Peter van Heeswijk: Je houdt het vol omdat het ergens over gaat. Over mensen, over veiligheid en over het woongenot van huurders. Foto: Jan Zeeman
Ruim een jaar na de beving in Zeerijp wachten nog vele Groningers op een oplossing voor de schade aan hun huis. Ik wacht is een serie over hen die het wachten zat zijn. Vandaag aflevering 68: Directeur van de woningcorporatie Wierden en Borgen uit Bedum, Peter van Heeswijk.
Peter van Heeswijk 56 interimdirecteur woningcorporatie Wierden en Borgen in Bedum 3.500 woningen, verschillende types.
Alles waar een particulier tegenaan loopt, daar heeft ook woningcorporatie Wierden en Borgen uit Bedum mee te maken: onduidelijkheid, onzekerheid, veranderende normen, afhankelijkheid en... het wachten.
Wierden en Borgen is een van de zeven woningcorporaties in het bevingsgebied. Van de circa 6000 woningen in haar bestand staan 3500 op een schokkende aardbodem. ,,Onze positie verschilt weinig van die van individuele huiseigenaren’’, zegt Peter van Heeswijk (56), sinds drie maanden interim-directeur. ,,Ook ons overkomen alle ‘plagen’ van de gaswinningsproblematiek.’’
Een paar voorbeelden. De ontwikkeling van het tweede deel van woonzorgcentrum Bederawalda in het centrum van Bedum liep vier jaar vertraging op, omdat Wierden en Borgen er niet uitkwam met de NAM over de bijdrage aan de versterking. Van Heeswijk: ,,Het aanbod is 45.000 euro per woning, terwijl het volgens ons 70.000 euro moet zijn. Dat krijgen we niet en het verschil is voor onze rekening. Echter: we gaan toch aan de slag. Op zeker moment moet je doorpakken. Je kunt niet eeuwig blijven wachten en onderhandelen.’’
Hetzelfde verhaal met een deel van de huurwoningen in Bedum. De naoorlogse huizen zijn al een tijdje aan een opknapbeurt toe, maar Wierden en Borgen kon niet voor- of achteruit. De woningen staan op de nominatie om versterkt te worden en duidelijkheid daarover blijft uit. ,,Ook daar gaan we beginnen. Het moet gewoon. We gaan dus eerst verbeteren en verduurzamen. Versterken gebeurt wellicht op een later moment.’’
Lastig is dat een woningcorporatie als medeveroorzaker wordt gezien, onderdeel van het cluster van overheid en instanties dat de problemen niet oplost en mensen voortdurend met een kluitje in het riet stuurt. Terwijl Wierden en Borgen net zo afhankelijk is van diezelfde overheid en instanties. ,,We staan voor onze huurders, daar zijn we voor. Maar soms kunnen we beloftes, zonder dat we daar grip op hebben, niet nakomen. En dat wil je als woningcorporatie niet. ‘Ja’ zeggen is fijn, ‘nee’ zeggen is vervelend, maar ‘misschien’ zeggen is vreselijk.’’
De emoties van huurders noemt Van Heeswijk ‘besmettelijk’. Het gebrek aan perspectief raakt ook de circa tachtig medewerkers van Wierden en Borgen. De insteek is vooruitgang, verbetering, maar als dat constant stagneert is dat fnuikend.
Het doet volgens hem iets met de organisatie. Mensen zijn er voortdurend mee bezig. Bij het wakker worden de radio aan om te horen of er weer iets is veranderd, en ook voor het slapen gaan wordt dat nog even gecheckt. ,,Je moet goed in de gaten houden dat mensen niet uitvallen. Het verloop hier is hoger dan gemiddeld. Medewerkers vertrekken niet alleen vanwege de bevingsproblematiek, maar het speelt wel mee. We zijn ook bezig met begeleiding, ondersteuning. Ik zit hier drie maanden en bij mij begint het ook onder de huid te kruipen. Het ráákt je.’’
Wat het tevens lastig maakt, is dat de opbouw van kennis van versterking pas sinds enkele jaren gebeurt, terwijl de politieke druk voortdurend hoog is. Een gevolg daarvan is dat het ene huizenblok zwaar is verstevigd, terwijl het rijtje met dezelfde woningen ertegenover als ‘veilig’ geldt, omdat de normen zijn veranderd. Dat is niet uit te leggen.
,,Bij een ‘normaal’ huis kun je alles plannen tussen bouw en sloop. In het aardbevingsgebied is alles onzeker. Wat je elders in een jaar kunt doen, kost hier drie keer zoveel tijd. We zetten in op intensieve samenwerking en doen ons uiterste best voor duidelijkheid en vooruitgang. En we proberen plezier in ons werk te houden. Dat is nodig om dit te kunnen doen. Je houdt vol omdat het ergens over gaat. Over mensen, over veiligheid en over het woongenot van huurders.’’