Diederick en Janneke Tepper: ,,Het gevoel van onrechtvaardigheid kruipt onder je huid.’’ Foto: Jan Zeeman
Ruim een jaar na de beving in Zeerijp wachten nog vele Groningers op een oplossing voor de schade aan hun huis. Ik wacht is een serie over hen die het wachten zat zijn. Vandaag aflevering 69: Diederick en Janneke Tepper uit Scheemda
Diederick en Janneke Tepper 58 en 56 jaar papiermaker bij kartonfabrikant Eska en coördinator Maatschappelijke Zaken gemeente Oldambt Oldambtster boerderij (1930)
Feit 1: binnen een straal van pakweg 2 kilometer liggen vier gaswinningslocaties. Feit 2: het huis is zwaar beschadigd. Feit 3: stapels onderzoeken sluiten elke potentiële oorzaak uit, behalve de gaswinning. Feit 4: een oplossing voor het schadedossier van Diederick en Janneke Tepper is na zeven jaar nog lang niet in zicht.
Dat heeft alles te maken met de plek waar hun woonboerderij staat: in het landelijk gebied buiten Scheemda. Dus buiten de ‘contouren’ die voormalig Nationaal Coördinator Groningen Hans Alders bij zijn aantreden rond de kern van het Groningse aardbevingsgebied trok. En daarmee bovenal: buiten iedere schaderegeling.
Negen aardbevingsgemeenten telde Groningen aanvankelijk, en ‘hun’ Oldambt zat daar niet bij. Dus kregen ze hard het lid op de neus toen ze zich begin 2013 bij de NAM meldden met de eerste schade. ,,Ze lachen je gewoon uit’’, zegt Janneke. ,,Aardbevingsschade? In Oldambt? Onmogelijk.’’
Die eerste schade ontdekten ze toevallig. De kinderen waren de deur uit en Janneke wilde in de schuur van de boerderij een winkeltje beginnen om wat om handen te hebben. ,,Tot dan kwamen we weinig op die plek, maar toen we er eenmaal aan de slag gingen ontdekten we van lieverlee dat de muren aan de hele achterkant van het huis vól scheuren zaten.’’
Inmiddels staat de kleine Oldambster boerderij alweer jaren in de stutten, aan achter- en voorzijde. Deels op last van de burgemeester, wijlen Pieter Smit. Hij beet zich vast in hun dossier en dat van andere gedupeerde inwoners, en steunde de Teppers tot bij hun hoorzitting van de Arbiter Bevingsschade.
Vooral dankzij Smit werd Oldambt uiteindelijk toch erkend als bevingsgemeente. Maar ja, dat geldt dan weer alleen voor de westkant, rond ’t Waar en Nieuw-Scheemda. Ook daar vallen de Teppers net buiten.
,,Wij moeten alles zelf betalen’’, zeggen ze. Vooral dát onderscheidt hun relaas van dat van al die andere gedupeerden. Verder is het verhaal eender: één lange litanie van schadetaxaties, contra-expertises, rechtzaken en een eindeloze reeks van ‘ondeskundigen’, zoals Janneke ze cynisch betitelt. Zeker 40 mille staken ze zelf in technisch onderzoek.
,,De hele checklijst van potentiële oorzaken is afgevinkt’’, zegt Janneke. ,,Er is maar één conclusie mogelijk: aardbevingen zijn de oorzaak. Maar de NAM veegt alles van tafel en zegt doodleuk dat het komt door veen in de bodem. Terwijl is aangetoond dat hier geen veen zit.’’
Of hun dossier ooit kan worden gesloten? Janneke waagt zich niet meer aan voorspellingen. ,,Zelfs als we uiteindelijk ‘ja’ krijgen bij de Arbiter, moeten we nog weer met de NAM in de slag over de hoogte van een vergoeding. Alleen al het schadeherstel is begroot op 450.000 euro, versterking kost minimaal hetzelfde. Dat wordt een helse klus om daar met de NAM uit te komen: ze hebben nu al drie keer geprobeerd de Arbiter in onze zaak niet bevoegd te laten verklaren en ze vragen aan de lopende band uitstel van reactietermijnen.’’
De spanning gaat ze ondertussen niet in de koude kleren zitten, zegt Diederick. ,,Ons schadedossier telt inmiddels twaalf dikke ordners en nummertje dertien staat bij de huisarts. Ik rol de laatste jaren van het ene gezondheidsprobleem in het andere. Ik belandde met hartritmestoornissen in het ziekenhuis, loop al tijden bij de psycholoog en vorig jaar zat ik een halfjaar ziek thuis. Je loopt meer in het ziekenhuis dan je lief is.’’
,,Het gevoel van onrechtvaardigheid kruipt onder je huid’’, verklaart Janneke. Ook bij haar slaan de stress en onzekerheid naar binnen. Ze moest haar veeleisende baan verruilen voor iets minder intensief werk bij de gemeente. ,,Leidinggeven aan maatschappelijk werk is niet haalbaar als je zelf maatschappelijk werk nodig hebt.’’
Waar ze op wachten? Janneke zucht eens diep: ,,Op de dag dat we hier weer veilig kunnen wonen, vrienden en familie kunnen uitnodigen en straks hopelijk ook ons aanstaande eerste kleinkind kunnen laten logeren. Oók als dat betekent dat het huis moet worden gesloopt omdat nieuwbouw goedkoper is dan herstel en versterking. Jammer voor de sfeer en het karakter waar we in 2000 voor zijn gekomen, maar dat is dan niet anders, veiligheid is belangrijker.’’
,,De kinderen zeggen soms: ‘Laat die ellende toch achter en verhuis naar een plek waar het veilig is’. Maar al ons geld zit inmiddels in dit gedoe. Het huis is onverkoopbaar en wij kunnen geen tweede hypotheek dragen voor een andere woning. Bovendien: we wíllen niet weg. Als het aan de gemeente ligt, kun je zó een huurhuis krijgen in Winschoten. Maar dan heb je de strijd verloren. We blijven vechten voor rechtvaardigheid, opgeven is geen optie.’’