Lars de Jong in zijn boerderij. Foto: DUNCAN WIJTING
Al jaren staat een deel van de imposante Oldambtster boerderijen te verpauperen. Maar tijden kunnen veranderen. De krimp in Oost-Groningen is ten einde, de druk op de woningmarkt is groot. Biedt dat kansen voor de paleizen van de Graanrepubliek, of zijn de problemen met onderhoud, verzakkingen en nieuwe bestemmingen te groot?
,,Kijk, overal zitten gezichtjes.” Lars de Jong staat voor de afgebladderde voorgevel van zijn monumentale boerderij aan het Oldambtmeer in Oostwold en kijkt recht in de ogen van de geschiedenis. Gezichten boven de ramen, boven de balkondeuren, in de sierlijsten, boven de voordeuren.
De boerderij van Lars de Jong. Leegstand, verwaarlozing en onmacht hebben hun verwoestende werk gedaan. Foto: Duncan Wijting
De geschiedenis beschouwt hem, de enthousiaste nieuwe eigenaar, met een neutrale blik. De figuren in zijn gevel kijken emotieloos de wereld in. Al zien ze tegenwoordig water waar ooit boerenland was, de historie blijft onaangetast.
. Foto: DUNCAN WIJTING
Dat geldt niet voor de boerderij. Leegstand, verwaarlozing en onmacht hebben het dak doen lekken, verf doen afbladderen, balken doen rotten. Het verglijden van de tijd is zichtbaar in scheurende plafonds, gaten in vloeren en dichtgetimmerde kozijnen.
‘Waar ben ik aan begonnen?’, heeft Lars de Jong het afgelopen jaar best vaak gedacht, oog in oog met die onverstoorbare gezichtjes.
De boerderij van Lars de Jong zoals zij in 1890 was. Foto: DUNCAN WIJTING
Maar dan vindt hij tijdens het opruimen ineens een foto van de boerderij zoals zij in 1890 was: stralend en net opgeleverd, de kastanjeboom nog een pas geplant sprietje in de strakke slingertuin, de voorname familie Botjes semi-nonchalant maar stiekem apetrots poserend.
Dan weet hij het weer: hij wil deel uitmaken van die geschiedenis. ,,Als je hier je naam aan verbindt doe je dat voor de eeuwigheid.”
Velen zijn gevallen voor de romantiek van de Oldambtster herenboerderijen. Velen hebben zich erop verkeken. Lars de Jong weet donders goed dat je met romantisch enthousiasme geen monumentaal pand overeind houdt. Hij werkt in de bouw en heeft een aardig idee van waar hij aan begint. Het ziet er heftiger uit dan het is, zegt hij, de basis is goed.
Huningaweg 15 in Oostwold. Foto: Duncan Wijting
Wel wacht hem een gigantische bak werk – en dat terwijl hij eigenlijk óók de stad uit wilde om te zeilen op het Oldambtmeer.
De omvang maakt de Oldambtster boerderijen uniek
Boerderijen zoals die van Lars de Jong staan overal in het Oldambt: Oostwold, Finsterwolde, Beerta, Nieuw-Beerta, Scheemda, Drieborg, Oudeschans, Bad-Nieuweschans. Meer dan tweehonderd overgebleven reuzen uit de hoogtijdagen van de Graanrepubliek, toen Gronings graan de hele wereld overging en de rijke boeren paleizen voor zichzelf bouwden met schuren zo groot als Nederland ze nog nooit had gezien. Gemiddeld oppervlakte van een Oldambtster boerderij is 825 vierkante meter.
Soms neemt Lars de Jong de fiets als hij achter in de schuur iets moet ophalen.
Die omvang maakt de Oldambtster boerderijen uniek, en omdat het er zoveel zijn bepalen zij mede het Oldambtster landschap. Die omvang is tegelijkertijd hun grote zwakte. Houd zo’n gigantisch gebouw maar eens overeind. Jaarlijks onderhoud kost al gauw 15 tot 20 duizend euro, het dak vernieuwen vergt al snel een fortuin.
Voor de boeren, niet meer zo puissant rijk als hun voorgangers die de graanpaleizen bouwden, is het onderhoud al een flinke hap uit de bedrijfsvoering. Voor particulieren, die de boerderijen hebben overgenomen of geërfd na het verdwijnen van vele boerenbedrijven door schaalvergroting in de landbouw, is het soms echt niet te dragen.
