‘De oorlog is begonnen.’ Inge Nammensma herinnert zich het appje dat haar man Willem stuurde vanuit Oekraïne nog precies. ‘Toen ik dat las, stond ik als aan de grond genageld. Oorlog. Dat is iets wat wij niet kennen.’ Meteen sloeg de paniek toe, vertelt ze. „Welke vormen gaat dit aannemen? Hoe moet het nu? Hij zit daar, wij zijn in Nederland. Hij moet naar huis komen. Nu!”
De van oorsprong Friese Inge (37) en Willem (38) wonen al zes jaar in Oekraïne. Tussen 2010 en 2014 in de westelijke regio van Ternopil; sinds 2020 in Lviv. Willem is directeur ‘aardappels’ bij een groot internationaal landbouwbedrijf. Inge werkt als hormoontherapeut. Hun kinderen Elise (10) en Thijs (5) gaan er naar de basisschool.
Willem Nammensma met zijn kinderen Elise (10) en Thijs (5). Foto: Eigen foto
‘Wat nou als er daadwerkelijk een oorlog uitbreekt?’
Als in januari de oorlogsdreiging begint, peinzen Willem en Inge er niet over te vertrekken, ook al adviseert de Nederlandse ambassade om goed te bedenken of het wel noodzakelijk is om in Oekraïne te blijven. „We dachten dat die noodzaak er echt was. Ons leven is hier, ons huis, ons werk.”
Maar als experts vertellen dat ze een oorlog verwachten, verandert hun beeld. „Wat nou als er daadwerkelijk een oorlog uitbreekt en wij te laat zouden zijn om te vluchten? Dan zadelen we onze kinderen daarmee op. Terwijl ons gezin altijd op nummer een staat.”
Half februari gaat het gezin daarom toch naar familie in Friesland, maar Willem vliegt meteen weer terug. Vanaf haar logeeradres houdt Inge de gebeurtenissen in Oekraïne nauwlettend in de gaten. „Omdat een oorlog uitbleef, zouden de kinderen en ik weer teruggaan naar Oekraïne. Maar precies toen escaleerde de situatie.”
De oorlog is begonnen
Die ochtend appt Willem haar: ‘De oorlog is begonnen’. En meteen daarna belt hij Inge: „Ik heb me nog nooit zo gevoeld als toen. Oorlog! Dat kennen we niet. Ik voelde ook paniek, wilde dat Willem meteen naar huis zou komen.”
Als na een paar dagen blijkt dat Willem alle informatie over de oorlog goed meekrijgt, daalt bij Inge de paniek. „Ik leerde om op Willem te vertrouwen. Zo zijn we de eerste dagen van de oorlog doorgekomen.”
Willem en Inge zien hun woonplaats Lviv langzaam veranderen in een fort. „Overal staan wegblokkades. Dat is een heel rare gewaarwording”, vertelt Inge die de metamorfose meekrijgt via filmpjes en foto’s. Van haar Oekraïense vrienden hoort ze schrijnende verhalen over mannen die moeten vechten en op de vlucht geslagen vrouwen en kinderen.
Gebombardeerd
Veel van Willems mannelijke collega’s blijven ook alleen achter. Zij mogen het land niet uit en zoeken afleiding in het werk. „Natuurlijk is er ook spanning en emoties. Een collega zag vanuit zijn huis hoe een vliegtuigreparatiefabriek werd gebombardeerd. Dan komt de oorlog wel dichtbij.”
Op dag vier van de oorlog krijgt Inge een alarmerend telefoontje van Willem. „Er is geen brood of pasta meer te krijgen, geen vers fruit en groente, geen tandpasta. Kunnen jullie alsjeblieft helpen?” En dus start Inge een inzamelingsactie, samen met haar schoonmoeder, andere familie en vrienden. „Ik dacht: ‘Een vrachtauto volg krijgen, zou mooi zijn.’ Het werden er uiteindelijk dertien.”
Oekraïense vriendinnen vragen Inge eveneens om hulp: „Ze zeiden: ‘Er zitten hier allemaal gevluchte vrouwen met kinderen hier. We hebben geen maandverband, babyvoeding, havermout en boekweit.’ Dat is hartverscheurend. Dan probeer je te doen wat je kunt.”
‘Ze hoorden het luchtalarm afgaan’
Na achttien oorlogsdagen verlaat Willem Oekraïne, om zijn gezin te helpen settelen in Workum, waar ze tijdelijk kunnen wonen in een huis van familie. Om voor Inge te verzorgen, die vorige week haar been brak. En om Thijs en Elise naar hun nieuwe school te brengen.
„In het begin volgden ze nog online les bij hun klas in Oekraïne. Maar ze werden dag in dag uit met de oorlog geconfronteerd. Ze hoorden het luchtalarm afgaan. Dan werd het heel onrustig in de klas. Sommige klasgenootjes moesten huilen. De camera ging dan uit.” Thijs kreeg hier niet zo veel van mee, maar Elise werd er verdrietig van en kon zich niet meer zo goed concentreren, vertelt Inge. „Alles was anders dan voorheen.”
Elise en Thijs. Foto: Eigen foto
Vijftig matrassen
Hoewel het gezin nu dus even herenigd is, wil Willem zo snel mogelijk weer terug naar Lviv. Liefst volgende week al, als de situatie het toelaat, want het aardappelpootseizoen staat voor de deur. Inge begrijpt dat. „We hebben daar een leven opgebouwd. Al onze spullen zijn daar. Dan is het lastig om te zeggen dat je er niets meer mee te maken wil hebben.” Of het hele gezin op termijn ook teruggaat naar Lviv? Inge: „Vooralsnog niet.”
Tot die tijd probeert Inge vanuit Friesland haar Oekraïense vrienden te helpen. ,,Vorige week zijn er weer vier vrachtauto’s vertrokken naar Lviv. Een bedrijf schonk vijftig matrassen. Die zijn hard nodig, omdat de vluchtelingen daar op de grond slapen. Een andere organisatie gaf pallets vol voedingsmiddelen. Het is onvoorstelbaar uit hoeveel hoeken we hulp aangeboden krijgen.”