Prins Constantijn: ,,Noordelijke bedrijven die op zoek zijn naar kapitaal, zouden best wat verder mogen kijken dan hun eigen regio of de Randstad." Foto: Camilla Lindqvist
Als gezant van Techleap (voorheen Startup Delta) is prins Constantijn al jaren het gezicht van de Nederlandse techsector. Wanneer tech en muziek elkaar komende week ontmoeten op Eurosonic is de special envoy (officiële titel) erbij. Gesprek met prins Constantijn over de staat van tech in Nederland en het Noorden in het bijzonder. ,,Het mag een stap ambitieuzer.’’
,,We zien dat 2022 een moeilijk jaar is geweest. Vergelijk je het met 2021 dan zie je een terugval als het om investeringen in bedrijven gaat, maar wel groei ten opzichte van 2020. 2021 was ook wel een enorme uitschieter. Toch zag je afgelopen jaar wel een interessante trend rond bedrijven met een langere looptijd, de zogeheten deeptechbedrijven die impact maken op het gebied van klimaat en energie. Daar zit groei.’‘
,,Overheden focussen meer op deze bedrijven vanwege transities op het gebied van energie, voedsel en mobiliteit. Maar je ziet ook meer investeerders opkomen die juist deze bedrijven interessant vinden. De onderliggende trends zijn redelijk solide, maar er zijn ook uitdagingen.’‘
Techleap
Techleap (voorheen Startup Delta) wordt gesubsidieerd door de overheid, maar wil zo neutraal mogelijk opereren. Het doel van Techleap is zorgen dat tech scale-ups floreren en zo een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie en samenleving. Als special envoy is prins Constantijn het gezicht van Techleap. „Ik vertel het verhaal van het start-up en scale-up systeem, leg verbindingen en bepaal mede de strategie van de organisatie.”
,,2023 zal lastig zijn. De oorlog in Oekraïne gaat door en de situatie rond China, de VS en Rusland zal er niet beter op worden. Start-ups hebben daar misschien een streepje voor. Ze zijn erop gericht iets nieuws te beginnen en ze zijn wendbaar. Dan hoeft een tijd van omwenteling niet slecht te zijn.’’
,,Je kunt in elk geval zeggen dat er in 2012 veel niet was dat er nu wel is. Er is veel meer kapitaal beschikbaar, er is veel meer kennis over start-ups en scale-ups. Je ziet ook dat er nu veel meer buitenlandse fondsen actief zijn in ons land en dat meer internationaal talent in Nederland aan het werk gaat. Waar het iets langzamer gaat, hoewel dat wel wat verandert, is het bewustzijn bij overheden en universiteiten dat ondernemerschap naast onderwijs en onderzoek een belangrijke pijler is.’’
,,Ik denk absoluut dat die groei doorzet. Nieuwe technologieën dienen zich aan en nemen een vlucht. Het is onwaarschijnlijk dat dat minder wordt, het zal alleen maar toenemen. En het wordt meer divers, digitale innovatie zal meer sectoren bereiken.’’
,,Nee, nee, nee. Het is absoluut niet genoeg. Je moet hierbij ook kijken naar aantrekken van talentvolle mensen door bedrijven. Dan heb je in eerste instantie al concurrentie tussen landen. Je moet dus regelingen hebben die minstens even goed zijn als vergelijkbare landen.’‘
,,Nou, we zijn in Nederland niet op het niveau van Frankrijk, Verenigd Koninkrijk of Zweden. Daar komt bij dat werken op afstand meer gemeengoed is geworden. Een tech scale-up concurreert bij het aantrekken van mensen daardoor ook met grote techbedrijven die overal ter wereld talent vandaan halen.’’
Techsector
Tech start-ups en scale-ups zijn jongere bedrijven die gericht zijn op het naar de markt brengen van technologie. Voorwaarde is daarbij dat ze groei doormaken. Daar is kapitaal (groeigeld) voor nodig. Geld dat bijvoorbeeld is op te halen bij overheden (subsidies), investeerders (durfkapitaal) en fondsen. Een start-up die de eerste jaren van de opstartfase overleeft en doorgroeit naar een omzet van minimaal 5 miljoen wordt een scale-up. De laatste jaren ligt het accent in de techsector op het vercommercialiseren van technologie die bijdraagt aan het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken op bijvoorbeeld het gebied van duurzaamheid, klimaat en voedsel.
