Ben Feringa in het laboratoirum van het faculteitsgebouw op de Zernike Campus. Foto: Peter Wassing
Vijf hectische jaren na het winnen van de Nobelprijs voor scheikunde is Ben Feringa nog even enthousiast en optimistisch als altijd. Het klimaat, het onderwijs, de wetenschap; ze gaan hem aan het hart. ,,Maar ik geloof absoluut niet in doemscenario’s.’’ Deze week werd hij 70 jaar en de belangrijke raadsels van het leven loste hij nog niet op. ,,Kom over tien jaar maar terug.’’
De bouwkranen zijn uit de wijde omtrek zichtbaar, vrachtwagens rijden af en aan. Op het Zernikecomplex in Groningen verrijst een nieuw universiteitsgebouw van 260 meter lang en 5 verdiepingen hoog. Het imposante complex krijgt de naam van de man van wie een paar honderd meter verderop een bronzen borstbeeld staat.
Nobelprijswinnaar Ben Feringa.
Elke dag ziet hij de kranen aan ‘zijn’ gebouw werken, elke dag loopt hij langs die bronzen beeltenis van zichzelf.
Het telefoontje van het Zweedse Nobelcomité op die oktoberdag in 2016 zette zijn leven op zijn kop. En toch, als hij de eerbetonen voorbij is, als hij door de grauwe gangen van het verouderde complex Nijenborgh 4 naar zijn rommelige professorenkamer loopt, is veel nog gewoon hetzelfde.
Knipsels op de deur, paperassen op tafel, molecuulmodellen in de vensterbank. Studenten en promovendi met vragen. Nog even een gesmeerd broodje uit een zakje naar binnen werken, flesje chocomel erbij. Zijn trouwe secretaresse Tineke Kalter die hem belt over een afspraak.
,,Ik krijg net de vraag of ik ben veranderd sinds de Nobelprijs’’, zegt hij tegen haar. ,,Wat vind jij?’’
Hij glimlacht en hangt op. ,,Tineke zegt: nee.’’
Iedereen wil iets van hem
Hoogleraar organische chemie Ben Feringa van de Rijksuniversiteit Groningen kreeg bijna vijf jaar geleden een Nobelprijs voor zijn baanbrekende werk aan nanomotors - draaiende moleculen. Sindsdien is hij een bekende Nederlander.
’U bent toch die Ben Feringa?’, zeggen mensen tegen hem. ‘Ja, en wie bent u?’, vraag hij dan.
Misschien is dat wel de grootste verandering: de manier waarop mensen naar hem kijken. Hij wordt herkend op straat. Over de gekste dingen wordt zijn mening gevraagd. ,,Alsof ik ineens overal verstand van heb.’’
Iedereen wil iets van hem. Nog steeds.
De afgelopen vijf jaar waren een soort ‘tsunami’, een roes. En hij genoot er ook wel van hoor: lezingen geven, optreden op congressen, scholen bezoeken, reizen; het succes delen. Feringa blijft ‘ongelooflijk’ trots, vereerd en dankbaar voor de prijs. Maar, moet hij toegeven, deze saaie coronatijd waarin de wereld stilligt heeft ook voordelen: hij heeft eindelijk weer echt tijd voor onderzoek, om na te denken, literatuur te lezen, met studenten te praten, nieuwe dingen te bedenken.
,,Dan ga je ook nadenken: moet ik echt zo vaak reizen? Want het was wel heel erg veel, de afgelopen vier jaar.’’
Er wordt weleens gezegd dat het winnen van een Nobelprijs funest is voor je onderzoek, maar zoiets zal Ben Feringa nooit over de lippen komen. ,,We hebben toch mooie resultaten behaald de afgelopen jaren hoor. Ik ben trots op wat mijn studenten en onderzoekers in deze bijzondere tijd voor elkaar hebben weten te krijgen.’’ Zijn grondhouding is positief, enthousiast en optimistisch. Daarmee is hij ver gekomen – zo ver als je maar kunt komen in de wetenschap – en daaraan houdt hij vast.