Gevolg: een deel van de boerderijen staat te verpauperen. Of erger. Rijd bijvoorbeeld over de Hamdijk bij Bad Nieuweschans, of over de Hoofdweg van Nieuw Beerta naar Drieborg, en je ziet naast schitterende monumenten ook bouwvallen met gaten in het dak, volledig ingestorte schuren, complete ruïnes. Rotte kiezen waarvan de meeste Oldambtsters vinden dat ze moeten worden opgeruimd, blijkt uit onderzoek van erfgoedorganisatie Libau.
Er zijn ook mensen die het mooi vinden. Tom Tieman maakte met theatergezelschap Peergroup een luisterwandeling over de Hamdijk, , die komende week in première gaat. Een ode aan het verval, dat de tijd zichtbaar maakt en misschien wel een eerlijker verhaal over het leven vertelt dan de prachtig gerestaureerde boerderijen. Hij stelt de vraag: wat willen we eigenlijk bewaren? En waarom?
De verpaupering van Oldambtster boerderijen speelt al decennia. ,,Het is ongelooflijk complex”, zegt Annemarie de Groot van Libau. ,,En in deze tijd komt alles samen.” Klimaatcrisis, wooncrisis, energiecrisis, coronacrisis, gaswinningscrisis: de Oldambtster boerderijen lijken misschien schimmen uit het verleden, ze staan midden in de moderne tijd.
Of ze die ook gaan overleven, weet niemand.
In oude stijl, maar wel met modern comfort
Aan de Hoofdstraat in Beerta staan de steigers rondom de goed bewaarde boerderij van Bert en Petra de Boer. Het dak is net aangepakt, de aannemer is bezig met twee kinderkamers en een badkamer boven. Alles wordt nieuw, luxe en geïsoleerd.
,,Als je het doet, moet je het goed doen”, vinden Petra en Bert de Boer, eigenaren van een landbouw- en pluimveebedrijf.
Bert en Petra de Boer met vrouw en kinderen in hun boerderij. Foto: Duncan Wijting
Beneden is het voorhuis al helemaal verbouwd. In oude stijl, maar wel met modern comfort: goede isolatie, dubbel glas, zelfs vloerverwarming. Het was vooral Petra, die níet opgroeide op een boerderij, die de modernisering in gang zette. Voor Bert is het bedrijf altijd belangrijker geweest dan het huis.
Zo was het vroeger ook al. Bert de Boer groeide op aan de Huningaweg in Oostwold, op die boerderij die nu van Lars de Jong is. Zijn ouders onderhielden het voorhuis wel, maar minimaal. Wat er aan geld over was ging ‘naar achteren’, naar het boerenbedrijf.
Zijn moeder herinnert zich nog een bijeenkomst waar ze naartoe ging om zich te verzetten tegen de monumentale status die ze aan hun boerderij wilden toekennen. Veel boeren waren daarop tegen: als ze grotere deuren in de schuur nodig hadden voor een nieuwe combine, moest niemand daarbij met regeltjes in de weg gaan zitten. Het bedrijf ging voor.
De Boer verkocht de zaak toen uit de plannen voor Blauwestad bleek dat de helft van zijn land onder water zou worden gezet en verkaste naar Beerta. Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen verdreven hem van zijn land, zoals zijn vader ooit was verdreven door oprukkende industrie bij Delfzijl. De boerderij in Oostwold werd alsnog een Rijksmonument, maar raakte desondanks in verval.
Foto: Duncan Wijting
Het verbaast De Boer niet dat voor sommige particulieren zo’n pand simpelweg niet overeind te houden is. ,,Ik weet wat het kost”, zegt hij met een betekenisvolle glimlach.
Natuurlijk is het zonde, maar hij is niet het type dat wakker ligt van het verval van de boerderij van zijn jeugd. Tijden veranderen nu eenmaal. Waarom zou je vasthouden aan wat is geweest? Zijn leven is hier en nu.
Ze staan voor de identiteit van het Oldambt
Is het erg als de Oldambtster boerderijen verdwijnen? Ze zijn onhandig groot, hebben hun functie verloren, staan op een instabiele bodem in een gebied waar het geld niet tegen de plinten klotst. Waarom zou je ze niet slopen, zoals de herenboeren ooit de kleinere boerderijen platgooiden om plaats te maken voor de imponerende graanreuzen? Waarom zou je er geen praktische, energie-neutrale woningen en bedrijfspanden voor terug bouwen en vooruitkijken in plaats van achterom?