,,Start-up zijn heeft voordelen. Je kunt flexibiliteit bieden en het idee dat je als medewerker meebouwt aan iets moois. De start-up kan zijn werknemer dan via aandelen in het bedrijf een interessante aanbieding doen. Zeker ten opzichte van bestaande bedrijven die niet meer zo hard groeien, kan dat interessant zijn.’‘
,,Belangrijk is dan wel het moment waarop je daarover belasting betaalt. Het was zo dat je de belasting al betaalde, terwijl je het geld nog niet had. Dat is al een punt van oneerlijkheid. Als bedrijf wil je daarnaast dat de werknemer kan meedelen in de opbrengst van het bedrijf dankzij de aandelen. Dan moeten ze daarin door de fiscus wel gelijk worden gesteld aan de oprichters en investeerders van het bedrijf. Ze hebben dezelfde aandelen dus waarom een verschillend belastingtarief betalen?’‘
,,Ja. Want als de huidige situatie blijft bestaan, zijn techbedrijven minder goed in staat medewerkers te belonen en toptalent aan zich te binden. Daarnaast is het ook voor Nederland zelf een gemis. Hoe meer kapitaal er bij de medewerkers van een bedrijf ligt, hoe meer kans er is dat dat kapitaal ook in Nederland wordt herbelegd.’‘
,,Op dit moment is het zo dat gemiddeld 45 procent van de aandelen van een Nederlands bedrijf in buitenlandse handen is. Dat geld verdwijnt naar het buitenland als de eigenaar besluit zijn bedrijf te verkopen. En je wilt juist dat dat geld in Nederland blijft, zodat het gebruikt kan worden om opnieuw te investeren in nieuwe bedrijven. Dan heb je een goed functionerend vliegwiel.’’
,,Dat is een zaak van de lange adem. We zijn blij dat er dit jaar sprake is van een kleine versoepeling als het gaat om het moment van belasting, maar daarmee zijn we er nog niet. Het is mooi te zien dat de minister en staatssecretaris van Financiën zich gecommitteerd hebben op dit gebied een volgende stap te zetten.’’
Prins Constantijn bij de start van Techleap.nl Foto: ANP
,,Halverwege dit jaar loopt de subsidie voor Techleap af. In deze laatste maanden wil je zoveel mogelijk regelen, dan denk ik zeker ook aan de belastingregels. Maar we willen met de ministeries ook vooruitkijken naar andere uitdagingen, zodat er ambitieus beleid komt op het gebied van tech, zodat Nederland concurrerend blijft en zo mogelijk nog concurrerender wordt.’’
,,Willen we onze doelen op bijvoorbeeld het gebied van energie waarmaken, moeten we de technologie, die er is, wel naar de markt brengen. Dat is wat start-ups doen. Dus is het heel belangrijk dat we start-ups en scale-ups erkennen als belangrijkste versnellers van innovatie. Instellingen als universiteiten of hogescholen waar technologie wordt ontwikkeld moeten dan meer ondersteuning bieden aan ondernemers die technologie naar de markt brengen. Dat is een grote uitdaging.’‘
,,Een ander punt is inclusiviteit. De techsector bestaat voor een groot deel uit hoogopgeleide witte mannen. Je wilt dat meer groepen uit de maatschappij deelnemen in deze ontwikkeling, meer vrouwen, meer mensen met een etnische achtergrond. En we zullen hen nodig hebben ook. Vacatures staan in Nederland drie keer langer open dan in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk. Dat houdt ontwikkeling van bedrijven echt tegen.’’
