Kinderen van asielzoekers doen een poging tot vliegeren op het terrein van de noodopvang aan de rand van Groningen. Foto: Nienke Maat
Privacy, warmte en veiligheid zijn er ver te zoeken. Daarom stelden Vluchtelingenwerk en Het Rode Kruis begin december dat tijdelijke noodopvanglocaties voor asielzoekers dicht moeten. Hoe is het nu bij de noodopvang tussen Groningen en Meerstad?
Het is waterkoud, deze tweede zaterdag van januari. De wind jaagt over de parkeerplaats van P+R Meerstad aan de Driebondsweg in Groningen; elk moment lijkt er een striemende regenbui los te barsten. Op de parkeerplaats Meerstad loopt een jong stel, millennials. Beiden winters ingepakt, wollen mutsen op. Ze komen uit Jemen en ze zeggen met een vrolijk gezicht dat ze tevreden zijn met hun plek in Nederland en dat de Groningers zijn. Vriendelijk.
Iets verderop stopt een auto. Een Turkse man, met een dienblad vol kleine hapjes, stapt uit. Hij haast zich de festivalbrug over te steken naar de plek waar hij sinds kort woont: een grijs gebouw dat dienst doet als noodopvang voor asielzoekers.
Of gebouw? Het is de XL-Testlocatie die afgelopen zomer uit de grond is gestampt en die de overheid elke maand 300.000 tot 350.000 euro kost aan onder andere de locatie, elektriciteit en water. Er zijn precies nul coronatesten afgenomen.
‘Onmenselijk onderkomen’
In oktober werd bekend dat er tijdelijk asielzoekers in kwamen, omdat het aanmeldcentrum in Ter Apel overvol zat. In allerijl werd de testlocatie omgebouwd tot noodopvang, maar begin december trokken Vluchtelingenwerk Nederland en Het Rode Kruis aan de bel. Dit was geen plek om te wonen. Dit kon zo niet.
Bewoners van de voormalige testlocatie lieten aan de NOS weten dat ze zich er geen mensen voelden. Het zou er in de open ruimtes zonder plafonds ontbreken aan privacy, veiligheid en warmte.
Vliegeren
Nu, een maand nadat de noodopvang stevig werd bekritiseerd, trotseren vijf kinderen de januarikou. Ze proberen een vlieger de lucht in te krijgen, naast de opvanglocatie.
De beveiliger stapt naar buiten. Hij sommeert onaangekondigd bezoek het terrein te verlaten. De festivalbrug over de Driebondsweg was al verboden toegang, zegt hij erachteraan.
Het onaangekondigde bezoek (de fotograaf en ik) maken rechtsomkeert. Op de festivalbrug richting de warme auto krijgen we een idee. Misschien willen de millennials uit Jemen een lift?
Dat willen ze. Zij (25) spreekt goed Engels. Hij (29) is stiller.
Asielboot Bellissima
Ze zijn lopend op weg naar een plek 5 kilometer verderop, eveneens aan de rand van Groningen. Ze nemen op aanraden van het COA een kijkje op de Gideonweg waar in het Oude Winschoterdiep een slaapboot voor asielzoekers ligt. Op de boot zijn tweepersoonskamers. Dat lijkt ze wel wat. Nu slapen ze gescheiden van elkaar, op achtpersoons kamers, zonder deuren. ,,Niemand weet waarom er geen deuren zijn’’, zegt zij.
Op de asielboot zijn tweepersoonskamers in plaats van achtpersoonsruimtes zonder plafonds en deuren. Foto: Nienke Maat
Ze zeggen dat de omstandigheden in de noodopvang bij Meerstad iets verbeterd zijn vergeleken met een maand geleden. Het is er warmer dan toen, maar het water is nog steeds koud, op dat van de douches na.
Bij de Gideonweg stappen ze uit. De asielboot, een voormalige riviercruiseschip, blijkt Bellissima te heten, mooi in het Italiaans. Ze denken vijf minuutjes nodig te hebben om te zien hoe hun mogelijk nieuwe verblijf eruit ziet, maar ze zijn binnen enkele seconden terug. Ze kunnen er helemaal geen kijkje nemen, hebben ze te horen gekregen. Dat moet via een officiële aanvraag.
Weg uit Jemen
Ze gaan weer in de auto zitten. Het regent intussen.
Zij studeerde ooit Chinese talen in China. Hij werkte in Saoedi-Arabië. Ze waren niet van plan om naar Nederland te vluchten, ze hadden geen plan, ze moesten alleen weg voor de oorlog, het geweld en de honger in Jemen. De route van hun vlucht kunnen ze niet navertellen, wel dat ze niets bij zich hadden.
Nu helpen ze elkaar de Nederlandse taal te leren.
Ze gaan vanaf de asielboot niet meteen terug naar The Camp, zoals zij de noodopvang alias testlocatie noemen. Ze rijden mee naar de binnenstad. Als ze uitstappen, wandelen ze hand in hand richting de Vismarkt om verse groentes te kopen. Daarna wacht de terugweg van bijna een uur lopen naar The Camp.