Personeel in de gehandicaptenzorg heeft steeds vaker last van agressie, ruzies en andere gedragsproblemen onder mensen met een beperking. Illustratie: Ruben Oppenheimer
De een laat haar littekens zien van een cliënt die haar steeds krabt en knijpt. De ander heeft een afdruk van een gebit op zijn arm. Personeel in de gehandicaptenzorg heeft steeds vaker last van agressie, ruzies en andere gedragsproblemen onder mensen met een beperking.
Soms krijg je een klap, soms word je toegesnauwd. Maar je krijgt er ook veel voor terug, en daarom werken ze toch zo graag in de gehandicaptenzorg. ,,Alleen klopt het beeld van de buitenwereld niet. Mensen zien die schattige serveersters bij Brownies en Downies, ze lezen over de vakkenvuller met Down in de supermarkt. Maar dat zijn de uitzonderingen, de succesverhalen. De meeste van onze cliënten kunnen dat soort dingen niet aan.’’
We zitten om de tafel met medewerkers van De Trans, Trajectum, Vanboeijen en Noorderbrug (bij elkaar gebracht door vakbond FNV, waarvoor ze actief zijn). Heel verschillende instellingen in de gehandicaptenzorg, maar met vergelijkbare problemen. Hun bewoners hebben veel aandacht nodig, maar het lukt vaak niet hen die te geven door personeelstekorten.
,,Wat kunnen zíj er nou aan doen dat wij steeds zo onderbezet zijn’’, zegt een vrouw die al achttien jaar als woonbegeleider werkt. ,,Ik begrijp het best dat onze cliënten onzeker worden. Er verandert zo veel, hun veilige haven is weg’’, zegt haar collega. ,,Maar het blijft zo mooi dat iemand die je al acht jaar op de groep hebt, na lange tijd zomaar stappen vooruit zet en het zo fijn zegt te vinden dat ik er steeds ben.’’
Het punt is dat de woonbegeleiders vaak in hun eentje op een groep staan, verdeeld over twee woningen, waar zes mensen met ernstige handicaps wonen. Verstandelijk beperkt, maar ook twee rolstoelers, iemand die blind is en iemand met epilepsie. Daar draaien ze korte diensten, van ’s ochtends zeven tot half elf bijvoorbeeld.
,,Eigenlijk te kort om alles te doen wat er ’s ochtends moet gebeuren: opstaan, wassen, aankleden, ontbijten, klaar staan om naar de dagactiviteiten te gaan. Dan ben je om half elf wel even afgedraaid als je naar huis gaat. Er moet niet ook nog iets misgaan. Maar soms gebeurt dat toch. Dan ben je net in de ene woning bezig iemand medicijnen te geven, valt er in de andere woning iemand om. Of krijgen er twee ruzie. Dan ben je er niet op tijd bij.’’
Hun collega’s herkennen het verhaal meteen. ,,En dan komen er ook nog veel jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking bij de laatste tijd’’, zegt Judie Alberts, die bij Vanboeijen in Assen werkt. ,,Een heel diverse en soms lastige groep. Jongeren die overal tussen vallen. Verstandelijk niet goed genoeg om mee te kunnen in de huidige samenleving. Vaak jongeren die al jaren overlast hebben gegeven, van school naar school zijn gegaan maar niet aan het werk komen, omdat de samenleving gewoon te veel van ze vraagt. Ze zijn beïnvloedbaar en daardoor vatbaar voor criminaliteit en verslaving.’’
Het blijft mooi dat iemand na acht jaar stappen vooruit zet
Ook alleen lichamelijk gehandicapten staan in de praktijk vaak buiten de maatschappij, merkt Bert Bergsma, begeleider bij Noorderbrug. Hij werkt met doven en slechthorenden. ,,Die gewoon in hun eigen woning wonen en in principe een zelfstandig leven leiden, maar soms ondersteuning nodig hebben. Het is een hele toer om mensen op een werkplek te krijgen; collega’s om ze heen hebben vaak niet de tijd om rustig met ze te communiceren. Je moet er bij hen natuurlijk wat meer moeite voor doen en dat kán blijkbaar niet meer tegenwoordig.’’
En ook in de instellingen zelf is er gebrek aan die rust en tijd. ,,Noodgedwongen door de financiering’’, weet Peter Spijkerman, vakbondskaderlid en medewerker van Hoeve Boschoord, Trajectum. ,,Van het zorgkantoor moet een cliënt van mij elf uur per week kunnen werken. Maar ik ben al blij als hij het twee keer een half uur per dag volhoudt. Het punt is: als-ie niet op zijn werk is, is hij ergens anders. In hun vrije tijd moet je deze mensen ook bezighouden.’’
En dan ontstaan er gedragsproblemen, ruzies, agressie en frustraties. Dat richt zich dan soms op medewerkers. De een laat haar littekens zien van een cliënt die haar steeds krabt en knijpt. De ander heeft een afdruk van een gebit op zijn arm. ,,Je kan het ze niet kwalijk nemen. Jezelf bezighouden in je vrije tijd is ook een vaardigheid. Vroeger hadden wij daarvoor tijd, was er sprake van een therapeutisch milieu’’, legt Spijkerman uit. ,,Nu moet het allemaal snel en efficiënt en daardoor krijg je problemen.’’