,,Het is in elk geval mooi dat de noordelijke provincies nadrukkelijk voor samenwerking kiezen. In Nederland zit het meeste kapitaal in Amsterdam. Eindhoven is bijvoorbeeld heel goed in technologie. Maar het kapitaal komt van elders. Een noordelijk bedrijf dat op zoek is naar kapitaal moet daarom niet alleen kijken naar wat er in Nederland is. In Bremen, Hamburg, Berlijn en Stockholm is veel kapitaal beschikbaar. Dat ophalen is best een uitdaging.’‘
,,Noordelijke bedrijven hebben weinig aanbod van vreemd kapitaal, dus daarvoor moeten ze echt verder kijken dan de eigen provincie. In sectoren als water of nieuwe energie is het Noorden sterk. Het samenwerkingsverband NOO (Noordelijke Online Ondernemers) is ook een voorbeeld van sterk online ondernemerschap. Maar het mag allemaal wel een stap ambitieuzer. Te weinig bedrijven in het Noorden hebben zich weten door te zetten naar echt grote bedrijven en dat hebben we wel nodig.’’
,,Ja, nou ja dat is niet eens ambitieus, dat is gewoon een fact of life. Voor bepaalde grotere investeringen moet je naar het buitenland. Als je vanaf de oorsprong ambitie hebt een internationaal bedrijf te zijn, moet je ook vanaf de oorsprong een internationale cultuur hebben. Dat betekent dat je de Engelse taal moet omarmen. Dat je een inclusieve cultuur moet hebben, zodat je mensen uit allerlei achtergronden kunt betrekken bij je bedrijf. ‘‘
,,Ja. Weet je je kunt tegenwoordig overal je bedrijf beginnen. Je hebt bijvoorbeeld start-up Gaza. Israël heeft nauwelijks een markt. Toch is het een heel succesvol start-up-land met veel innovaties en grote bedrijven. Dat komt omdat ze altijd de focus hebben op het buitenland.’‘
,,Nederland is een klein groot land of een groot klein land, we hebben een redelijke thuismarkt. Daardoor kun je denken dat je succes hebt als je op die markt succesvol bent. Maar uiteindelijk zal je concurrent, die niet uit Groningen of zelfs niet uit Amsterdam komt, verder groeien. Als je de ambitie van een start-up hebt en dus wilt groeien, want daar is een startup voor toegerust, dan moet je ook internationaal gaan.’’
,,Je zou dat aan henzelf moeten vragen, maar ik denk wel belangrijk. Kijk naar Frankrijk. Daar was geen samenhang in tech-ontwikkeling tot Station F er kwam. Een oud treingebouw in Parijs waar nu duizend bedrijven zitten, ook Facebook en Google zijn er neergestreken. Dat gaf de sector in Frankrijk een kloppend hart.’‘
,,Dus ja, het is belangrijk dat je meerdere plekken hebt waar bedrijven kunnen zitten. Maar ook evenementen zijn van belang, daarom is het leuk dat MXT is opgezet rond ESNS. Dan heb je al een basis. Als je daar een techevenement tegenaan kunt zetten, trek je allerlei mensen van buiten je stad om mee samen te werken, om van te leren en te investeren.’’
,,Groningen is heel aantrekkelijk als stad, de stad heeft eigenlijk alles. Ik heb alleen nooit begrepen waar dat ‘Er gaat niks boven Groningen’ vandaan komt. Want het houdt daar niet op, er gaat heel veel boven Groningen, je moet juist kijken naar Scandinavië, naar Duitsland. Daar ligt misschien veel meer voor het Noorden.’‘
,,Daar is veel meer te halen dan door vanuit het Noorden steeds naar de Randstad te kijken. In Berlijn ligt drie keer zoveel kapitaal als in Amsterdam. Daar moet je op focussen, veel meer dan op Amsterdam.’’
,,Ondernemers in Nederland zijn erg gedreven om een positieve bijdrage te leveren. Misschien niet eens uit idealisme, maar gewoon omdat ze zien dat ergens een probleem is. Bijvoorbeeld dat er te veel voedsel wordt weggegooid of te veel uitstoot. Dan zie je mensen die een oplossing hebben en van die oplossing een bedrijf maken. Van een oplossing een bedrijf maken gebeurde vroeger misschien minder in Nederland, maar in Zweden is dat al lang nummer 1 en ook in het Verenigd Koninkrijk is impact maken een belangrijke categorie.’’