,,Zonder het erfgoed is het Oldambt het Oldambt niet meer”, zegt Hugo Dokter van het Groninger Landschap. ,,De schaal van deze boerderijen is uniek, ze vertellen het verhaal van de Graanrepubliek. Ze maken mede het landschap. Het is van groot belang om ze te behouden.”
,,Ze zijn héél belangrijk voor ons”, zegt wethouder Jurrie Nieboer van de gemeente Oldambt. ,,Het liefst zouden we ze allemaal restaureren, maar dat is onbetaalbaar.”
,,Ze staan voor de identiteit van het Oldambt”, zegt Annemarie de Groot. ,,Als er één verdwijnt is dat nog niet zo erg. Twee ook niet. Bij vier ga je het voelen. Als het echt een groot aantal wordt dan verlies je het gevoel, de identiteit, de geschiedenis.”
Het is vanwege de cultuur-historische waarde die wij als maatschappij aan deze boerderijen toekennen dat we ze willen behouden. Het zijn de particuliere eigenaren die het onderhoud moeten dragen. Daarbij worden ze weliswaar geholpen door subsidies, zeker als de boerderij is aangewezen als monument, maar aanvragen zijn vaak ingewikkeld en verbonden aan voorwaarden. Bovendien moet je altijd nog een deel van zélf ophoesten.
Een nieuwe fundering kost anderhalf miljoen euro
,,We hebben iedereen hier aan tafel gehad. ‘O wat erg!’, zeggen ze dan. Maar niemand is verantwoordelijk.”
Akkerbouwer Boelo ten Have zit aan de keukentafel in zijn monumentale boerderij op prachtlocatie net buiten Drieborg. Een paradijs was het. Voor zijn voorouders die hier hun pronkstuk bouwden, voor hemzelf en zijn vriendin Annemarie Nijhoff die samen vol goeie moed waren begonnen aan het opknappen van de boerderij, met als doel hem zo veel mogelijk terug te brengen in oude staat. Ze waren verzot op de vrijheid van het Oldambt.
Totdat de grond een jaar of tien geleden zozeer begon te zakken dat de scheuren kwamen. Onder de klei zitten veenlagen, die klinken in. ,,Of het komt door gaswinning, door de waterhuishouding, zeg het maar. Alles gaat kapot. Kozijnen passen niet meer, deuren kunnen niet dicht, het tocht overal, we stoken ons blauw.”
Boelo ten Have bij zijn boerderij in Drieborg. Foto: Duncan Wijting
Ze zitten vast. ,,In vrijheid gevangen”, zegt Ten Have. Een nieuwe fundering voor de boerderij kost anderhalf miljoen euro. Al die mensen die hier aan tafel zaten, van de burgemeester tot het Instituut Mijnbouwschade Groningen, kunnen of willen niet helpen. Zelfs een sloopvergunning krijgen ze niet, want de boerderij is een Rijksmonument.
,,Als dit alleen mijn huis was, zou ik allang weg zijn”, zegt Ten Have. ,,Maar het is ook mijn bedrijf, mijn bestaan. We zijn er nu wel een beetje moedeloos van. Ten Have, voorzitter van de Boerderijenstichting Groningen, schat in dat ongeveer een kwart van de Oldambtster boerderijen te maken heeft met dit soort ernstige verzakkingen.
Het heeft te maken met gaswinning, met zoutwinning, met de waterstand die voor de boeren laag is gehouden, de droogte van de vorige twee jaar. Grote ontwikkelingen die je niet op het bord van de particuliere eigenaar kan leggen, vindt Annemarie de Groot. ,,De overheid zou met een bredere blik naar dit gebied moeten kijken. Beschouw alles tezamen in plaats van te kijken naar welk scheurtje precies waardoor is veroorzaakt.”
In de problematiek van de boerderijen komt veel bij elkaar. Asbestdak vervangen? Verduurzaming? Doe het maar eens. Toch stelt de maatschappij eisen. Zo wordt een probleem dat al zeker dertig jaar speelt er niet eenvoudiger op.
Gelukkig is er wel een lichtpuntje.