De collega’s bij de andere instellingen knikken. ,,Als de mensen op onze groep niet naar de dagbesteding zijn, zitten ze gewoon thuis. Dus zitten ze daar vanaf vrijdagmiddag tot maandagochtend. Hou ze dan maar eens bezig.’’
Door gebrek aan personeel móeten de cliënten ook wel naar de dagbesteding. Want er is geen begeleiding thuis ingeroosterd. ,,Dus hebben wij een vrouw van 78 jaar die toch elke dag naar de dagbesteding moet. Iemand van die leeftijd mag toch eindelijk wel eens gewoon rustig thuis blijven soms?’’
Ze vinden dat hun salaris wel hoger zou mogen. ,,Dan komen er misschien ook meer collega’s, we hebben goede mensen nodig.’’
Ze hebben last van de roosters. ,,Als ik elke dag van 7 tot half 11 werk, kom ik niet aan mijn uren per week. Dan moet ik ook op andere tijden nog werken, maar daarover heb ik niets te zeggen. Dan moet ik ineens blijven tot na half 11 en moet ik zelf maar iets regelen met mijn kinderen. Of ik moet ’s avonds of in het weekend extra werken om mijn min-uren weg te werken.’’
Ze hebben last van de bureaucratie, de rapportages. ,,In die paar uur moet je ook alles nog opschrijven, maar dat wordt dus vaak in je vrije tijd’’, zegt de een. ,,Ik ben ermee gestopt, ik heb er zelf voor gekozen minder te verdienen, door me lager in te laten schalen’’, zegt Spijkerman opstandig. ,,Nu hoef ik dat allemaal niet meer, geen signaleringsrapport, geen terugvalpreventieplan, geen bejegeningsrapportage, geen dertien-wekenplan.’’
Bergsma maakt zich er kwaad over: ,,Alleen omdat de samenleving zó bang is voor een incident of een fout, is er zo’n systeem opgetuigd van registraties en rapporten. Door al die bureaucratie is het werk niet meer leuk.’’
In hun vrije tijd moet je hen ook bezighouden. Vroeger hadden wij daar nog de tijd voor
Maar ook lichamelijk wordt het zwaarder. Letterlijk doordat de cliënten gemiddeld meer overgewicht krijgen. ,,Dan hebben we wel tilliften, maar je moet iemand van 90 kilo toch omdraaien en in bed leggen, en die werkt niet lekker mee alleen al omdat-ie halfzijdig verlamd is. Dat gaat mij echt niet meer lukken als ik 68 jaar ben.’’
Want dat is ook nog zo’n probleem in de gehandicaptenzorg, dat het personeel tot op hoge leeftijd door moet. ,,De stress en verantwoordelijkheid zijn steeds lastiger vol te houden.’’
Dus worden collega’s vaker ziek. Dus kiezen mensen voor ander werk. Soms nog liever in de horeca of als taxichauffeur. ,,En dus zijn er steeds vaker tijdelijke krachten en flexwerkers. Dan zien onze cliënten steeds andere gezichten, gaan ze in hun broek plassen of schreeuwen.’’
Ze vinden dat hun werkgevers niet genoeg oog hebben voor de risico’s. ,,Dan ben je bont en blauw geslagen, heb je het gemeld bij de politie maar wordt er vervolgens niets mee gedaan’’, merkt Spijkerman. In zijn werk zou dat eigenlijk consequenties moeten hebben. ,,Een cliënt met tbs met voorwaarden, daarvan zou justitie moeten weten dat hij iemand bespuugd en bedreigd heeft. Maar als het niet snel doorgegeven wordt, heeft het geen gevolgen voor het beleid.’’
Het komt doordat er meer mensen met verstandelijke beperkingen zijn. Het wordt erger doordat ze soms in aanraking komen met drugs en alcohol. ,,Als je al beperkt bent en je raakt in een psychose van het blowen, kan je echt flink in de war raken en heel angstig en agressief worden.’’
Het gaat ook om mensen die hun halve leven al overvraagd worden. ,,De complexe samenleving is een soort sluipmoordenaar. Ik had een cliënt met beperkingen die zijn vrouw tijdens het huwelijk verkracht had. Hij had misschien helemaal niet moeten trouwen, kon dat helemaal niet aan. Maar zo iemand wordt zijn halve leven aangepraat dat hij net als iedereen moet leven, dat hij toch een kerel moet zijn. En kerels trouwen.’’
En dan zijn er ook nog zo veel verleidingen… Iemand met beperkingen trapt eerder in reclames op sociale media, laat zich overhalen tot gokken of andere risico’s. ,,Een kwetsbare cliënt had vijftig auto’s op zijn naam staan. Daarvoor kreeg hij dan een paar tientjes. Dat later alle boetes kwamen, begreep hij niet goed.’’
Toch blijft het prachtig werk, zeggen ze er ook bij. Ze noemen kleine dingen die veel voldoening kunnen geven.
,,Een cliënt van 26 met schizofrenie, door ernstig traumatische ervaringen in zijn verleden’’, begint Spijkerman. ,,Hij twijfelt of dingen echt gebeuren of in zijn dromen. Dan vraagt hij: ‘Peter, ik heb toch niet net staan masturberen op de binnenplaats?’ Dan kan ik hem gelukkig geruststellen. 'Nee, dat zou ik je echt wel zeggen.' En dan vraagt hij even later heel serieus: ‘Peter, bestaat tijdreizen écht niet?’’’