Woningprijzen gaan minder hard stijgen: dit zijn de redenen waardoor kopers iets meer lucht krijgen

De financiële adviesketen voorziet dat woningen in 2025 gemiddeld met 4 tot 7 procent in prijs gaan stijgen. Dat is minder dan de prijsexplosie van bijna 9 procent die zich vorig jaar volgens het CBS en het Kadaster heeft voorgedaan.

Dat woningprijzen minder hard stijgen, heeft volgens hypotheekexpert Oscar Noorlag van Van Bruggen drie redenen. „De gemiddelde lonen stijgen in 2025 minder hard dan in 2024”, legt hij uit. Volgens hem speelt ook de hypotheekrente een rol, die naar verwachting licht blijft dalen en daarmee niet voor enorm hogere huizenprijzen gaat zorgen.

Als derde en laatste reden voor de minder hard oplopende woningprijzen stipt Noorlag de leennormen aan. „De leennormen zijn in 2024 flink verruimd, maar blijven in 2025 gemiddeld ongeveer gelijk. Inkomens tot ongeveer 65.000 euro kunnen iets meer lenen voor een woningaankoop en hogere inkomens juist iets minder, bij een ongewijzigd inkomen.”

De Hypotheekshop voorziet op zijn beurt dat het dit jaar lastig voor starters blijft om een huis te kunnen kopen. In drie op de tien gemeenten sluiten starters gemiddeld zelfs al een hogere hypotheek af dan doorstromers, zo blijkt uit een jaarlijks onderzoek van de hypotheekadviesketen. Volgens De Hypotheekshop onderstreept deze trend, die zich met name voordoet in kleinere gemeenten maar ook in steden als Almere en Zaanstad, de groeiende uitdagingen voor starters op de woningmarkt.

„We zien dat de uitdagingen voor starters toenemen, vooral in Utrecht en Flevoland, provincies met een grote schaarste aan koopwoningen”, stelt Martin Hagedoorn van de keten van hypotheekadvieskantoren. „Dit heeft te maken met de combinatie van hoge huizenprijzen en een beperkte financieringsruimte. De problematiek is het meest zichtbaar in de kleinere gemeenten. Het is zorgwekkend dat starters steeds meer risico’s moeten nemen om een woning te kunnen bemachtigen. Denk daarbij naast een hoge hypotheek ook aan fors overbieden en kopen zonder financieringsvoorbehoud.”

Om toch hun slag te kunnen slaan op de woningmarkt lenen veel starters bovenop hun hypotheek ook geld van hun ouders of maken zij gebruik van een starterslening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Hagedoorn: „Dit maakt de daadwerkelijke financiële positie van starters vaak complexer dan de cijfers alleen doen vermoeden.”

Intussen behouden doorstromers een duidelijke voorsprong op de woningmarkt, zo blijkt uit het onderzoek van De Hypotheekshop. Zij kunnen profiteren van voordelen zoals het benutten van hun overwaarde en het meeverhuizen van hun lagere hypotheekrente naar hun volgende koopwoning. Hagedoorn: „Doorstromers hebben nu meer mogelijkheden om hun woning te financieren, wat hen een significant voordeel biedt in de huidige markt.”