Duurzaam landbouwen, én daar een goede boterham aan verdienen? Op de Boerderij van de Toekomst weten ze zeker dat het kan (en dat wordt ook in Drenthe en Friesland onderzocht)
Wijnand Sukkel staat aan het hoofd van de Boerderij van de Toekomst, een onderzoeksproject van Wageningen University & Research. Foto: Marco Keyzer
Hoe graag ze ook wil: de agrarische sector kan simpelweg niet op de huidige voet doorgaan. Op de Boerderij van de Toekomst van Wageningen University & Research (WUR) wordt gewerkt aan duurzame landbouw waar de boer níét financieel op achteruitgaat.
Op een paadje ergens in de Flevopolder staat onderzoeker Wijnand Sukkel letterlijk tussen het verleden en de toekomst in. De akker links van hem staat rijendik vol met graan, tienduizenden identieke halmen zover het oog reikt. Kijk je de andere kant op, rechts van Sukkel, dan zie je een akker waar peen en ui gebroederlijk naast elkaar staan, net als veldboon en aardappel, tarwe en grasklaver.
,,Daar moet het meer naartoe’’, knikt Sukkel naar het veld met de verschillende gewassen. En met een blik op het eentonige graanveld: ,,Want zo kan het niet blijven.’’
Schaalvergroting, monocultuur en grote machines
Dit is het derde jaar van het onderzoeksproject Boerderij van de Toekomst, waar Sukkel de geestelijk vader van is. Op de proeflocatie van Wageningen University & Research bij Lelystad experimenteren Sukkel en zijn collega’s met allerlei innovaties om de landbouw duurzamer te maken. Zoals strokenteelt: een akker van 20 hectare is verdeeld in smalle banen waar om beurten verschillende gewassen staan.
Zo zien gewone boerenakkers er niet uit. De afgelopen decennia zijn twee ontwikkelingen van groot belang geweest voor de landbouw: schaalvergroting en specialisatie.
Boeren beplantten steeds grotere oppervlakten met hetzelfde gewas. Om die grote oppervlakten met een hoge capaciteit en weinig arbeid te kunnen beheren, waren steeds grotere, gespecialiseerde machines nodig. Maar om die dure machines weer rendabel te maken, moet een boer zich nog verder specialiseren en nóg meer oppervlakte hebben. ,,Zo kom je dus in een soort tredmolen terecht.’’
Innovatief? Efficiëntieverhogend en kostenverlagend? Zeker, en de Nederlandse landbouw heeft er lang profijt van gehad. Maar er liggen bedreigingen op de loer.
Pleister op de status quo is niet genoeg
,,De grote oppervlakten monocultuur betekent verlies van biodiversiteit, en gewassen die gevoeliger zijn voor ziekten en plagen. Die weer onder controle gehouden moeten worden met gewasbeschermingsmiddelen. Voor het gebruik van deze middelen is steeds minder maatschappelijk draagvlak en er worden ook minder middelen toegelaten om te gebruiken’’, somt Sukkel op. Maar een nog groter probleem is klimaatverandering. ,,Daar hebben de boeren nu al last van. Het wordt vaker extreem droog of nat.’’
Dat is extra vervelend omdat de landbouwbodems steeds meer verdicht raken door de zware machines die eroverheen rijden. ,,Onder de bovenste laag losse grond, de bouwvoor, zit een laag die verdicht is en waar water en plantenwortels moeilijk doorheen kunnen’’, legt Sukkel uit. Bij hevige regen kan het water moeilijker de grond en spoelt veel meer af naar de sloten. En omdat gewassen door de bodemverdichting niet diep kunnen wortelen, komen ze ook sneller in moeilijkheden als er even géén regen valt.
Wil je die problemen echt oplossen, dan volstaat het niet om een spreekwoordelijke pleister op de status quo te plakken en gewoon op de oude voet verder te gaan, zag Sukkel. Samen met een groep boeren en onderzoekers bedacht hij de Boerderij van de Toekomst. Een akkerbouwbedrijf waar in potentie de biodiversiteit vier keer hoger ligt en het gebruik van bestrijdingsmiddelen 90 procent lager, dat minder gevoelig is voor klimaatverandering, en waar geen fossiele brandstof of extern water wordt gebruikt. Allemaal zonder in te leveren op de gewasopbrengst.
Hierboven staat expres ‘een akkerbouwbedrijf’ en niet ‘hét akkerbouwbedrijf’. ,,Wat we hier doen, is niet bedoeld als blauwdruk die iedereen moet volgen’’, zegt Sukkel. ,,Maar als manier van denken en om te inspireren.’’
