Leendert Klaassen in het centrum van Loppersum. Foto: Peter Wassing
Na negen jaar stopt Leendert Klaassen als Onafhankelijke Raadsman. Hij hielp duizenden inwoners van het aardbevingsgebied met klachten over schade en versterking. Nu draagt hij het stokje over aan de Nationale ombudsman.
Hoe zouden de afgelopen twee roerige weken voor u zijn geweest als u nog in functie was?
,,Niet heel anders dan nu, al zijn er deze dagen wel veel klachten binnengekomen over de subsidieregeling. Het was bijzonder om te zien dat een dag voor het kabinet vertrok, ze nog met het nieuws kwamen van de extra gaswinning. Dat raakt je toch, omdat je weet wat het doet met de geestelijke situatie van mensen. Die dachten dat ze er bijna uit waren en nu begint het weer. De vraag of het ooit een keer ophoudt dringt zich dan op. Dat is bij mij net zo. Ik vond het een heel wonderlijke gang van zaken. Dat is wel een van de redenen waarom ik heb meegelopen met de fakkeltocht. Dit moet niet onweersproken blijven.’’
Wat vond u van de fakkeltocht?
,,Indrukwekkend. Ik vond de opkomst heel groot. Het woord waardig viel, dat vond ik ook. Het was een goede bijeenkomst. Tegelijkertijd hoop ik wel dat het signaal wordt opgepakt waar dat moet. Dat wij er in Groningen met z’n allen zo inzitten, is mooi. Maar het effect moet in Den Haag plaatsvinden. We hebben nu een eigen staatssecretaris op het dossier. Daar wordt het niet minder van. Dat hij het subsidiebudget opgehoogd heeft, is een goed signaal. Ik hoop dat de prioriteit die daaruit bleek ook blijft. Dat we de komende jaren voldoende op de agenda staan van Den Haag om tot een oplossing te komen.’’
Hoe is dat de afgelopen jaren geweest, op de agenda van Den Haag staan?
,,De ene keer was dat wel zo, de andere keer zakte het weer weg. Den Haag heeft het aan het begin overgelaten aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij. De verantwoordelijkheid lag bij de NAM. Ik had me er veel van voorgesteld toen de NAM uit het proces ging. Ik dacht dat het beter zou worden. Dan is de teleurstelling dat dat onvoldoende uitkomt best groot. Ik heb mijn hele leven voor de overheid gewerkt. Ik heb altijd gedacht dat daar dingen goed opgelost zouden moeten kunnen worden. Dat is in dit geval niet gebeurd. De overheid heeft – met de beste bedoelingen – allemaal ingewikkelde structuren ontwikkeld die vooral elkaar bezig hielden. Die hebben uiteindelijk te weinig bijgedragen aan de echte oplossing.’’
U heeft het ook wel het moeras van de aardbevingsbureaucratie genoemd. Bent u er wel eens cynisch van geworden?
,,Niet echt cynisch. Als je cynisch bent, kun je dit werk beter niet doen. Ik was er ook niet heel de dag mee bezig. Als je continu op deze manier tegen de problemen oploopt, dan kan ik me voorstellen dat je er genoeg van krijgt. Maar als ik zie hoe mijn medewerkers het dagelijks werk steeds weer met geduld en doorzettingsvermogen deden, dan is het niet aan mij om cynisch te zijn.’’
Wat was uw motivatie om met dit werk te beginnen?
,,Ik ken de volksaard, de problematiek. Ik had het gevoel: dit past. Het is mijn land hier. Het zijn mijn mensen. Ik ben twintig jaar burgemeester geweest in deze gebieden en woon er zelf ook.’’
Als u terugkijkt op die negen jaar, zijn er in die tijd wel problemen opgelost?
,,Heel veel individuele problemen zijn opgelost. We hebben mensen kunnen helpen in situaties waarin ze vastliepen. Dat is waar het om gaat. Die andere rol, de signalering in de rapporten, is de oogst van wat je dan ziet. Het is bijvangst. Wat voor de individuele mensen gebeurt, komt niet naar buiten. Daar zit voor mij de echte bevrediging.’’
Waarmee kon u de mensen helpen en waarmee niet?
