Als het gaat over duurzaamheid kun je bijna wachten op het moment dat iemand het ‘argument’ dat duurzaamheid duur zou zijn op tafel gooit. Alsof duurzaam leven alleen iets voor de happy few is, de zogenaamde groene elite die zich in een soort utopische ecobubbel tegoed doet aan eerlijk, lokaal en circulair geproduceerde luxeproducten.
Tuurlijk, een Tesla is slechts voor weinigen weggelegd en voor zonnepanelen moet je diep in de buidel tasten. Ik begrijp ook dat veel gezinnen eerder kiezen voor goedkopere reguliere groenten dan voor biologisch en ben me ervan bewust dat niet iedereen het zich kan veroorloven om in eigen land geproduceerde jurken à pak ‘m beet 200 euro per stuk te dragen. Maar dat duurzaam leven inherent is aan duur? Onzin.
Meestal geldt juist het tegendeel. De wekelijkse boodschappen, bijvoorbeeld, zijn plots een stuk minder duur als je vlees en vis voortaan (of wat vaker) laat staan en restjes opeet in plaats van weggooit. Qua verzorgingsproducten heb je echt niet vier verschillende middeltjes per lichaamsdeel nodig. Met slechts een paar producten die echt iets voor je huid en haar doen geef je minder geld uit, en houd je ook nog eens ruimte in je badkamerkastje over. Schoonmaakspullen voor thuis? Idem. Met groene zeep en een fles natuurazijn kom je echt een heel eind.
Te veel keus verlamt
Een overvolle kledingkast wekt misschien de indruk dat je altijd voldoende te kiezen en combineren hebt, maar in de praktijk werkt zo veel keuze vooral verlammend. Een meer minimalistische garderobe, met minder kledingstukken van betere kwaliteit, gaat jarenlang mee. Zelfs als de losse items per stuk wat prijziger zijn, kost zo’n capsule wardrobe je onder de streep alsnog minder dan een rek vol flutshirts van een grote fast fashion-keten. Die shirts zijn namelijk bewust flut gemaakt, zodat je vooral snel weer een nieuwe komt kopen.
Qua vervoer loont het om de auto wat vaker te laten staan als je slechts een kleine afstand hoeft af te leggen, en in plaats daarvan de fiets te pakken of lopend te gaan. Dat is ook nog eens goed voor je gezondheid én scheelt CO2-uitstoot. Verre (vlieg)reizen? Iets dichterbij huis valt er ook nog voldoende te ontdekken. Dubbel fijn: je bent er zo.
Wat je níet koopt
Rondslingerende rommel op straat en in de natuur opruimen – jup, ook die van een ander – is ook duurzaam. Net als water drinken uit de kraan in plaats van uit een plastic fles en voorgesneden groentepakketten en fruitsalades voortaan vervangen door hele groente en fruit die je zelf snijdt.
Wat we zo vaak vergeten, is dat duurzamer leven in de basis helemaal niet draait om wat je koopt, maar juist om wat je níet koopt. En eens wat vaker níet kopen, dat kan iedereen.
Sanne Eva Dijkstra (’85) staat met twee benen stevig op de Friese grond, maar met haar hoofd graag in de wolken. Ze werkt als freelance (eind)redacteur voor verschillende regionale en landelijke media en schrijft veel en graag over duurzaamheid en bewust(er) leven.