Goed huis voor torren, lieveheersbeestjes en akkervogels
Met dat inspireren zit het wel goed; Sukkel krijgt aan de lopende band boerengroepen, natuurorganisaties, ambtenaren, pers en politici op bezoek. Die neemt hij dan mee naar zijn akker vol stroken, om ter plekke geduldig als een schoolmeester uit te leggen wat het bezoek hier precies ziet gebeuren en waarom dat zo’n goede zaak is.
,,Kijk, we hebben de gerst net geoogst’’, wijst hij naar een kaalgemaaide baan. ,,Maar we zorgen dat de akker nooit helemaal kaal is. Da’s belangrijk voor de spinnen en de torren. Je moet je voorstellen: als de hele akker in één keer leeg is, kunnen zij er niet meer wonen.’’ Nu is het een kwestie van een strookje opschuiven, waar de veldbonen nog volop groene beschutting bieden.
Behalve spinnen en torren stikt de akker ook van de lieveheersbeestjes, die plaagdieren zoals veldluizen opeten. Doordat de diverse akker een goed huis is voor insecten, vinden akkervogels als de veldleeuwerik en de gele kwikstaart er ook volop te eten. Bovendien biedt strokenteelt een soort ingebouwde bescherming tegen ziektes.
Wijnand Sukkel. Foto: Marco Keyzer
Sukkel pakt een veldbonenstaak tussen zijn vingers. De bladeren zijn bruinig verkleurd. ,,Hier zit chocoladevlekkenziekte in, zie je? Maar die kan zich maar heel beperkt verspreiden.’’ De eerstvolgende strook veldbonen is meters van deze verwijderd. ,,Vergelijk het maar met in coronatijd: door de afstand raken de andere planten minder snel besmet.’’
Aan weerszijden van iedere strook lopen smalle spoortjes. ,,Dat zijn rijpaden’’, legt Sukkel uit. ,,Onze machines rijden alleen met hun wielen in die sporen, nergens anders.’’ Zo wordt bodemverdichting voorkomen.
Boerderijen van de Toekomst in Kollumerwaard en Valthermond
Niet alle landbouwers staan even positief tegenover de Boerderij van de Toekomst. ,,Sommigen roepen direct: dat kan allemaal niet.’’ Inderdaad is het voor een akkerbouwer niet te doen om van de ene op de andere dag z’n land in smalle stroken te verdelen; daar zijn met name de machines niet op berekend. De WUR werkt aan robots die wel geschikt zijn voor strokenteelt.
Er zijn ook boeren genoeg die nieuwsgierig zijn naar Sukkels onderzoek, en graag mee willen werken. Op verschillende plekken in Nederland liggen plannen voor nieuwe vestigingen van de Boerderij van de Toekomst, onder meer in de Kollumerwaard in Friesland en in Valthermond in Drenthe. Het ontwerp is klaar; het wachten is op financiering van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
,,De grondsoorten en bedrijfstakken kunnen heel verschillend zijn, maar de uitdagingen voor de toekomst zijn voor elke regio ongeveer hetzelfde’’, zegt Sukkel. Zo hebben ze in de Veenkoloniën te maken met hoogteverschillen, waardoor sommige stukken land te snel nat worden en andere te snel verdrogen. ,,Daar gaan ze onderzoeken of de lagergelegen delen waterreservoirs kunnen worden. Zo krijg je een hoger waterpeil en heb je minder last van droogte op de hoge stukken.’’
Overigens kan het Boerderij van de Toekomst-concept ook op een veehouderij; daar wordt in Twente en de Achterhoek aan gewerkt. ,,Natuurlijk moeten we op de lange termijn minder dieren eten en meer plantaardig’’, zegt Sukkel. ,,Tegelijk: op sommige plekken is akkerbouw gewoon geen optie. Dieren kunnen een belangrijke rol spelen in de kringlooplandbouw - denk aan varkens, die restproducten opeten. Het punt is dat we op dit moment te veel vee hebben in Nederland, dat we geïmporteerd voer te eten geven in plaats van producten van eigen grond. Dan krijg je een mestoverschot.’’
Geloof het of niet: Wijnand Sukkel is, al met al, best optimistisch over de toekomst van de landbouw in Nederland. ,,Over het algemeen is de Nederlandse boer een innovatief vakman, met veel kennis. Let wel, wat we hier doen is allemaal niet voor vandaag of morgen. En ik zeg niet dat de overgang makkelijk wordt. Maar doorgaan op de oude voet, dat kán niet.