Zabiullah Malilczada (zwart shirt) en zijn vrienden lopen via de Strandweg van de kazerne naar Zoutkamp. Foto: Geert Job Sevink
Bijna vijfhonderd evacués uit Afghanistan blijven nog zeker tot eind november in Zoutkamp. Hoe bevalt het ze na drie weken in de Willem Lodewijk van Nassaukazerne? ,,Everything good here!’’ Maar die muggen zijn een ramp.
Vier jonge gasten hebben geluk. Ze hebben twee kinderfietsen bemachtigd om mee naar het dorp te peddelen. De bagagedragers zijn te laag om op te zitten met hun lange benen. Dus staan er twee achterop terwijl hun maten tegen de wind in trappen. Zo zwoegen ze met zijn vieren over de lange Strandweg richting Zoutkamp.
Zes kilometer lopen naar dorp: ‘Twee uur onderweg voor een pakje sigaretten’
Ze zijn niet de enigen vanmiddag. Veel tijdelijke bewoners van de Willem Lodewijk van Nassaukazerne trekken in groepen naar het dorp. Even eruit, even uit de sleur en uit de krappe kamers. In de kazerne zelf is niks te doen dus de verveling ligt op de loer. Dan is de Zoutkamper haven en de enige supermarkt in de wijde omtrek een aardig verzetje.
Het merendeel gaat te voet want de paar leenfietsen die het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) spontaan van Groningers krijgt aangereikt, zijn in no time weg. Het is wel even een opgave. Naar het dorp is het krap zes kilometer lopen. ,,Je bent zeker een uur onderweg’’, zegt Zabiullah, die met zes vrienden op de Strandweg loopt. ,,En dan moet je nog terug. Voor een pakje sigaretten ben je zo twee uur kwijt.’’
Een kazerne is eigenlijk geen opvangcentrum om lange tijd in te wonen
Dat is, met alle opluchting dat ze Kabul nog op het nippertje hebben kunnen verruilen voor deze veilige plek aan de rand van Nederland, toch wel een puntje van kritiek. Een kazerne is geen opvangcentrum, zegt de jonge Frishta. ,,We zijn voor alles aangewezen op het dorp en het is eigenlijk niet veilig om hier te lopen’’.
Daarvan is ook het COA zelf wel doordrongen. Als Zabiullah en vrienden op de Strandweg de krant te woord staan, stopt een passerende COA-medewerker even zijn auto. ,,Jongens, probeer zo veel mogelijk in de berm te lopen. Er komen hier best veel auto’s langs en niet iedereen is euh..., bereid om even aan de kant te gaan. Op de weg lopen is niet veilig, vooral niet ‘s avonds in het donker.’’
COA kijkt wat er moet gebeuren voor langer verblijf: ‘We gaan nu een andere fase in’
,,We gaan nu een andere fase in’’, zei COA-woordvoerster Jacqueline Engbers daar eerder over in Dagblad van het Noorden. Tot dusver ging alle energie op in het inrichten van de opvang in de kazerne. Voorzieningen leken voor die paar weken niet nodig, maar dat ligt anders nu de opvang toch langer nodig blijft. ,,Langer in Zoutkamp blijven, betekent dat we moeten kijken wat er voor iedereen nodig is om er goed te kunnen verblijven. Dat is voor iedereen even schakelen.’’
Frishta (,,nee, geen achternaam, please’’) is op weg naar Zoutkamp met haar drie zusjes, vader ‘and my broer’. Op zich zijn ze goed te spreken over hun tijdelijk adres, al is er weinig te doen en is het ver lopen naar het dorp. ,,We zijn hier nu twintig dagen en het is amazing’’, vindt Frishta. Dat de opvang niet tot half september in de kazerne blijft, zoals gepland, maar zeker tot eind november, wisten ze nog niet. ,,Als we hier langer blijven moet er wel wat gebeuren want daar is the camp niet op ingericht.’’
‘Er staat hier nog geen pingpongtafel: je raakt snel bored’
Dat zien Zabiullah en zijn vrienden ook. ,,Everything good here’’, zegt er een. ,,Het ontbijt, het eten, de kamers, de omgeving: alles prima. Maar er is niks te doen, er staat nog geen pingpongtafel. Je raakt snel bored.’’ Het zou al helpen als ze een buskaart konden kopen. ,,Dan kunnen we ook eens naar Groningen voor de boodschappen. Maar we weten niet hoe dat regelt en we krijgen ook geen uitleg.’’
De verveling is geen goeie combinatie met hun grote zorgen over het thuisfront. ,,Mijn vriend hier werkte voor de inlichtingendienst van de Afghaanse regering. Die krijgt berichten van familieleden dat de Taliban naar hen zoekt. En dat geldt voor ieder van ons, want thuis in Kabul werkten we allemaal voor de Navo-missie, niet alleen Nederland maar ook Duitsland, Portugal, noem maar op. Wij maken ons zorgen over onze families.’’
‘Veel te weinig wc’s en douches, veel te veel mensen op één kamer’
Bij de Spar-supermarkt in het dorp komen Mortaza en een paar vrienden net naar buiten met hun boodschappen. Zoutkamp blijft wennen. ,,Veel dingen zijn nog niet goed geregeld’’, zegt Mortaza. ,,Er zijn niet genoeg toiletten en douches voor zoveel mensen. En we zitten met te veel mensen op een kamer, soms met twee of drie families samen. Met mijn zuster deel ik ook de kamer met een ander gezin. Zij heeft migraine dus dat is voor haar niet goed.’’
De medische zorg laat ook te wensen over, zegt een van zijn vrienden. ,,Een dokter is er niet, je krijgt alleen een paar paracetamolletjes. Voor alle klachten.’’ Hij laat een foto zien van zijn zoontje, met een sterk gezwollen lip. ,,Dat komt door de mosquito bites. Dat is echt een ramp hier: je wordt lek geprikt door de muggen. Mijn zoontje reageert daar allergisch op. Maar het enige wat we krijgen is een paracetamol.’’