Je hebt vanaf zondag geen sneltest meer nodig als je over de grens boodschappen wil doen of wil tanken. Duitsland haalt 'coronamuur' voor Nederland neer

Dat heeft het Robert Koch Instituut, de Duitse evenknie van het RIVM, vrijdag bekendgemaakt. Nederland wordt nu, net als de meeste Europese landen, als ‘gewoon’ risicogebied beschouwd. Ons land had vanaf 6 april in Duitse ogen de status van hoog risico.

Dit hield in dat Nederlanders bij het passeren van de grens een sneltest op zak moesten hebben. Die mocht niet ouder zijn dan 72 uur. In de praktijk betekende dit dat grenswerkers zich twee keer per week moesten laten testen bij speciaal opgezette testcentra in Nederland. Dat is vanaf zondag niet meer nodig.

Een test is wel nog verplicht indien men langer dan 48 uur in Duitsland verblijft. Mensen die volledig gevaccineerd zijn en hun laatste prik minimaal twee weken geleden hebben gehad, hebben sowieso vrij toegang. Ze moeten dan volgens de officiële regels wel een vaccinatiebewijs (geel boekje of registratiekaart) kunnen laten zien in het Duits, Engels, Frans, Spaans of Italiaans.

Het Robert Koch Instituut beschouwt landen die wekelijks meer dan 200 besmettingen per 100.000 inwoners noteren als hoogrisicogebied. Bij de laatste weekrapportage van het RIVM (gepubliceerd op 25 mei) bleek Nederland voor het eerst onder die grens gezakt: 147 besmettingen per 100.000 inwoners.

Duitsland heeft daarom besloten om Nederland op de coronakaart af te schalen. De onderzoekers van het instituut hebben daarbij ook laten meewegen hoe ons land de coronacrisis aanpakt. De nieuwe status van risicogebied – en dus de nieuwe regels - geldt vanaf zondag.

De Duitse maatregelen leidden de afgelopen weken tot veel onvrede en frustratie bij bewoners van het grensgebied. Zo werden in grensplaatsen onder de bevolking meerdere appgroepen opgezet om elkaar bij controles te waarschuwen. Ook was er aanvankelijk onbegrip over de hoge kosten voor sneltesten. Enkele weken geleden werden die alsnog gratis.