In de Eemsdeltahal werd het Grenzeloos Circulair 2023 Stakeholders Event gehouden. Foto: Anjo de Haan
Krijgt Groningen een circulaire geldinjectie of niet? Een nieuw rapport moet bestuurders van het Nationaal Programma Groningen helpen om te beslissen of ze miljoenen moeten investeren in het circulair maken van Groningse bedrijven.
Het rapport ‘de circulaire economie van Groningen’ werd daarom dinsdag overhandigd in de Eemsdeltahal in Delfzijl tijdens het evenement Grenzeloos Circulair.
Investeringen maken Groningen toekomstbestendig en zorgen ervoor dat banen in het Noorden behouden blijven. Dat is het bekende verhaal, maar het is een eerlijk rapport. De auteurs schilderen niet alleen mooie vergezichten, maar geven ook zwakke punten en bedreigingen aan van een circulaire economie aan.
Een aantal voorbeelden. Zo is er een tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten in de regio, ontbreken aanzienlijke investeringen in de infrastructuur van groene energie, is gerecycled plastic van een mindere kwaliteit, beïnvloedt de (niet-circulaire) wereldmarkt de haalbaarheid, zijn er diverse wetgevende barrières voor bedrijven om goed circulair te ondernemen, is er te weinig informatie over waar producten van gemaakt zijn, zijn circulaire materialen duurder om te maken en is het moeilijk om genoeg ‘secundaire’ grondstofstromen te krijgen waar opnieuw producten van kunnen worden gemaakt.
Concurreren is moeilijk
Dat klinkt niet zo mooi. Maar door alleen maar beren op de weg te zien, gaat de wereld niet verbeteren. Dat beseffen de aanwezige ondernemers en werknemers in de Eemsdeltahal maar al te goed. De vereniging Circulair Groningen heeft een half jaar na oprichting al vijftig leden. „Het gaat fantastisch”, zegt kwartiermaker Bart Volkers. „En we moeten nog met tientallen bedrijven in gesprek. We hadden nooit verwacht dat het zo hard zou gaan.”
Veel van die leden zijn aanwezig bij Grenzeloos Circulair. Zij willen wel afvalstromen circulair verwerken of inzetten op hergebruik of langduriger gebruik van materialen.
Maar circulair bezig gaan is nu nog duur. Bedrijven die producten circulair willen maken moeten forse investeringen doen. Voor nieuwe vormen van energie moeten kabels en leidingen gelegd worden. En voor hergebruik van afgedankte materialen zijn nieuwe, dure verwerkingsmachines nodig. Daardoor is het lastig concurreren met andere zogeheten ‘lineaire bedrijven’ die werken met nieuwe en fossiele grondstoffen.
Duurzaam en baanbehoud
Extra centen uit het Nationaal Programma Groningen moeten dat rechttrekken. „Wat voor de één een afvalstof is, kan voor de ander een grondstof zijn. Hoe zorgen we dat we geen kilogram grondstof meer verliezen?”, vraagt gedeputeerde Henk Emmens (landbouw en economie) zich op de bijeenkomst in Delfzijl af. Hij hoopt dat het Nationaal Programma Groningen brood ziet in de circulaire plannen. „Zo behoud je een generatie lang gegarandeerde werkgelegenheid in sectoren die blijven verduurzamen. Je hebt én werk én een beter milieu.”
„We moeten vergroenen om de banen te houden”, zegt Heleen van Wijk, manager circulaire economie bij Groningen Seaports en voorzitter van Circulair Groningen. „Veel bedrijven in Noord-Nederland zijn op oude economie gebaseerd. Op gas en stroom, niet in ontwikkeling van reststromen. Dat is in de toekomst niet houdbaar.”
Ook voor behoud van jonge mensen in de regio zijn circulaire bedrijven goed. Twee derde van de jongeren neemt duurzaamheid mee in hun afweging waar ze willen werken, volgens onderzoek van de Europese Investeringsbank.
Nieuwe fabriek
Een bedrijf dat ‘circulaire stappen zet’ is plasticverwerker Uppact in de Eemshaven. Dinsdagmiddag maakte directeur Jan Jaap Folmer bekend dat het bedrijf in maart een loods gaat bouwen op het terrein van het Chemport Innovation Centre in Farmsum. Het bedrijf smelt moeilijk recyclebare plastics om tot palen en planken met een speciale machine uit Australië. Nu de testfabriek in de Eemshaven goede resultaten oplevert, is het volgens Folmer tijd voor de volgende stap.
Tijdens het circulaire evenement schonk Folmer twee samengeperste plastic stootbalken aan de haven in Delfzijl. Twee tropisch hardhouten balken worden bij wijze van proef vervangen door deze nieuwbakken exemplaren.
Circulariteit blijft soms een lastig verhaal
Ook andere bedrijven gaven tijdens Grenzeloos Circulair inkijkjes in hun verduurzaming. De omslag naar circulaire economie – zo bleek – is nog geen gelopen race is. Neem het verhaal van Daan Bosma die namens energiebedrijf RWE aan duurzame windmolens werkt. Tweedehands staal van de masten is vaak duurder om te gebruiken, moeilijker te krijgen en levert mogelijk minder goede kwaliteit, vertelt Bosma. „Dat laatste is voor ons lastig om te beoordelen, omdat fabrikanten vaak alleen zelf precies de samenstelling van hun product weten. Er moeten productpaspoorten komen.”
Dat laatste benadrukt ook Jan Post, buitengewoon hoogleraar Digital Fabrication van de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens hem is stap één van een circulaire economie: beter digitaliseren. Om die reden zullen banen ook veranderen. Een werknemer hoeft bijvoorbeeld niet langer knoppen in te drukken bij een staalfabriek maar moet berekeningen maken voor hergebruik. „Stel dat je deze hal zou afbreken. Als je zo’n stalen balkprofiel wil hergebruiken, moet je weten: hoeveel heeft hij te verdragen gehad? Dat is gewoon digitale technologie: als je de belasting weet, stop je dat in een rekenmodel, en weet je hoe die balk eraan toe is.”
Overhandiging van het rapport ‘de circulaire economie van Groningen’, op basis waarvan Nationaal Programma Groningen moet beslissen of er geïnvesteerd gaat worden in circulaire economie in Groningen. Foto: Vereniging Circulair Groningen