‘Heb vertrouwen in mensen en geef ze de vrijheid’
Twee jaar gelden werd Boelo ten Have nog uitgelachen toen hij suggereerde dat er ooit wel weer een tijd zou komen dat mensen op het platteland willen wonen.
Onzin, was de gedachte, die boerderijen raak je nooit meer kwijt. Onverkoopbaar.
En nu? ,,Alles wordt verkocht, zelfs de grootste ruïnes”, zegt Ten Have. ,,Dat is een geschenk. Mensen willen weer investeren in Oldambtster boerderijen. Ik zou zeggen: koester dat enthousiasme. Kom niet aan met een opgeheven vingertje over wat wel moet en niet mag. Heb vertrouwen in mensen en geef ze de vrijheid.”
Op de Oost-Groninger woningmarkt keert het tij. De krimp in het gebied maakte het vinden van nieuwe bestemmingen voor de boerderijen decennialang heel moeilijk. Sinds kort is er hernieuwde interesse voor wonen en werken in de regio, en daarmee ook weer voor de oude boerderijen.
Laatst nog, vertelt makelaar Harm Smit uit Zuidbroek, is er eentje verkocht in Beerta. ,,Die schuur was echt heel slecht, toch heeft iemand gemeend er dik twee ton voor te moeten betalen.”
De vastgoedmarkt is drie keer zo gek als Smit het op zijn gekst heeft meegemaakt. Als makelaar is er ‘niks an’, maar voor de Oldambtster boerderijen kan het een zegen zijn. Al blijft het risico bestaan dat ook deze nieuwe eigenaren de hoge kosten van renovatie en onderhoud onderschatten.
,,Toch is dit wel een ander type koper dan voorheen. Vroeger kostte zo’n boerderij echt niks. Kwam er een kunstenaar in die een romantisch bestaan leidde totdat de boel inzakte. Nu betaal je wel een ton of drie, dan willen mensen het ook wel netjes houden.”
Je moet het aandurven zo’n boerderij, zegt Smit. ,,Als je het type bent dat om half vijf ‘s middags met pilsje op de bank wil zitten, zoals de gemiddelde Nederlander, dan red je het niet.”
Die eerste weken hebben we alleen maar truien gekocht
,,Er zijn tijden geweest waarin ik me afvroeg: hoe ga ik dit gezin nog voeden?”
Annemarie Hoebert stapte met haar man Peter zeven jaar geleden in het avontuur. Ze kochten een leegstaande boerderij in Drieborg en verhuisden met drie dochters vanuit Dordrecht naar wat door de ijzige wind ook wel ‘Klein-Rusland’ wordt genoemd. ,,Die eerste weken hebben we alleen maar truien gekocht. En meteen bomen geplant, als windbrekers.”
Annemarie en Peter Hoebert. Foto: Duncan Wijting
Het waren zware jaren, en ze zijn er nog lang niet. ,,Toch ben ik blij dat ik het heb meegemaakt. Je weet dat leeft, je wordt er sterk van. Ik ben niet meer bang. Nou ja, alleen nog als het héél hard waait.
Ze heeft muren zien instorten. ,,Je moet hier wel engeltjes op je schouders hebben.”
Al sinds haar vierde weet Hoebert dat ze op een boerderij wil wonen. Met een paard. ,,Als het je droom is, geeft dat je vleugels. Peter zegt altijd: je moet de boerderij niet bevechten, je moet meeveren. We weten nu dat je niet te veel vooruit moet kijken, naar alles wat er nog moet gebeuren, maar juist achterom, naar wat je allemaal al hebt gedaan.”
Zo’n 60 tot 70 procent van de kopers van boerderijen in Oost-Groningen komt uit het westen van het land, aldus makelaar Harm Smit. ,,Zes jaar geleden wilde geen Hollander naar Groningen. Nu staan ze in de rij voor de rust en de ruimte.”
De familie Van Eck. Foto: Duncan Wijting
Ook Rob van Eck uit De Bilt had nooit verwacht dat hij Groningen zou belanden. In de zoektocht naar een boerderij om een en edelsmederij in te beginnen sloeg hij met zijn vrouw en zoon de provincie met het slechte imago steevast over. ,,En naar die enorme joekels hier keken we al helemaal niet.”
Maar elders was het duur, of waren de regels streng, Groningen bleek eigenlijk hartstikke mooi en de aannemer zei dat je prima toeristische kamers kon bouwen ín die schuur. Dus kochten ze een boerderij in Beerta.
