wacht gesleept. Deze keer niet voor cruiseschepen. Met het produceren van vier converterplatforms voor de offshore-industrie stapt ze in een voor de werf nieuwe sector.
Vakbond IG-Metall juicht het inslaan van een nieuwe koers toe. ,,Het biedt vooralsnog meer zekerheid voor de medewerkers in Papenburg. Als opdrachten voor het bouwen van cruiseschepen uitblijven, moet de directie zich ook op iets anders richten. Dat heeft ze goed gedaan”, meent vakbondsman Thomas Gelder.
Diversiteit een goede stap
Vooral voor technici op kantoor en lassers op de scheepswerf aan de Eems, is de order goed nieuws. Zij weten zich de komende tijd verzekerd van werk. ,,Diversiteit van werksoort is een goede stap.”
De Meyer Werft spreekt zelf van een doorbraak voor het familiebedrijf in een groeimarkt. Ze is ook blij mee te kunnen werken aan de energietransitie. De convertorplatforms zijn nodig om de elektriciteit uit windenergie op zee op te vangen en met relatief weinig verlies naar land te transporteren.
Met de nieuwe opdracht neemt het familiebedrijf een groot deel van het staalwerk voor vier platforms op de Noordzee op zich. Het gaat om platforms voor de offshore-verbindingen DolWin4 en BorWin4, BalWin1 en BalWin2. Het gaat om vier locaties bij de Waddeneilanden Borkum en Baltrum.
Stalen bloksecties
Het is de bedoeling dat de scheepswerf stalen bloksecties met een volume van elk bijna 6000 ton staal levert voor DolWin4 en BorWin4 en circa 15.500 ton staal elk voor BalWin1 en BalWin2. De hoeveelheid te verwerken staal staat ongeveer gelijk aan die van een groot cruiseschip.
Het Spaanse Dragados is opdrachtgever en leverancier van het te verwerken materiaal in Papenburg. Dragados werkt op haar beurt in opdracht van het Duitse bedrijf Amprion.
Volgens het bedrijf transporteert het 11.000 kilometer lange hoogspanningsnetwerk van de Amprion Groep elektriciteit in een gebied van Nedersaksen, grenzend aan Groningen en Drenthe, tot aan de Alpen. De Meyer-Werft moet de onderdelen afleveren voor de periode najaar 2024 tot voorjaar 2027.
Van Papenburg naar Cádiz
De onderdelen die in Papenburg worden gemaakt, gaan vervolgens naar het Zuid-Spaanse Cádiz, waar het hoofdkantoor en scheepswerf van Dragados is gevestigd. De firma heeft ook nog vestigingen in Mexico. In Cádiz worden de in Papenburg gemaakte onderdelen geassembleerd.
,,Het klinkt misschien een beetje merkwaardig in het licht van de energiewende om de onderdelen vanuit Papenburg naar Zuid Spanje te transporteren en weer terug. Maar veel van die platformonderdelen komen de laatste jaren uit China. Wat dat betreft hoeven ze nu niet meer de halve wereld over”, zegt woordvoerder Peter Hackmann van de Meyer Werft.
Jan Meyer, lid van de directie, omschrijft de opdracht in een persbericht als „een mijlpaal voor de bouw van convertorplatforms.” Het is overigens de bedoeling dat Meyer zich wat betreft het offshore verhaal in de nabije toekomst meer op Rostock/Warnemunde wil richten. Aan de Oostzee heeft Meyer onlangs een bedrijfsterrein in handen weten te krijgen.
Recentelijk maakte Meyer bekend samen met het Belgische bedrijf Smulders een offshore converterplatform te gaan bouwen in Rostock/Warnemunde. Er moeten maximaal 100 nieuwe banen worden gecreëerd.