,,Ja, absoluut. Ik denk wel dat je ook moet kiezen. De keuze die meer gemaakt moet worden is het stimuleren van ondernemerschap. Als je spreekt met ondernemers hoor je dat het behoorlijk lastig is om bijvoorbeeld met de Rijksuniversiteit of UMCG een goede deal te maken als je je bedrijf daaruit wilt halen. Dan gaat het bijvoorbeeld over afspraken over intellectueel eigendom of delen van kennis. Dat moet echt beter op orde. Je moet meer doen om de technologie te verwaarden en ondernemers te laten groeien.’’
,,Ja. Ja. Absoluut. Maar het gaat niet alleen om hen, het gaan om alle universiteiten in Nederland. Heel lang is kennisvalorisatie het onderontwikkelde kindje geweest van de drie hoofdtaken van het onderwijs (onderwijs, onderzoek en ondernemerschap). Dat is in Groningen niet anders. Dat kan absoluut beter.’’
,,We zijn onlangs met een groep in Leuven geweest. Daar merk je het verschil. Ondernemerschap en het maken van impact staan er op gelijk niveau als onderzoek. Mensen zijn er trots op de bedrijven die ze hebben voortgebracht. Maar ook is er de houding dat je er wat aan over mag houden wanneer je succesvol bent als ondernemer of ondernemende wetenschapper.’‘
,,De academische cultuur in Nederland ademt toch meer dat het je niet gegund wordt. Commercialisering is een beetje een vies woord. Ondernemerschap moet je van bovenaf aanmoedigen en uitdragen als iets dat positief is. Dat moet al bij het College van Bestuur beginnen. Successen moet je samen vieren. Als dat niet gebeurt, merk je dat het heel moeilijk is de cultuur te veranderen. En daar begint het juist mee, met een positieve cultuur.’’
,,Je kunt het ook andersom zien. Dan heb je het over bedrijven die talenten juist in het Noorden houden. HackerOne zit bijvoorbeeld deels in Groningen en in Silicon Valley. Daar is iedereen trots op. Catawiki zit voor een deel in Amsterdam, maar ook nog in Assen. Dat lijkt een logische combinatie. Je ziet het ook terug in Amsterdam, Adyen zit in de hoofdstad maar ook in Silicon Valley en Singapore. Misschien vinden bedrijven het juist wel interessant om developers te hebben in Groningen, omdat die daar niet zo snel de deur uitlopen.’’
,,Nou, niet van cruciaal belang. Goede infrastructuur is vanzelf van belang. Het is goed om verbonden te zijn, maar je kunt heel goed op afstand werken. Een goede verbinding met de grote Duitse steden ten oosten van Groningen of Assen is ook heel relevant.’’
,,Ik denk dat het Noorden zeker kan groeien. Er kan in een relatief korte tijd een interessant cluster gebouwd worden. Zeker als je kijkt naar de ontwikkelingen rond energie, medische en groene waterstof. Maar ook de ontwikkeling op het gebied van water is kansrijk. Wetsus in Leeuwarden is een Europees topcentrum als het gaat duurzame ontwikkelingen op het gebied van water. Je kunt verwachten dat daaromheen bedrijvigheid ontstaat en dan is Leeuwarden helemaal niet ver weg van waar dan ook.’‘
,,Zolang het maar interessant is om onderzoek te doen en dat onderzoek om te zetten in economische bedrijvigheid. En dat kan ook in andere sectoren, maar je moet je wel onderscheiden. Kapitaal vloeit daar heen waar een sector het meest succesvol is.’‘
,,Regionale specificatie is van belang. Dat zie je in Eindhoven, maar ook in Leiden waar het Bio Science Park aan het exploderen is qua economische activiteit. Als het Noorden die focus kan vinden en daar omheen voldoende kritische massa kan organiseren, denk ik dat er over tien jaar een heel bloeiende noordelijke economie kan zijn.’’