Ben Woldring uit Groningen, oprichter en directeur van Bencom, onder meer bekend van de vergelijkingssite Gaslicht.com. Foto: ANP
De energieprijzen gaan door het dak en energiebedrijven maken zich grote zorgen over hoe hun klanten de rekeningen gaan betalen. Eerder deze week meldde Vattenfall dat nieuwe modelcontracten voor een gemiddeld gezin zullen stijgen van 2000 euro naar 5000 euro per jaar. Internetondernemer Ben Woldring uit Groningen denkt dat het nog erger wordt en dat de prijzen wel tot 6500 euro kunnen oplopen.
Woldring (37) maakt zich grote zorgen. De oprichter van de Bencom Group, waaronder ook de vergelijkingssite voor energie Gaslicht.com valt, weet dat de kosten van de nieuwe modelcontracten zelfs 6500 euro per jaar worden. Dat is 300 euro extra per maand. Want: „Poetin draait aan de gaskraan en de vraag naar gas is nog steeds hoog omdat alle Europese landen gasvoorraden willen aanleggen voor komende winter.”
Regering moet meer doen
Woldring vindt dat de regering meer moet doen om huishoudens te helpen. „Tot nu toe heeft de overheid twee concrete acties ondernomen. Een daarvan is een energietoeslag van in totaal 1300 euro voor huishoudens met een inkomen van maximaal 120 procent van het bijstandsniveau. Maar de lage en ook de middeninkomens krijgen steeds minder vet op de botten. Daar komt dadelijk een groot probleem omdat ze die extra 300 euro per maand niet zomaar kunnen betalen.”
Een andere zet van de overheid is het verlagen van de btw op energie, van 21 naar 9 procent tot en met 31 december dit jaar. Woldring is daar sceptisch over. Veel Europese landen hebben dat btw tarief op 6 procent staan. „Onze regering verdient er desondanks nog meer aan dan voorheen. Reken maar uit: 9 procent over 6500 euro versus 21 procent over 2300 euro.” Volgens hem zou de overheid met die verdiensten mensen met geldproblemen moeten helpen of investeren in het oplossen van de energiecrisis. Daarnaast vraagt de ondernemer zich af wat de regering volgend jaar wil doen met de btw. „Het zou mensen rust geven als ze daar duidelijkheid in boden.”
Woldring ziet daarnaast nog een ander probleem: de prijzen op de wereldmarkt stijgen zo hard dat de leveranciers in Nederland hun klanten geen vaste prijzen meer aanbieden. Alle nieuwe contracten zijn nu variabel, constateert Woldring. Hij roept de energiebedrijven en toezichthouder ACM daarom op om samen te kijken naar een oplossing. Hij wijst naar het buitenland waar energiebedrijven nog steeds vaste energieprijzen aanbieden. „In Nederland doet momenteel geen enkel bedrijf dat.”
Daarnaast ziet hij een derde mogelijke oplossing, namelijk aan de aanbodkant. „De prijzen worden opgedreven door schaarste. Maar het erge is, dat wij zelf die schaarste creëren.” Woldring snapt er niets van dat we daar niet aan werken. „In Nederland kon dit jaar 8 miljard kuub gas worden gewonnen in onze eigen gasvelden, waar nog ruim 500 miljard kuub aardgas in zit. Maar vanaf 1 oktober wordt dat afgeschaald en gaan we naar maximaal 2,8 miljard kuub.” Dat wordt de waakvlamstand genoemd. Woldring vraagt zich hardop af: „Hoezo gaan we dat middenin de grootste energiecrisis doen?”
Als Groninger weet Woldring dat het boren naar gas een precaire zaak is. ,,Maar in recente peilingen lijkt dat beeld gekanteld te zijn door het uitbreken van de oorlog en de energiecrisis. Als de overheid maar een oplossing voor de Groningers biedt en de voortzetting van de gasboringen ten goede komt aan de regio.”
Hij kent medewerkers die een paar jaar geleden al een brief kregen waarin staat dat de overheid weet dat hun huis is beschadigd door de gaswinning. ,,Sterker nog, er staat: ’uw huis is onveilig’. Dáár moet wat aan worden gedaan.”
Woldring hoopt dat het kabinet op Prinsjesdag een adequaat plan presenteert waardoor huishoudens steun krijgen en de energieprijzen weer kunnen worden vastgezet. Hij hoopt ook dat de overheid verder werkt aan het vergroten van het aanbod van gas, voor de energietransitie, de betaalbaarheid van de energierekening en de leveringszekerheid komende winter. Maar hij houdt zijn hart vast. „We zitten in een zware energiecrisis en die lijkt in Den Haag niet voldoende voelbaar te zijn.”