Martin en Pieta Ettema: ,,Ons huis is al op drie computers over de hele wereld doorgerekend en onderzocht.'' Foto: Jan Zeeman
Een jaar na de aardbeving in Zeerijp wachten nog veel Groningers op een oplossing voor de schade aan hun huis. Ik wacht is een serie over mensen die het wachten zat zijn. Vandaag aflevering 52: Martin (71) en Pieta (68) Ettema uit Loppersum.
Martin en Pieta Ettema LoppersumGepensioneerd docent overheidscommunicatie (Martin) en docent Nederlands (Pieta)130 jaar oude rentenierswoning
***
Al bijna zeven jaar heeft het echtpaar een dagtaak aan de eigen schade, maar ook aan het ondersteunen van anderen, onder meer via de Groninger Bodem Beweging. ,,We hebben bijna zeven jaar van ons leven ingericht op een manier die we niet wilden. Dat is bijna tien procent van mijn leven’’, constateert Martin Ettema.
Toch nog redelijk monter. ,,Ja, je kunt eigenlijk twee dingen doen: boos en fel worden en overal tegen in gaan, of proberen het beste er van te maken. Dat laatste doen wij eigenlijk.’’
En dat valt het echtpaar niet altijd makkelijk, blijkt tijdens een gesprek in hun fraaie, 130 jaar oude rentenierswoning in de Stationslaan in Loppersum. Een rijksmonument met een geschiedenis. ,,Dit is het eerste huis dat hier is gebouwd nadat de spoorlijn was aangelegd.’’
De Ettema’s trokken 22 jaar geleden in het sfeervolle onderkomen. Toen ze dik zeven jaar geleden hun huis wilden verkopen om te verkassen naar Midden-Nederland, dichter bij hun kinderen, werden ze hard met de neus op de feiten gedrukt. Potentiële kopers werden kopschuw en haakten af, uit angst voor ellende door de bodembeweging.
Jaren daarvoor had het echtpaar al de eerste schade door aardbevingen gemeld. ,,In 1998, bij de NAM. Dat werd toen nog keurig geregeld. Het ging om een paar scheuren in wanden en tegels’’, herinnert Martin zich.
In datzelfde jaar schrokken ze op een zondagmorgen wakker door een heftige aardschok. ,,Ons huis trilde helemaal, we hoorden ook een knal. We belden de politie. Die zei: een aardbeving? Die komen niet voor in Groningen’’, zegt Pieta.
Maar in de jaren daarna werd die uitspraak vlot onderuitgehaald. Na Huizinge ontstond er meer schade aan de monumentale woning. Die is optisch hersteld. Nu moet de woning nog worden versterkt. ,,We zijn het eerste woonhuis waarmee ze aan de slag gingen’’, aldus Pieta. Maar dat wil niet zeggen dat schadeherstel en versterking van het huis voorspoedig verlopen, integendeel.
Martin en Pieta schetsen een uitgebreid en ingewikkeld traject van onderzoeken, besprekingen, inspecties, vergaderingen, overleggen en consultaties. Ze zagen deskundigen, ingenieurs, aannemers, experts, bewonersbegeleiders en contactpersonen komen en gaan. Ze ontvingen Nationaal Coördinator Groningen Hans Alders twee keer aan huis. Een week verbleven ze noodgedwongen elders, terwijl techneuten hun huis onderzochten.
,,Ons huis is op computers over de hele wereld uitgebreid doorgerekend en onderzocht. Er is een kapitaal aan onderzoek uitgegeven. Er werd bij het Centrum Veilig Wonen speciaal een projectleider op ons huis gezet, ondersteund door een monument-deskundige’’, vat de Lopster samen.
,,Sinds vorig jaar januari zitten we elke drie weken met ons team van het CVW bij elkaar om te overleggen. Er komen dan vier man van het CVW, een ingenieur van Arup, de aannemer en een architect. Er is nu een werkplan. Als het definitieve bouwplan er is, moet het goedgekeurd worden door de gemeente. En de NAM moet zorgen voor budget.’’
Het huis wordt als de plannen doorgaan niet alleen ingrijpend opgeknapt, maar ook versterkt. Het pand is volgens de huidige bouwnormen niet aardbevingsbestendig, dus moeten wanden, vloeren, de zolderverdieping én het voegwerk worden verstevigd.
De Ettema’s hopen dat die klus, waarvoor ze vermoedelijk een jaar hun woning uit moeten, na de zomer begint. Zekerheid is er niet. ,,Of we veel geduld nodig hebben?’’ Pieta zwijgt even. ,,Natuurlijk, wat moet je anders? We blijven hier. Maar dat is géén keuze. We kunnen immers niet weg?’’