De politiek staat voor de vraag of er nog wel een groot deel van landbouwgrond gebruikt moet worden voor productie van veevoer, stelt Louise van Schaik van Instituut Clingendael. Foto: ANP/HH
Consumenten kunnen verwachten dat een fors groter deel van het besteedbaar inkomen op gaat aan voeding.
We lopen regelrecht richting een wereldwijde voedselcrisis. Die heeft een forse impact op de inhoud van onze boodschappenwagen en de voedselproductie van Nederlandse boeren.
Die conclusie kan getrokken worden uit een rondetafelgesprek dat LTO Nederland dinsdagmiddag organiseerde over de impact van de oorlog in Oekraïne op de voedselproductie in Nederland. „De gevolgen voor Nederland zullen aanzienlijk zijn”, waarschuwt Louise van Schaik, hoofd EU en global affairs bij instituut Clingendael. „We hebben deze week een Finse minister horen zeggen dat de Finnen 20 procent van hun besteedbaar inkomen dadelijk kwijt zijn aan voedsel en dat is nu nog maar 11 procent. Dat kan in Nederland ook gebeuren.”
Glastuinders
Voordat in Nederland een vijfde van het inkomen opgaat aan eten, moet er nog heel wat gebeuren. In 2020 lag dat percentage op 8 procent. Desalniettemin zijn zowel wetenschappers als verschillende landbouwvertegenwoordigers ervan overtuigd dat er meer ingezet moet worden op voedselzekerheid, want er dreigen forse schaarste en exploderende prijzen.
„Met de huidige gasprijzen zijn 450 van de 2300 glastuinbouwbedrijven in acute problemen”, zegt Ruud Paauwe, directeur van Glastuinbouw Nederland, de belangenclub van glastuinders. Volgens vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP overwegen veel kippenboeren vanwege de hoge voerprijzen hun kippen nu eerder te slachten en geen nieuwe hennen op te zetten. En akkerbouwers zien de prijs van kunstmest stijgen.
Al met al vinden de landbouwvertegenwoordigers dat in Europa niet zomaar landbouwgrond moet worden opgeofferd voor natuur. En ook het nut van de verplichte Beter Leven-ster moet worden heroverwogen als dat veel voer kost, stelt pluimveevoorzitter Kees de Jong van LTO. Anders wordt het volgens de landbouwvertegenwoordigers onmogelijk om in eigen voedselbehoefte te voorzien.
Nog een dag of tien...
Een groot deel van de wereld, met name in Noord-Afrika en het Midden-Oosten is voor de voedselvoorziening volledig afhankelijk van Rusland en Oekraïne. Als daar niet geleverd wordt, heeft dat ook voor de rest van de wereld grote gevolgen. „En we hebben nog een dag of tien om die voedselcrisis te voorkomen”, stel Kees Huizinga, Nederlandse boer in Oekraïne. „Dan moet de oorlog echt over zijn, zodat er weer gezaaid en geëxporteerd kan worden.”
Van Schaik stelt dat de politiek er niet aan ontkomt om forse keuzes te maken. „Nu wordt vaak gezegd dat we alles moeten inzetten op voedselzekerheid en duurzaamheidsdoelen moeten laten vallen. Maar het kan ook beiden. Je kunt je ook de vraag stellen of we zoveel land moeten gebruiken de productie van dierenvoer.”
Verder moeten consumenten volgens Van Schaik beter nadenken wat voor eten zij kopen. „We produceren heel veel, eigenlijk voldoende, maar we importeren ook nog heel veel voeding.”