Extreemrechts partijen zijn zo met een opmars bezig dat ze bij de Europese verkiezingen weleens een kwart van de zetels kunnen halen. Een zorgelijke ontwikkeling, stellen 32 vrouwelijke onderzoekers.
Politicoloog Léonie de Jonge van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) heeft samen met 31 vrouwelijke experts de opkomst van uiterst rechtse partijen binnen de 27 lidstaten van de Europese Unie in kaart gebracht.
De Jonge werd voor het onderzoek benaderd door Apache, een Belgisch nieuwsmedium. Politicologen uit alle lidstaten hebben een grote vragenlijst ingevuld over het politieke klimaat in de landen waar zij expertise over hebben. Daaruit komt naar voren dat uiterst rechtse partijen inderdaad groeien, maar dat er ook sprake is van grote onderlinge verschillen.
Rusland is een twistappel
,,In sommige West-Europese landen overheerst ontkenning van klimaatverandering. In Nederland wil Forum voor Democratie (FVD) bijvoorbeeld stoppen met alle vormen van klimaatbeleid. In Centraal- en Oost-Europa staat dit thema helemaal niet hoog op de agenda. Ze zijn daar simpelweg minder mee bezig. In Hongarije volgen uiterst rechtse partijen doorgaans de wetenschappelijke consensus’’, legt De Jonge uit.
De grootste onderlinge twistappel is de positie tegenover Rusland. ,,Dat zie je in Nederland al op kleine schaal. De PVV ziet Rusland wel als agressor maar zet vraagtekens bij de steun aan Oekraïne. FVD is pro-Russisch. Dat soort verschillen zie je op Europees vlak ook.’’
Neem de rechtse partijen in Finland. ,,Voor de Russische inval in Oekraïne waren uiterste rechtse formaties in Finland nog tamelijk pro-Russisch gestemd, maar de oorlog bracht daar verandering in. In april 2023 stapten de Europarlementsleden van de Finnenpartij over van ID naar ECR, omdat die laatste nadrukkelijker pro-NAVO en anti-Poetin is.’’
Die verschillen maken dat het voor de rechtse partijen mogelijk lastig wordt om samen te werken en dat er, als de partijen inderdaad veel zetels halen tijdens de Europese verkiezingen in juni, alsnog sprake kan zijn van grote verdeeldheid in het Europees Parlement.
‘Rechtse partijen vormen geen homogeen blok’
De resultaten van het onderzoek vormen volgens De Jonge een waardevolle informatiebron over de opkomst van de radicaal en extreemrechtse politieke partijen. ,,Het laat zien waar de accenten liggen én het nuanceert de grote krantenkoppen waarin alleen staat dat de partijen in de lift zitten. Het is geen homogeen blok.’’
Dat extreemrechts oprukt is zorgelijk, volgens de onderzoekers. Zo komen vrouwenrechten onder druk te staan en heeft het gevolgen voor mensen van kleur en andere minderheden.
,,Een concreet voorbeeld is het recht op abortus’’, legt De Jonge uit. ,,In Hongarije heeft minister-president Viktor Orbán een wet ingevoerd waarin staat dat vrouwen eerst naar de hartslag van hun foetus moeten luisteren voordat ze toegang krijgen tot abortuszorg.’’ In Polen is abortus al sinds 1993 verboden, maar in 2021 zijn een aantal uitzonderingen uit de wet geschrapt waardoor de regels nog strenger zijn geworden.
Vrouwelijke deskundigen
Opvallend aan het onderzoek is dat er alleen met vrouwelijke experts is gewerkt. Dat is niet zomaar. De Jonge wilde hiermee in eerste instantie laten zien dat het mogelijk is. ,,Ik hoor nog te vaak dat het moeilijk is om vrouwelijke experts te vinden, maar die zijn er wel degelijk.’’
De onderzoekers willen ook een vuist maken tegen de haatcampagnes van uiterst rechts. Vrouwen – net als mensen van kleur en andere minderheden – die onderzoek doen naar uiterst rechts zijn vaker doelwit van intimidatie en bedreigingen. Om die reden willen ook niet alle betrokken onderzoekers met hun naam genoemd worden in het onderzoek. Ze zijn bang dat het hun onderzoek belemmert en maken zich zorgen over de mogelijke negatieve reacties. ,,We zien dat steeds meer vrouwen daarom de media mijden. Daarmee mis je een belangrijke stem in het publieke debat.’’
En ja, het onderzoek is nog steeds objectief. ,,Deze vrouwen zijn allemaal experts in hun vakgebied. Het werken met vrouwelijke deskundigen was niet de insteek, maar het maakt het project wel uniek.’’ Bovendien, voegt De Jonge toe: ,,Als het alleen mannelijke onderzoekers waren geweest zou dit überhaupt geen punt van discussie zijn.’’