Dus toen de organisatie van de Groninger Wetenschapsquiz hem vroeg om samen met Cisca Wijmenga, rector van de RUG, jurylid te zijn in de stijl van Maarten van Rossem, waarschuwde hij alvast: ,,Ik ben géén mopperaar.’’
Nobelprijswinnaar Ben Feringa: „Wetenschap is een manier van leven. Zolang ik gezond ben kan ik daar niet mee stoppen.” Foto: Peter Wassing
Hij steunt met het Ben Feringa Fonds
Die groot opgezette wetenschapsquiz in samenwerking met Forum Groningen en Studium Generale is een van de activiteiten die de Nobelprijswinnaar steunt met zijn nieuwe Ben Feringa Fonds. Al die publieke optredens van de afgelopen jaren leverden geld op dat hij zelf niet nodig heeft en hij wil dat gebruiken om de wetenschap te promoten bij scholieren en het grote publiek. Want daar valt nog een wereld te winnen.
,,Waar ik me zorgen over maak is het gebrek aan inhoudelijke kennis. Ik zie te veel vorm en proces en te weinig inhoud en kwaliteit. Ik denk dat er een grote uitdaging ligt voor de bv Nederland. Er gaat in dit land zo veel over de vorm en het proces. Het lijkt wel alsof het belangrijker is dat je je formulieren goed invult dan dat het ook inhoudelijk iets voorstelt.’’
Neem onderwijs. Het belang van goed onderwijs kan Feringa niet genoeg benadrukken, want dat is de toekomst. Het bewaken van de kwaliteit van onderwijs in Nederland ziet hij als een groot probleem. Onbevoegde leerkrachten voor de klas, middelbare scholieren die niet fatsoenlijk kunnen rekenen, lezen en schrijven.
,,Er wordt zo veel gepraat over onderwijs. Straks gaan ze weer 8 miljard investeren. Maar wat is het plan, wat gaan we doen? Meer adviesbureaus?’’
Geef het initiatief aan de leraren, zegt Feringa, niet aan bureaucratie. ,,Je ziet dat overal. We vertrouwen niet meer op de verantwoordelijkheid van mensen die goed zijn opgeleid en kennis van zaken hebben. Dat vind ik een zorgelijke trend.’’
Zijn woordenstroom stokt, hij haalt even adem. ,,Ik ben helemaal niet pessimistisch hoor’’, zegt hij dan snel.
,,Ga geen mopperende, pessimistische Ben Feringa neerzetten in de krant. Doe me alsjeblieft een plezier.’’
,,Nee, ik ben heel erg optimistisch. Nederland heeft heel veel in zijn mars. Wij zouden alleen eens wat meer durf moeten tonen, wat meer het voortouw moeten nemen. Wat willen we nou eigenlijk? Hoe gaat Nederland er over dertig jaar uitzien?’’
Goed. Terug naar het enthousiasme. Ook na de Nobelprijs heeft zijn groep nog mooie ontdekkingen gedaan. Een kunstspiertje bijvoorbeeld. Een vezel gemaakt van motormoleculen die gaat bewegen als je hem aan één kant beschijnt met licht. ,,Een soort robotarmpje dat iets kan optillen. Dat vinden we heel mooi hoor.’’
Het kunstspiertje is een van de vele kleine stapjes in de zoektocht naar toepassingen voor de nanomotortjes. Feringa schetst al sinds het begin mogelijkheden die tot de verbeelding spreken: nano-autootjes die geneesmiddelen precies op de juiste bestemming in het lichaam brengen, slimme materialen die zichzelf repareren – net als je huid. Maar de weg van ontdekking naar toepassing is vaak lang.
Juist daarom is die durf zo belangrijk. Zéker nu in de klimaatcrisis. ,,Hoe vaak moeten we nog herhalen dat het de verkeerde kant opgaat?’’ Keuzes voor de lange termijn, dat hebben we nodig: een overheid die verder kijkt dan de komende vier jaar, een bedrijfsleven dat niet alleen denkt aan snelle winst. ,,We moeten de handen ineen slaan: onderzoekers, bedrijfsleven, overheid.’’
