Vogels, joints en hippies bij ‘fleurig en vrij’ Bloemencorso Eelde. ‘Bloemen staan voor vrede’

‘All you need is love’. Een vrouw met kort grijs haar en een gigantische joint tussen haar lippen zwaait het bord met het hippie-lijflied hoog boven haar hoofd. Een opmerkelijk tafereel in de straten van Eelde, ware het niet dat deze zaterdag het Bloemencorso voor de 69ste keer plaatsvindt.

In het kader van 80 jaar bevrijding zocht het corso een samenwerking met Stichting Herdenkingscomité Eelde. Het thema ‘Fleurig en Vrij’ werd ook in de opzet toegepast: de organisatie week af van de geijkte manier van werken met vaste ontwerpers en gaf corsowijken de vrije hand.

Dat een thema op zichzelf al vrij te interpreteren is, lieten de winnaars van 2024 zien: Duinstraat won met hun wagen ‘Insectenhotel’ ook dit jaar de eerste- en ereprijs, evenals de figuratieprijs.

De (nep-)joints blijken een geliefd attribuut bij de figuranten rondom de wagens van corsowijken Rond de Wieken (’Flowerpower’), Centrum (’Woodstock’) en Vennerstraat-Nieuwe Akkers (’Back to the sixties’). De jaren zestig en zeventig blijken nog niks aan zeggingskracht te hebben ingeboet als verbeelding van ultieme vrijheid.

Het paste binnen de twee denkrichtingen die de vrijwilligers van het corso dit jaar leken te hebben. Aan de ene kant uitbundige flowerpower, aan de andere kant vogels en natuur.

De Woodstock-wagen van Centrum was indrukwekkend door de grote groep figuranten, die met protestborden en gitaren achter hun wagen aanliepen, en een band die live op de wagen hits uit de jaren zestig en zeventig speelde. De wijk werd beloond met drie prijzen; die voor beste arrangeur, het beste ontwerp en de tweede plaats.

Aan de andere kant van de medaille won Eelderwolde de publieksprijs met hun wagen ‘In de vrije natuur’, een kleurrijk ensemble van wilde dieren en grote exotische vogels. Maar de wijken van het corso hielden zich met hun deelname al aan het thema, bepleitte burgemeester Marcel Thijsen in zijn openingswoord. „Want bloemen zijn het symbool van de vrede.”