Alle Canadese oorlogsgraven in Nederland op de foto zetten voor generaties aan nabestaanden. Het is een gigantische klus, maar fotograaf Peter ten Dijke deed het. In zes jaar tijd reisde hij in zijn eentje het hele land door om deze graven op 180 begraafplaatsen te kunnen digitaliseren.
De provincies Drenthe en Groningen werden in april 1945 van de nazi’s bevrijd. Het waren met name Canadese soldaten die dit mogelijk maakten. In de stad Groningen leverden ze een van de zwaarste stadsgevechten; de stad werd grotendeels in puin achtergelaten. Toen ook Delfzijl, het laatste bezette gebied in Groningen, in handen kwam van de geallieerden was de provincie op 2 mei 1945 dan eindelijk vrij. Voor de bevrijding van de stad alleen al hebben 43 jonge Canadese soldaten hun leven gegeven.
Peter ten Dijke (61) zette de graven van gesneuvelde Canadese soldaten in Groningen en Drenthe op de foto voor zijn project ‘Lest We Forget’. Het project is een online database van 5629 Canadese oorlogsgraven verspreid over Nederland. Alle graven zijn zo goed mogelijk gefotografeerd en voorzien van trefwoorden, zodat nabestaanden van over de hele wereld de graven kunnen vinden.
Ten Dijke: ,,Het is een gigantisch project dat veel geld kost en ik liep tegen weerstand aan om dat rond te krijgen. Het project is uiteindelijk bijna volledig gefinancierd door Canadese partners. Op 26 maart 2017 kon ik eindelijk de eerste foto maken op de begraafplaats in Holten, vlakbij mijn eigen huis.”
Lijst met begraven militairen
,,Van de Commonwealth War Graves Commission (de organisatie die oorlogsgraven van militairen uit de Gemenebestlanden onderhoudt, red.) heb ik een lijst gekregen met alle plekken in Nederland waar militairen uit de Tweede Wereldoorlog liggen begraven,” legt Ten Dijke uit. ,,Daaruit kon ik alle Canadese jongens filteren en bleven er 180 begraafplaatsen over die ik moest bezoeken. Na een aantal proefseries kwam ik erachter dat de beste manier van fotograferen zo laag mogelijk bij de grond is. Dat betekende dus dat ik 5629 keer door mijn knieën ben gegaan. Ik hoefde afgelopen jaren in ieder geval niet naar de sportschool.”
Twee graven zijn hem in het bijzonder bijgebleven. Het zijn de graven van Canadese tweelingbroers Doug en Ernie Tod, ze waren 23 jaar toen zij sneuvelden. Ten Dijke: ,,Ik ben online opzoek gegaan naar hun verhaal en zo kwam ik uit bij een krantenartikel uit de oorlog met het bericht van overlijden van de tweelingbroers. Dat raakt je en daar word je dan wel even stil van. Dan probeer je een voorstelling te maken van hoe dat daar in Canada moet zijn geweest, toen dit telegram binnenkwam. Wat een leed deze oorlog veroorzaakt heeft, dat blijft je altijd bij.”
Flink zoeken
Het was een immens project om uit te voeren. Het kostte Ten Dijke, zonder de vele uren reistijd meegeteld, ruim 500 uur om de foto’s klaar te maken voor publicatie. Maar ook in het vinden van de graven ging soms veel tijd zitten. ,,Op de website van Commonwealth War Graves Commission staat in grote lijnen beschreven waar het graf zich bevindt,” zegt Ten Dijke. ,,Maar op sommige lokale begraafplaatsen ligt er maar één Canadees begraven, zoals in Nieuweschans. Dan ben je echt flink aan het zoeken hoor.”
Regelmatig krijgt Ten Dijke mails binnen van Canadese nabestaanden die de foto van een grafsteen inlijsten en thuis neerzetten. Zijn project kreeg dan ook de slogan ‘Bringing Them Home’.
Ten Dijke: ,,Als zij niet in staat zijn om vanuit Canada naar Nederland te komen om het graf te bezoeken, dan breng ik het graf middels een foto wel naar hun toe. Wanneer ik weer een bericht krijg met het levensverhaal van een van de gesneuvelde soldaten, krijg ik echt een warm gevoel. Zo heb ik toch weer een paar mensen blij kunnen maken.”
Daarnaast gelooft Ten Dijke dat dit project niet alleen voor Canadezen waardevol is. ,,Deze jongens hebben voor onze vrijheid betaald met hun leven. Ik hoop dat mensen door dit project vaker gaan nadenken over het grote offer dat hier gebracht is.”
Doug en Ernie Tod – Per ardua ad astra, door strijd naar de sterren
De Canadese tweelingbroers Doug en Ernie Tod liggen naast elkaar begraven op de algemene begraafplaats van Medemblik, West-Friesland. Op de grafstenen staat het wapen van de Royal Air Force met de wapenspreuk ‘Per ardua ad astra’, door strijd naar de sterren.
De tweeling werd geboren in 1920 in St. Vital, bij Winnipeg, als jongsten van een gezin met twaalf kinderen. Ze waren altijd samen en zaten bijvoorbeeld ook in hetzelfde hockey- en rugbyteam. Ze gingen bij de luchtmacht vanuit hun christelijke overtuiging, maar ook door de inspiratie van twee oudere broers die dienst hadden genomen. Ze werden opgeleid in Canada en in Engeland. Ze wilden ook in de luchtmacht bij elkaar blijven en kregen bij hoge uitzondering toestemming om samen deel uit te maken van een bemanning.
De tweelingbroers Doug en Ernie Tod. foto: familie Todd
Geallieerde vliegers vlogen in de oorlogsjaren vanaf ruim 100 vliegvelden in Engeland, met bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen, onder meer naar nazi-Duitsland. Daarnaast waren er ook missies om geheimagenten naar bezette landen in Europa te vliegen.
Op 23 juni 1943 werd het toestel van de broers boven Nederland uit de lucht geschoten door een Duits gevechtsvliegtuig. De bommenwerper stortte brandend neer ten oosten van het dorp Oosterland. Er kwamen nog radiosignalen binnen op de RAF basis: ‘we are going down, we are going down’ en daarna werd het stil. Alle zeven bemanningsleden kwamen in het IJsselmeer terecht en verdronken.
Het lichaam van Doug spoelde aan in Andijk en werd daar begraven in juli 1943. Ernie spoelde aan in Medemblik en werd daar begraven, ook in juli 1943.
Hun oudere broer John landde bijna een jaar later op D-day (6 juni 1944) op Juno Beach in Normandië. Hij bezocht in mei 1945 in Noord-Holland de graven van zijn broers en zorgde ervoor dat ze hun laatste rustplaats kregen naast elkaar in Medemblik.
(Bronnen: uitgeverij Peter Sasburg, St. Vital Historical Society)