De overheid laat de Groningers net als de Limburgers links liggen, zegt Paul Hoogwater uit Sappemeer. Foto: Archief Jan Zeeman
Ruim een jaar na de aardbeving in Zeerijp wachten nog veel Groningers op een oplossing voor de schade aan hun huis. Ik wachtis een serie over mensen die het wachten zat zijn. Vandaag aflevering 46: Paul Hoogwater uit Hoogezand-Sappemeer.
Paul Hoogwater 62 jaar Hoogezand-Sappemeer coach en werkconsulent semi-vrijstaand
***
Zijn dossier telt inmiddels dik driehonderd pagina’s. „Maar dat is lang niet alles, er zit ook veel in de computer”, zegt Paul Hoogwater (62).
In zijn sfeervolle, semi-vrijstaande huis rekt de 6-jarige Noorse boskat Mischa zich eens lekker uit op de bank. „Hij is heel relaxed, hij maakt zich niet druk”, weet de coach en werkconsulent.
Voor Hoogwater zelf geldt niet altijd hetzelfde. In de voorbereiding op het gesprek over zijn schade, heeft hij delen van zijn vuistdikke dossier herlezen. „En dan word je toch weer boos. Dat helpt natuurlijk niet, dat weet ik ook wel.”
De schade aan zijn woning uit 1929, waar Hoogwater sinds 1991 woont, is alomtegenwoordig. „Het is hier een en al scheur”, vat de onfortuinlijke bewoner samen. Het zijn de bekende beschadigingen in muren en wanden, maar ook in het aanrechtblad. Een flinke barst daarin verraadt de bewegende bodem. De keukenkastjes sluiten niet goed meer. De schouw bij de kachel zweeft aan één kant.
Ernstiger is de staat van de vloer: die lijkt wel in twee delen te zijn gebroken.
De gapende kier bij het keukenblok duidt op een hoogteverschil van centimeters. Daarbij vallen de paar gebroken vloertegels in het niet. „Het huis staat op een zandkop, die als gevolg van de aardbevingen is gaan bewegen. Daardoor is de vloer verzakt. We hebben de eerste schade gemeld in 2015, bij het Centrum Veilig Wonen (CVW). Ze waren heel vriendelijk en stonden me netjes te woord. Ze beloofden een schade-expert te sturen. Toen die kwam, is de ellende begonnen.”
Het rapport dat de expert na verloop van tijd bij Hoogwater liet bezorgen, was een grote teleurstelling. Bijna al het malheur werd afgedaan als C-schade, dus niet veroorzaakt door aardbevingen. Hoogwater vroeg een contra-expertise aan. Er kwam weer een deskundige, die vervolgens bepaalde dat de bevingen veel scheuren en kieren wel degelijk hebben veroorzaakt. De man onderhandelde met de NAM. Vervolgens lag er een aangepast rapport.
De tegenpartij houdt zich aan geen enkele termijn
Hoogwater: „Daar was ik het nog steeds niet mee eens. Maar toen ik bezwaar wilde maken bij het CVW, zeiden ze dat ik te laat was: de termijn van zes weken was verstreken. Niemand had me op die termijn gewezen. En de tegenpartij houdt zich aan geen enkele termijn.”
Hij schakelde een advocaat in. Die onderhandelde met het CVW, maar ook dat leverde uiteindelijk weinig op. „Ze gingen wel van 4.000 naar 13.500 euro. Maar het eindbod waarmee de NAM uiteindelijk op de proppen kwam, was 9.000 euro. Zonder enige argumentatie. Terwijl de bouwkundige die ik zelf inhuurde uitkwam op een bedrag van tussen de 40.000 en 80.000 euro.”
De Groninger was het zat en klopte aan bij Arbiter Bodembeweging. Maar die heeft pas volgend jaar tijd voor het dossier-Hoogwater. „Er is een wachttijd van zo’n vijftien maanden. En intussen ontstaat er gewoon weer nieuwe schade. Niemand weet wanneer het stopt.”
Hij heeft er weinig vertrouwen in dat het goed komt. „Hun bedoeling is je zo lang mogelijk aan het lijntje te houden, totdat je het opgeeft.”
Het eindeloze wachten brengt allerlei nadelen met zich mee. Net als veel andere huiseigenaren doet Hoogwater alleen het hoogst noodzakelijke aan onderhoud. „We kunnen het huis niet opknappen, we kunnen het ook niet verkopen. Het is immers niets waard, hoewel de ozb net wel weer is verhoogd. We zitten vast.”
De rompslomp van de jarenlange procedures en de aanhoudende schade hebben de liefde voor de woning danig bekoeld. „Het is een prima huis, maar ik heb het idee dat er steeds wat kapotgaat. Er is alleen maar ergernis. En dat kan nog jaren doorgaan.”
Hoogwaters vertrouwen in de overheid is zoek. „Je denkt dat je in een rechtsstaat woont. Dat blijkt niet zo te zijn. En ik dacht altijd dat de overheid betrouwbaar was, maar ook dat blijkt niet zo te zijn. Nederland houdt kennelijk op in Zwolle”, zegt hij. „Het is hier dunbevolkt, we wonen ver van de Randstad, dus uit het zicht. Onze problemen worden genegeerd, net als de schade als gevolg van de mijnbouw in Limburg. Die laat de overheid ook links liggen.”