Dat viel niet mee. Het achterstallig onderhoud bleek ernstiger dan gedacht. De coronacrisis hakte erin, de kosten voor bouwmaterialen stegen hard. Toch is het gelukt. B&B De Oldambtster zat vrijwel de hele zomer vol, de eerste workshops in de edelsmederij zijn gestart. Aan de boerderij moet nog wel het een en ander gebeuren, daarvoor zullen ze eerst weer moeten sparen.
,,Ik heb geen spijt”, zegt Van Eck, om zich heen kijkend naar wat ze allemaal hebben opgebouwd. ,,Maar ik zou het niet nog een keer doen.”
De markt alleen zal de boerderijen niet redden
Annemarie de Groot van Libau is heel blij dat het Oldambt uit de krimp is. Het brengt meer levendigheid, trekt bedrijven aan, maakt nieuwe bestemmingen voor de boerderijen mogelijk. In zo’n schuur is ruimte zat voor meerdere appartementen, maar daar waren de krimpgemeentes altijd huiverig voor. ,,Misschien wordt dat anders.”
Toch blijft het altijd de vraag hoeveel appartementen je vol krijgt in het buitengebied, net zoals er een grens zit aan het aantal B&B’s, galeries en podia. En of je met een caravanstalling genoeg verdient om het onderhoud te betalen?
De markt alleen zal de toekomst van de Oldambtster boerderijen niet redden. Dat weet ook de gemeente Oldambt, die het probleem wel ziet maar geen geld heeft om iets te doen. Vorige zomer lanceerde de gemeente het plan voor een ‘toekomstvisie boerderijen’, maar die heeft vanwege ‘ernstige capaciteitsproblemen’ een jaar stil gelegen.
,,Dit najaar pakken we die visie samen met Libau weer op”, zegt wethouder Jurrie Nieboer. ,,En we zijn aan het kijken of we iets kunnen met geld uit het Nationaal Programma Groningen.”
Uit die toekomstvisie moet onder meer een Boerderijenloket voortkomen, waar eigenaren terecht kunnen voor informatie over subsidies, potjes, vergunningen, bouwkundig advies, mogelijke bestemmingen, ervaringen van anderen. ,,Zodat eigenaren er in ieder geval niet meer alleen in staan”, zegt Annemarie de Groot.
Natuurlijk is meer nodig dan dat. De overheid zou verantwoordelijkheid moeten nemen, vindt De Groot. Even leek daarin beweging te komen. ,,We hebben bij elkaar gezeten: Rijk, provincie, gemeentes, Libau, NCG, waterschappen. Met de vraag: hoe gaan we hier als overheden mee om? Toen kwam corona en daarna heb ik er niets meer van gehoord.”
Het is kostbare tijd. Boelo ten Have ondervindt het elke dag aan den lijve. In de groeiende scheuren, het barstende stucwerk, de klemmende deuren. ,,Libau doet zijn best”, zegt hij. ,,Maar terwijl zij praten, wordt het wel elke maand erger.”
Er zullen straks pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden
Hoe meer boerderijen vervallen raken, hoe duurder het wordt om ze te herstellen. Voor een structurele oplossing zullen straks pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. Welk pand is nog goed genoeg om in te investeren, welke is rijp voor de sloop?
Of laat je de Oldambtster boerderijen langzaam verworden tot ruïnes, de staat waarin Tom Tieman van Peergroup ze juist zo mooi vindt? Dan zijn ze geen monumenten meer van de hoogtijdagen van de rijken, maar monumenten van de tijd en van alles wat juist níet lukt in het leven. Is dat eigenlijk niet net zo waardevol?
,,Ruïnes zijn mooi”, zegt Lars de Jong van de monumentale boerderij aan het Oldambtmeer in Oostwold. In Nederland zijn er niet veel, en mensen houden ervan. ,,Mijn vrienden vinden de afgebladderde verf op mijn gevel ook prachtig. ‘Dat laat je toch wel zitten hè?’, vragen ze.”
Hij kijkt omhoog naar de plek bovenin zijn gevel waar ooit beelden zaten. Op die oude foto kun je ze nog zien zitten, maar de tijd heeft ze doen afbrokkelen. ,,Weet je wat het probleem is met ruïnes”, zegt hij. ,,Als je er niets aan doet storten die ook in.”