,,Het gebeurt mondjesmaat. Het kan veel steviger.’’
Het gaat hem als chemicus aan het hart. Want het is hartstikke mooi dat het steeds gaat over elektrische auto’s en isoleren van huizen, maar de chemische maakindustrie gebruikt veel meer energie dan alle huishoudens en vervoer samen. ,,Die olieraffinaderijen in Pernis, die mammoettankers die binnenkomen, van die ruwe olie maken we van alles. Van de display van je smartphone en dit chocomelflesje tot de verf voor je kleding.’’
De haast onbegrensde mogelijkheden van de chemie waren een groot succes. Maar het is niet langer houdbaar. ,,We móeten opnieuw kijken: hoe maken we al die materialen die voor onze moderne maatschappij essentieel zijn? De industrie moet deels op een andere leest worden geschoeid.’’
Het kan zo niet langer, stelt Ben Feringa onomwonden vast. Om daarna snel terug te schakelen naar zijn enthousiaste zelf. ,,Ik geloof niet in doemscenario’s hoor. Absoluut niet.’’
Vertrouwen in de vindingrijkheid van de mens
Zijn optimisme is sterker dan de zorgen. Dat is geen vertrouwen tegen beter weten in, het is vertrouwen in wat hij dondersgoed kent: de vindingrijkheid van de mens. ,,Neem die zonnepanelen op dat dak hierachter, die maken we uit zand. En die doen het best wel goed hoor. Het is ook al gelukt om vliegtuigbrandstof te produceren uit CO2. Dan kun je het cirkeltje rond maken.’’
Zijn eigen groep werkt niet alleen aan nano-metertjes, maar bijvoorbeeld ook aan recyclebaar plastic, aan coatings gemaakt van afvalhout. Overal ter wereld werken slimme chemici aan nieuwe duurzame technieken. Hij vertrouwt op de mogelijkheden. Niet op de grenzen.
,,Je kunt wel mopperen op plastic, je kunt wel mopperen over moderne techniek. Ja, er zijn zeker problemen, maar zie het als uitdagingen. Tijdens voordrachten noem ik wel eens dat zonder al die uitvindingen van de afgelopen eeuw 40 procent van de zaal niet meer in leven zijn. Het heeft ook veel mooie dingen opgeleverd. Niet alleen hommeles. Zonder plastic geen injectiespuiten om te vaccineren.’’
,,Nee, en soms komen er inderdaad vreselijke dingen uit voort. Toch moet je je nooit laten leiden door angst. Het verrassende, het onverwachte is heel belangrijk in de wetenschap. Angst komt vaak ook voort uit een gebrek aan kennis en inzicht.’’
Om vooruit te komen is durf nodig. En Feringa gelooft in heilig vooruitgang. ,,Maar niet in het economische model van 10 procent groei. Kwaliteit van leven is veel belangrijker dan groei.’’
De nieuwe generatie
In de jaren na de Nobelprijs werd hij twee keer opa. De nieuwe generatie is tastbaar. Een generatie voor wie de wereld er anders uit zal zien – ‘wij hebben het misschien wel een beetje te gemakkelijk gehad’ – en voor wie hij het graag beter wil maken.
Afgelopen week werd Feringa 70 jaar. Al die lezingen en publieke optredens die vanwege corona niet door konden gaan zijn gewoon een jaar of twee opgeschoven – het jaar 2023 zit alweer ongeveer volgeboekt. Vraag hem naar de oorsprong van het leven, waarin moleculaire raadsels verstopt zitten die hij dolgraag wil oplossen en hij zegt: ,,We zijn nog geen stap verder, kom over tien jaar maar weer eens terug.’’
,,Wetenschap is een manier van leven. Zolang ik gezond ben kan ik daar niet mee stoppen. Als chemicus heb ik niet genoeg aan boeken en een zolderkamer. Ik heb een laboratorium nodig.’’
Over tien jaar zal dat een lab zijn in het gebouw dat naar hemzelf wordt vernoemd: Feringa Building.