De Tweede Kamer debatteert dinsdag en woensdag over de omstreden spreidingswet voor de asielopvang. John van Tilborg van de Groningse Stichting INLIA lanceerde vorig jaar een alternatief plan. ,,Gemeenten willen kleinschaligheid en duidelijkheid.”
Hoopt u dat de spreidingswet deze week door de Tweede Kamer wordt aangenomen?
,,Ja, als er niks beters is zullen we het daarmee moeten doen. Er moet íets gebeuren. Deze mensen zijn hier nu eenmaal, en ze op straat zetten is nooit een oplossing.”
U heeft vorig jaar, met onder meer burgemeester Marcel Thijsen van Tynaarlo, een alternatief voor de wet gelanceerd: het Plan KAN (Kleinschalige Asielopvang Nederland). Hoe kan het anders?
,,Kleinschalig dus. Alle 340 Nederlandse gemeenten vangen naar rato van het aantal inwoners asielzoekers op. Dan worden kleine gemeenten nooit geconfronteerd met een centrum voor honderden asielzoekers. Stel er moeten per 10.000 inwoners 30 asielzoekers worden opgevangen. Dan komen er in Bedum bijvoorbeeld 30, in Tynaarlo 102 en in Groningen 600.”
Dat is toch ook de bedoeling van de spreidingswet, dat de opvang meer verdeeld wordt over het land?
,,Ja, maar de spreidingswet geeft nog ruimte om te onderhandelen. De provincies krijgen een opgave voor een bepaalde hoeveelheid asielzoekers en de gemeenten moeten dat in overleg met elkaar invullen. Dan gaan ze toch weer naar elkaar zitten kijken en op elkaar zitten wachten. Het moet in de kern duidelijk zijn wat de taak van elke gemeente is. Bij de huisvesting van statushouders gaat het net zo en daar is nooit discussie over de verdeling.”
Maar de spreidingswet geeft de staatssecretaris uiteindelijk wel de macht om een einde te maken aan de discussie en een gemeente te dwingen asielzoekers op te vangen.
,,Dat klopt. En dat is ook nodig. Maar het gaat wat ons betreft om meer dan alleen de dwang. Als je per gemeente kleine aantallen asielzoekers opvangt, kun je dus ook kleinschalige locaties gebruiken voor asielopvang. Dat is wat gemeenten willen. Op het congres van de Verenigde Nederlandse Gemeenten onlangs in Groningen is een motie aangenomen waarin de gemeenten pleiten voor kleinschalige opvang waarover ze meer regie hebben.”
Zou dat dan het einde van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) betekenen?
,,Dat hoeft niet. Het COA werkt nu met grote locaties, maar dat kan ook op een andere manier. Geef ook het COA meer bewegingsruimte. Het is ook de wens van de bevolking, voor kleine aantallen asielzoekers op een plek is veel meer draagvlak. Dan kunnen mensen pas deel worden van de samenleving. Het punt is nu dat gezegd wordt dat kleinschaligheid een bedrijfseconomisch probleem oplevert.
Oftewel: het is te duur.
,,De locatie die wij nu in Vries draaien, is eerst ook aangeboden aan het COA. Daar vonden ze het te klein. Maar als je het anders organiseert, meer uitgaat van dat het volwassen mensen zijn. Meer gebruik maakt van de samenleving. Dan heb je minder managers nodig, minder beveiliging. In Vries gaat het met 40 asielzoekers prima.”
Is de spreidingswet een gemiste kans?
,,Nee, de spreidingswet is een goede poging om ergens te komen. Maar als de taak duidelijker is, kunnen mensen dit makkelijker zien als iets dat gemeenten gewoon moeten uitvoeren, net als de huisvesting van statushouders, in plaats van een gedrocht dat dwingt. Volgens mij zou de vraag niet moeten zijn of je asielzoekers wil hebben maar hoe je ze wil hebben.”
Raakt Plan KAN uit beeld als de spreidingswet doorgaat?
,,Zeker niet. Wij blijven daarvoor pleiten. Ik denk dat er geen weg terug. De gemeenten willen kleinschaligheid en steeds meer politieke partijen beginnen dat in te zien.”