Groningen wil meer zelf regie voeren over de schadeherstel- en versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied. De coördinatie moet de komende jaren meer verschuiven van Rijk naar regio.
De Groningse ‘gasgedeputeerde’ Susan Top is daarover in overleg met staatssecretaris Hans Vijlbrief. Gezamenlijk werken Rijk en regio nu concrete plannen uit voor een Herstelprogramma. Dat wordt onderdeel van Nij Begun, het steunprogramma voor Groningen en Noord-Drenthe.
‘Herstel en versterking zijn een Rijksoperatie’
Tot dusver voert Den Haag nadrukkelijk de leiding over de nog altijd moeizaam vorderende herstel- en versterkingsoperatie. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) worden rechtstreeks aangestuurd door het Rijk. Die bepaalt wat er gebeurt, de regio zelf heeft daar weinig invloed op.
„Herstel en versterking zijn een Rijksoperatie”, stelt de gedeputeerde. Dat begint steeds meer te wringen naarmate het proces zich langer voortsleept. „Bewoners die in de shit zitten in het aardbevingsgebied, kloppen vooral aan bij ons als regionale overheden. Maar wij kunnen ze alleen doorverwijzen naar het Rijk want wij gaan er niet over.”
„Dat was voor de regionale overheden altijd al onbevredigend”, zegt Top. „Maar dat wordt het nog meer, nu we aan de vooravond staan van Nij Begun.” Voor dit steunprogramma pompt Den Haag de komende dertig jaar in totaal 22 miljard euro in Groningen en Noord-Drenthe.
Stagnerende versterking niet meer te verkopen na start Nij Begun
Aan de bewoners van de aardbevingsregio is het volgens de Groningse gedeputeerde niet te verkopen als de komende jaren overal om hen heen volop wordt geïnvesteerd in een nieuwe toekomst, terwijl zij zelf in onzekerheid blijven over hun veiligheid en de toekomst van hun huis, zichzelf en hun gezin.
„We moeten in ons enthousiasme over Nij Begun niet vergeten dat er in dat kerngebied nog een heleboel mensen zitten die helemaal niet toe zijn aan ‘nieuw perspectief’, maar eerst gewoon hun huis op orde willen hebben”, zegt Top. „Als Nij Begun straks loopt en succesvol is, wordt het wel heel pijnlijk als je uitgerekend daar waar het ‘t hardst nodig is, niet kan doen wat je moet doen.”
De provincie wil daarom samen met de vijf Groningse aardbevingsgemeenten meer greep krijgen op het proces. In het kader van Nij Begun zijn al kwartiermakers aangesteld die nu werken aan een sociale, economische en verduurzamingsagenda.
Daarnaast werken Rijk en regio nu samen met de uitvoeringsorganisaties IMG en NCG iook nog aan een Herstelagenda, Daarin worden volgens Top niet alleen lijnen uitgezet voor herstel en versterking, maar ook voor (behoud van) de sociale samenhang en ruimtelijke beeldkwaliteit in dorpen en wijken.
Ook Eerste Kamer wil regio aan stuur bij herstelproces
De regionale bestuurders zien zich daarbij gesteund door een motie van GroenLinks-PvdA en de BBB die vorige week werd aangenomen in het Eerste Kamer-debat over de sluiting van het Groninger gasveld. Daarin dringt de senaat erop aan om de regie over de herstel- en versterkingsoperatie (mede) bij de provincie en aardbevingsgemeenten te leggen en zo het ‘rendement te vergroten’.
De staatssecretaris reageerde daar in de Eerste Kamer niet afwijzend op. Hij kondigde aan eind mei te komen met een Kamerbrief met verder uitgewerkte stappen.
Gedeputeerde Top hoopt dat daarin de positie van de regio inderdaad beter wordt geborgd. Volgens haar wijst de ervaring met het woningisolatieprogramma dat Vijlbrief vorige maand lanceerde in het kader van Nij Begun, uit dat meer regionale regie betere plannen oplevert.
Regionale bestuurders en een klankbordgroep met inwoners van het gebied spraken nadrukkelijk mee over dit plan om alle woningen in Groningen en Noord-Drenthe met subsidie te isoleren. „Ik denk dat we daar al een beetje het stramien hebben ontwikkeld voor hoe we het de komende jaren met elkaar moeten gaan doen.”
Gedeputeerde ziet verbetering in versterkingsproces
In het algemeen ziet de gedeputeerde voorzichtige verbetering in de herstel- en versterkingsoperatie. Zowel in de aanpak als in de wisselwerking met het Rijk. „Maar er is meer samenhang in het proces nodig. We moeten gerichter toewerken naar het doel: over een x-aantal jaren willen we alle woningen schadevrij, veilig en verduurzaamd hebben. Niet langer een wirwar van losse maatregelen, waar iedereen druk mee is zonder idee waar het nu precies eindigt. Met het gevaar dat je over tien jaar om je heen kijkt en denkt: waar is mijn dorp nu eigenlijk gebleven, ik herken het niet meer.”