Jans uit Groningen betaalde 100.000 dollar voor plek aan tafel op pokertoernooi in Las Vegas waar hij 2,5 miljoen won. 'Er gaat heel veel cash geld in om'
Groninger ’Graftekkel’ Jans Arends won deze week ruim 2,5 miljoen dollar in een pokertoernooi. Uitzonderlijk, maar niet ongekend in het pokeren, een fascinerende wereld met unieke rituelen. „Niet iedereen heeft de kans om te voetballen met Messi, maar als je genoeg geld hebt kun je wel spelen tegen de beste pokeraars ter wereld.”
In één klap werd Jans Arends uit Groningen deze week een van de succesvolste Nederlandse pokerspelers. Tijdens de World Series of Poker in Las Vegas won hij ruim 2,5 miljoen dollar. De inleg voor het toernooi was dan ook niet mis: Arends moest 100.000 dollar neertellen voor een plek aan de tafel. „Dat soort toernooien wordt niet op elke hoek van de straat georganiseerd”, weet pokerjournalist Frank Op de Woerd, van CasinoNieuws.nl. „Dat er een Nederlander aan meedoet én met de hoofdprijs vandoor gaat is uniek.”
Toch heb je niet direct tonnen aan geld nodig om mee te doen met een potje poker. Toernooien zijn er met een buy-in (inleg) zo groot en klein als je zelf wilt. Online kun je voor een paar euro al een leuke pot spelen, in casino’s kun je veelal vanaf vijftig euro meedoen. De hoogste buy-in bij een toernooi in Nederland is volgens Op de Woerd 10.000 euro. „En dat is echt wel een uitschieter voor Nederland.” Ga je de landsgrenzen over, richting Azië of Amerika, dan kun je veel meer geld winnen, óf verliezen. Zo bestaat er zelfs een toernooi waar je je in moet kopen voor 1 miljoen dollar. Uiteraard georganiseerd in (waar anders) gokhoofdstad Las Vegas.
„Voetballen met Messi is niet voor iedereen weggelegd, maar als je genoeg geld hebt kun je als recreant wel spelen tegen de beste pokeraars ter wereld. Ook als je de regels niet kent. Dat maakt poker zo bijzonder. Al is de vraag natuurlijk of je dat moet willen”, lacht Op de Woerd.
Hype
In 2021 kende Nederland zo’n half miljoen pokeraars, blijkt uit het laatste onderzoek van verslavingsinstelling Jellinek naar gokken. Toch is poker lang niet meer zo’n hype als het vroeger was, meent sportjournalist Sander Collewijn, die het boek All-in schreef over de pokerwereld. „Toen de Amerikaan ’Chris Moneymaker’ in 2003 wereldkampioen werd met een inleg van 39 dollar en er met de prijzenpot van 2,5 miljoen dollar vandoor ging, won poker enorm aan populariteit. Daarna is het, ook door de regelgeving in Nederland, nooit meer geworden wat het was.” Hoewel sinds afgelopen oktober online gokken weer toegestaan is, heeft misschien wel de bekendste pokerroom, PokerStars, nog geen vergunning.
Het merendeel aan pokeraars speelt volgens Op de Woerd ook niet winstgevend. „Zij zien het als een hobby en vinden het niet erg als ze er wat geld mee verliezen.” Hoe groot het deel is dat er wel structureel geld mee wint, is volgens Collewijn onmogelijk te zeggen. „Er gaat heel veel cash geld in om en heel veel gebeurt online. De geldstroom is totaal ondoorzichtig. Daarnaast lopen veel van de pokermiljonairs er niet mee te koop. Veel pokeraars gokken ook onder een alias, die niet gelinkt is aan hun eigen naam.”
Het is één van de ’gekkigheidjes’ die poker kent. „Poker kan ook best een beetje saai zijn, dus er wordt een showtje van gemaakt. Onderdeel daarvan is het creëren van helden. Een alias of bijnaam past daarbij”, meent Op de Woerd. „Dat je bij online pokeren standaard een schermnaam moet kiezen, werkt volgens hem ook. „Arends speelde de eerste jaren bijvoorbeeld vooral online. Zit je dan een keer aan een echte pokertafel dan kent niemand je, totdat ze erachter komen dat je ’Graftekkel’ bent. Die werelden raken dan met elkaar verworven.”
Zonnebril
Grote namen als tennisser Boris Becker en voetballer Neymar mee laten spelen, helpt bij het showtje én bij het imago van poker. „Als zo’n grote voetballer het doet, zal het wel oké zijn, denken mensen dan”, aldus Collewijn.
Ook een zonnebril, petje of trui met capuchon is niet vreemd bij poker. Collewijn: „Als je bluft is het handig dat anderen bepaalde signalen niet kunnen zien: aan je ogen, je ademhaling, je nek. Het pokert gewoon wat comfortabeler. Al hebben de heel ervaren spelers het vaak niet nodig.”
Sommigen dragen een koptelefoon. Op de Woerd: „Op sommige toernooien ben je dagen achter elkaar wel twaalf uur op een dag aan het pokeren. Dan kan het fijn zijn om een muziekje of podcast te luisteren.”
Het zijn ook juist die lange dagen, die poker spannend (kunnen) maken. „Ik zeg niet dat het een sport is, maar je moet wel uithoudingsvermogen hebben. Ben je aan het einde van de dag nog fit en kun je nog goed nadenken? Dan heb je een groot voordeel. Want dat zijn de momenten waarop mensen fouten gaan maken.”
Ook met de fiches of chips wordt nog weleens gespeeld, al zijn daar volgens Op de Woerd wel strikte regels voor. „Soms zie je hele bouwwerken als mensen zich vervelen”, lacht hij. „Maar de regels zijn duidelijk: hoge waardes moeten vooraan, in stapels van 20. Dan kunnen mensen beter inschatten met hoeveel je ongeveer speelt. Maar speel je een potje niet mee, dan kan je je gang gaan. Op internet staan tal van filmpjes met pokerchip-tricks.”