Geert Kruize uit Uithuizermeeden helpt als consultant Duitse boeren bij het kweken van tulpen. ,,Ik ga dertig jaar terug in de tijd.'' Foto: DvhN
Tulpenexpert Geert Kruize uit Uithuizermeeden steekt regelmatig de grens over om Duitse kwekers van advies te dienen. Samen met zijn ervaren collega Albert Hartman uit Zeerijp plantte hij onlangs 1,6 hectare in met tulpenbollen bij Ebstorf.
In die Duitse plaats, zo’n honderd kilometer ten zuiden van Hamburg, bij de bekende Lüneburger Heide, probeert een grote landbouwcoöperatie zich voorzichtig te bekwamen in het kweken van bolgewassen. En dat gaat niet zonder goed advies. En dan ben je bij Kruize (66) aan het goede adres. Hij zit al sinds 1993 in de bloembollen en exporteerde die jarenlang naar onder meer China. Hij bezocht dat land ook twee keer, maar keek eveneens rond in Nieuw Zeeland en Rusland.
,,Via via zijn ze bij mij terechtgekomen. U weet alles over bloembollen, zeiden ze. Wilt u het ons ook leren? In oktober had ik een Duitse delegatie op bezoek. Ik heb ze uitgebreid verteld over de teelt van tulpen en wat daar allemaal bij komt kijken. En laten zien hoe we hier dingen aanpakken. Een paar dagen later werd ik teruggebeld: ze wilden er mee door. Wir fangen an!’’
Telen van tulpen is niet zo eenvoudig
Vervolgens ging Kruize samen met Hartman kijken in Ebstorf. ,,Het telen van tulpen is niet zo eenvoudig en bovendien kostbaar. Je hebt zo’n 20.000 tot 35.000 euro aan pootgoed nodig voor één hectare, circa 10.000 kilo. Veel bedrijven in Ebstorf verbouwden vroeger suikerbieten. Toen daar de klad in kwam, schakelden ze over op granen, bieten en aardappelen. Nu willen ze meer verschillende gewassen verbouwen, vandaar de proef met tulpen.’’, zegt Kruize.
,,We wilden zien hoe de boel er daar bij ligt: hoe is de grond en hoe zit het met de mechanisatie? Het is allemaal zandgrond en alles wordt er beregend. Dat is wel belangrijk, zonder beregening gaat het daar niet omdat het er tamelijk droog kan zijn.’’
Hoewel Duitsland niet bekend staat als een land dat veel met tulpen doet, is er volgens de Groninger in het verleden wel degelijk geprobeerd die teelt op te zetten. ,,In de jaren zestig was er een gebied bij de Charlottenpolder, even over de grens, waar ze op een hectare of 65 tulpen teelden. Maar het ging uiteindelijk mis. De grond was te zwaar en de kostprijs te hoog. Uiteindelijk legden ze het af tegen Nederlandse telers.’’
Groningers leren Duitsers fijne kneepjes van het vak
In Ebstorf proberen Kruizen en Hartman hun Duitse collega’s de fijne kneepjes van het vak bij te brengen. De interesse is er in elk geval. ,,Toen we met de tulpen bezig waren met een oude bollenplantmachine, trokken we veel bekijks. Er kwamen de nodige mensen op af die nog nooit zo’n apparaat hadden gezien en wilden weten wat we deden’’, aldus Kruize. ,,In feite beginnen we daar zoals we hier dertig jaar geleden begonnen. Terug in de tijd, met de dertig jaar oude bollenmachine. Je begint met de basis, je kunt niet gelijk alle techniek over de schutting kieperen.’’
De Groninger bollenexpert denkt dat de Duitsers iets moois kunnen opbouwen. Als ze de tulp in de vingers krijgen, kunnen ze de bollen via hun eigen afzetkanaal van landbouwcoöperatiewinkels verkopen. Er zijn 1800 van die winkels in landelijk Duitsland.
Maar helpt de Groninger zo de concurrentie van Nederlandse telers niet in het zadel? Hij schudt zijn hoofd. ,,Nee, het is geen concurrentie, het is heel lokaal. Je moet nooit bang zijn voor concurrentie. Je moet altijd zorgen dat je de beste bent. En dat is Nederland. Qua kennis en ervaring kan er geen enkel land met ons wedijveren als het gaat om de bloementeelt. Nederland is op dat gebied echt de specialist.’’
‘De bollen heel voorzichtig behandelen, als eieren’
In februari gaan ze weer poolshoogte nemen in Ebstorf. Kruize: ,,We gaan hun plan voor de gewasbescherming bekijken. En we zullen er nog vaker heen moeten. We willen kijken hoe ze selecteren. De grootste uitdaging bij bloembollen is het rooien en de verwerking. Dat is cruciaal. Je moet die bollen heel voorzichtig behandelen, als eieren. Anders kun je ze makkelijk beschadigen. Dat is het spannendste moment. De oogst ligt uiteindelijk in je schuur, zeggen we altijd. En we gaan ze ook nog helpen bij de aanschaf van een rooimachine.’’
In zijn bedrijfsschuur legt Kruize de laatste hand aan een paar manden gevuld met 30 liter potgrond en 50 verschillende bloembollen. Bliedmoaker heeft hij ze gedoopt. Er is veel vraag naar. ,,Ik heb er net 400 afgeleverd bij een instelling in Barneveld, die ze had besteld voor personeel en relaties. Bloembollen doen het altijd goed, of dat nu hier is of in Duitsland.’‘