Henk Nijboer tijdens een van zijn laatste debatten in de Tweede Kamer. Hij verdedigde dinsdag zijn initiatiefwet in de Eerste Kamer. Foto: Robin Utrecht
De Eerste Kamer heeft voor een wet gestemd waarmee vaste huurcontracten weer de norm worden. De wet van GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie leek in gevaar door een draai van de BBB: in de Tweede Kamer stemde die partij voor, maar in de senaat tegen.
PvdA-Kamerlid Henk Nijboer uit Groningen diende de initiatiefwet in met ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis.
Nu mag een verhuurder nog een tijdelijk contract vragen voor maximaal 2 jaar, waarna de huurder mogelijk weer moet vertrekken. Bij iedere huurderswissel stijgt over het algemeen de huurprijs. Vooral in de grote steden leidde dit tot forse huurstijgingen.
Zorgen om bescherming van huurders
Ook leven er zorgen over de bescherming van huurders, die door de tijdelijke contracten minder zekerheid hebben. Tijdelijke huurcontracten waren mogelijk sinds 2016, ingevoerd door VVD-minister Stef Blok (Wonen).
De aangenomen wet gaat alleen gelden voor nieuwe huurcontracten. Ook komen er bepaalde uitzonderingen, bijvoorbeeld voor studenten. Onder meer het CDA en 50PLUS willen de uitvoering daarvan kritisch blijven volgen.
Krappe huurmarkt
De BBB keerde zich tegen de wet, omdat de partij denkt dat die ervoor zorgt dat nog minder mensen hun woning willen verhuren. Daardoor zou het al krappe huuraanbod nog verder krimpen.
Al eerder sprak de BBB steun uit voor investeerders en beleggers op de woningmarkt. In een verkiezingsdebat over het thema zei BBB-leider Caroline van der Plas meer te willen luisteren naar beleggers, die volgens haar goed weten wat er speelt op de woningmarkt.
Ook nu lijkt de partij beleggers nadrukkelijk te steunen: ,,Jaag beleggers en investeerders niet weg van de woningmarkt en zorg ervoor dat eigenaren hun woning willen blijven verhuren”, aldus de partij in een onlineverklaring.