Clockstede in Nieuwe Pekela is vanaf deze week voor een jaar een uitwijklocatie waar asielzoekers die (mogelijk) besmet zijn met corona in quarantaine gaan. Magreet Meijer van het COA verwacht niet dat het maximaal aantal van 120 bewoners wordt gehaald. Foto: Huisman Media
Asielzoekers die mogelijk besmet zijn met corona, worden vanaf deze week naar Nieuwe Pekela gebracht om daar in quarantaine te gaan. Maandag werd de laatste hand gelegd aan de verbouwing van het oude zorgcentrum Clockstede aan de Prunuslaan.
Een klusbusje rijdt maandag door de ‘poort’ van het terrein aan de Prunuslaan. Het COA plaatste hekken om het voormalige verzorgingshuis Clockstede om te voorkomen dat asielzoekers Nieuwe Pekela inlopen. Zoals de beveiligingscamera’s op de hoeken en op de gevels een oogje houden op de tijdelijke gasten.
Asielzoekers die sinds maandag in Clockstede worden opgevangen zijn besmet, of mogelijk besmet met corona en moeten daarom in quarantaine. Het is het tweede ‘coronahotel’ in Groningen. In Haren staat ook een quarantainelocatie.
Maximaal 120 ‘bewoners’
Het tijdelijke azc zal een jaar open zijn. Er is plek voor ongeveer 120 mensen uit de drie noordelijke provincies. Dat kunnen ook vluchtelingen zijn die bij het aanmeldcentrum in Ter Apel positief testen. Dus ook veiligelanders: het COA mag geen onderscheid maken.
,,Het is onwaarschijnlijk dat er in de praktijk zoveel mensen tegelijk zijn’’, zegt Magreet Meijer van het COA. De bewoners worden zoveel mogelijk bij elkaar geplaatst afhankelijk van hoelang ze in quarantaine moeten. Bij iedere wisseling van bewonersgroep worden de kamers gelucht en grondig schoongemaakt.
Een speciale taxi brengt asielzoekers naar de locatie en zet ze pal voor de deur, binnen de hekken, af. Daarbinnen moeten ze ook blijven zolang ze in het dorp zijn. De meeste van hen zullen er zo’n acht dagen moeten zitten, zegt Meijer. Overdag zijn er drie beveiligers, ‘s avonds vijf.
Magreet Meijer van het COA laat de omkleedruimte zien op de quarantainelocatie in nieuwe Pekela. Medewerkers van COA kleden zich hier om als ze buiten de groene zone in het azc gaan. Foto: Huisman Media
Zodra de eerste asielzoekers de drempel overstappen zijn er drie ‘zones’. De groene zone aan de achterzijde is voor medewerkers, via hier wordt het gebouw ook bevoorraad. In een speciaal hok kunnen zij beschermende kleding aantrekken. In een ander hok kunnen ze die weer uitdoen. Alles gebeurt om het risico op besmetting te verminderen. ,,Het moet zo veilig mogelijk zijn.’’
Op de rest van de begane vloer is de tweede zone. Dit is de quarantaine-locatie. Hier mogen mensen komen die mogelijk besmet zijn met corona. Zij kunnen aan de voorkant van het pand, waar ze ook met de taxi aankomen, een luchtje scheppen of met hun kinderen spelen.
Asielzoekers van wie is vastgesteld dat ze echt corona hebben, verblijven op de bovenste verdieping. Zij kunnen naar buiten aan de Meidoornstraat, daar is met hekken een veldje gemaakt. Ook hier hangen camera’s.
‘Functionele’ kamers
De rest van de tijd zullen de gasten op hun kamers zijn. Het is er warm, maar verder sober (functioneel, in de woorden van COA). Een paar stapelbedden met daarop een pakketje wegwerpdekens, een tafeltje en een tv is waar ze het mee moeten doen. Het is lastig om veel spullen aan te bieden voor tijdverdrijf, zegt Meijer. ,,In Haren hebben we het wel geprobeerd met bijvoorbeeld een PlayStation, maar je moet alles ook weer schoonmaken na gebruik. Je wilt geen kans op besmetting.’’
Asielzoekers krijgen een welkomstpakketje met stroopwafels, wat kaarten en voor kinderen kleurpotloden. Verder zullen ze zichzelf moeten vermaken. ,,Bijvoorbeeld met extra taallessen. En wifi is natuurlijk ook erg belangrijk voor ze.’’
Het is niet onmogelijk dat asielzoekers toch aan de wandel gaan, weet COA-woordvoerder Alet Bouwmeester. Toch verwachten ze dat het niet schering en inslag zal blijken. ,,Ze weten dondersgoed waarom ze hier zijn.’’ Ook de gemeente maakt zich geen zorgen. Wethouder Hennie Hemmes (SP): ,,Er zijn goede afspraken gemaakt met het COA en de politie. Als die niet blijken te werken, moeten we opnieuw in gesprek. Ik verwacht niet dat het zover zal komen.’’