,,Mensen zaten vaak te wachten op bericht van instanties, terwijl die dachten dat de mensen zelf aan zet waren. Dan konden we het proces vlottrekken. Soms ging het ook over burgers die vastliepen in het contact, bijvoorbeeld bij schadeopnames en versterkingsadviezen. Vooral in het begin kwamen de experts binnen en die zouden wel even zeggen hoe het zat. Die mensen wonen al dertig jaar in hun huis of nog langer. Die weten zelf heel goed hoe het zit. Ze willen niet worden toegesproken als amateurs, maar op waarde worden geschat. Ik ben bijna negen jaar Onafhankelijke Raadsman geweest. Dan zie je wel dat vanaf het begin tot nu de opmerkingen van inwoners gaan over communicatie en afhandelingstermijnen. Het is fascinerend dat dat niet beter is geworden. Dat blijft me puzzelen.’’
U schreef in 2017 dat de aandacht voor de medische impact van de problemen bittere noodzaak is. Hoe kwam dat?
,,De psychosociale kant werd steeds duidelijker. Mensen waren er helemaal klaar mee. In diezelfde periode dat wij dit signaleerden, kwam de Rijksuniversiteit Groningen met onderzoeken. Onder de discussies van schade en materieel herstel zit nog een heel ander vraagstuk. Het heeft een enorme impact op mensen. Ze kunnen er echt ziek van worden.’’
Met zulke problemen loopt niet iedereen te koop en dat wordt ook niet zomaar erkend. Hoe werd die boodschap ervaren door de instanties? Werd het meteen aangenomen toen u dat constateerde?
,,In de Tweede Kamer heb ik met enige regelmaat mijn rapportages toegelicht. De Kamerleden uit het Noorden herkenden wat er aan de hand was. Bij de autoriteiten heeft het even geduurd voordat het indaalde. De onderzoeken van de RUG hebben daar behoorlijk bij geholpen. Die toonden wetenschappelijk aan dat het zo was.’’
Is er een moment geweest dat iets u als mens heel erg raakte?
,,Niet een bepaald moment, maar door de jaren heen is wel het gevoel ontstaan dat het probleem niet beter wordt opgelost. Het gevoel van machteloosheid was er wel af en toe.’’
Heeft u altijd vertrouwen gehouden in instanties en uw eigen overheid?
,,Ik heb wel het vertrouwen gehouden dat iedereen uiteindelijk uit was op een oplossing. Mijn teleurstelling zat vooral in het gebrek aan voortgang en aan een succesvolle aanpak.’’
Met wat voor gevoel laat u het los?
,,Ik kan het met een gerust hart overlaten. De drie medewerkers die bij mij de dossiers behandelen zijn overgegaan naar de Nationale ombudsman. De werkwijze wordt voortgezet en er blijft een loket in Groningen. De Nationale ombudsman brengt ook heel krachtige rapportages naar buiten over Groningen. Wij kijken daar op dezelfde manier naar. Dat geeft vertrouwen. Er zit ook een persoonlijke overweging bij. Over een week of twee word ik 72 jaar. Hoe lang had je anders door willen gaan?’’
Heeft u wel eens gedacht: daar komt de Onafhankelijke Raadsman Leendert Klaassen weer aan?
,,Nee. Ik heb in het begin wel gedacht: met welk recht zeg ik dit allemaal? Ben ik wel gelegitimeerd om dit te vinden? Vooral toen ik de eerste rapportages maakte. Wij zeggen dat op basis van signalen die we krijgen. Het is maar de vraag of mensen dat zo beleven. In de praktijk bleek dat alle dingen die we signaleerden tot herkenning leidden.’’
U voelde zich na al die jaren ook ervaren genoeg om te zeggen: ‘Ik kan dit Kafka noemen, want dat is het.’
,,Ja. Dat is ook zo. Het is veel weerbarstiger dan we dachten dat het was. Voor de mensen wordt de impact steeds groter. De echte aanpak is er nog niet. We zoeken allemaal naar het echte omslagpunt. Dat hebben we nog niet gevonden.’’
In uw laatste rapport komt u tot een toch wel sombere conclusie. De bewoner staat nog steeds niet centraal en de ongelijkheid neemt toe, schrijft u. Hoe kijkt u naar de toekomst?
,,Ik vind het zorgelijk dat de ongelijkheid toeneemt. Er ontstaan allerlei verschillende regimes en regelingen. Je moet heel goed uitleggen waarom regels veranderen. Anders krijg je sociale ontwrichting in gemeenschappen. Ik heb het vooral geschreven als een waarschuwing naar de toekomst. We hebben het steeds over de bewoner centraal, maar in de praktijk is dat helemaal niet zo. Daar moet aandacht voor blijven. Het is een signaal naar de opvolgers toe: houd dit in de gaten, want ik denk dat de mensen daar uiteindelijk het meest mee geholpen worden.’’