Eddy de Jong van 't Egelhuus met een gewonde egel in de hand. Foto: Gerrit Boer
Robotgrasmaaiers zijn levensgevaarlijk voor egels. Bij egelopvang ‘t Egelhuus in Hollandscheveld verzorgen ze de slachtoffertjes. „Ik denk dat veel mensen hier helemaal niet bij stilstaan.”
„Hier zat een gat met een doorsnede van een centimeter of vijf.” Eddy de Jong van ‘t Egelhuus in Hollandscheveld wijst op de rug van de egel die hij net uit zijn holletje van papiersnippers heeft geplukt. „Hij is bijna genezen, maar je ziet nog wel dat zijn stekels op deze plek er anders uitzien.”
De gewonde egel is op 12 juni binnengebracht door de dierenambulance. Voor Eddy was het direct duidelijk: die wond, zo’n hap uit de rug, is veroorzaakt door een robotgrasmaaier. Helaas gebeurt het vaker.
Robotmaaiers staan soms ook ‘s avonds aan
Het is een bloedige samenloop van omstandigheden, vertelt Eddy. Omdat er steeds minder insecten zijn moeten egels verder scharrelen voor voedsel. Tegelijkertijd hebben meer mensen een robotmaaier die, soms ook ‘s avonds, het gazon automatisch kort houdt.
Egels zien die robotmaaiers niet altijd als gevaar, en als ze het wel doen rollen ze zich op in hun welbekende bolletje. „Als zo’n maaier ergens tegenaan botst draait ie misschien wel om, maar dan is het voor een egel al te laat.”
‘Zijn kop lag helemaal open, niet meer te redden’
De egel in Eddy’s hand heeft nog geluk gehad. Op zijn telefoon laat Eddy foto’s zien van een egel waarvan de kop helemaal open ligt. „Die leefde nog. Maar de dierenarts heeft hem in laten slapen. Was niet meer te redden.”
Vrijwilliger van ‘t Egelhuus Peter Berendse kon het niet meer aanzien. Hij stuurde een noodkreet naar de krant. „Ik zie in de avonduren al die robots over de grasveldjes gaan. Ik weet dat er slachtoffers kunnen vallen, maar ik denk dat veel mensen er niet bij stil staan. En in deze tijd wordt het ook overdag gevaarlijk omdat moeders nu met hun jonkies op pad gaan.”
Zet de maaier in ieder geval ‘s avonds uit, is de oproep van ‘t Egelhuus, want egels zijn schemer- en nachtdieren. „En neem niet zo’n goedkope”, adviseert Eddy. „Die hebben meer tijd nodig voor je gazon en zijn dan nog laat bezig. En ze hebben vaak minder goede sensoren.”
Meer ongelukken met egels
Het gaat niet goed met de egel. In dertig jaar tijd is 50 procent van de egels verdwenen. Dat heeft te maken met de afname van de biodiversiteit en het aanbod van voedsel. Volgens Eddy van ‘t Egelhuus krijgen ze in hun zoektocht naar voedsel vaker ongelukken, en niet alleen met robotmaaiers. „Vorig jaar hebben we 600 egels opgevangen. Het jaar daarvoor waren het er 400, daarvoor 250.”
‘t Egelhuus in Hollandscheveld bestaat 15 jaar. Het is begonnen toen de naburige dierenarts een warm overwinterplekje zocht voor een egelmoeder met kinderen en vroeg of ze terecht konden in de paardenstal van Eddy en zijn vrouw Linda. Inmiddels is ‘t Egelhuus een van de drie officieel erkende egelopvangen in Noord-Nederland.
Een nestje jonge egeltjes dat werd gevonden in een oude zak hooi. Foto: Gerrit Boer
Nestje van vier hulpeloze grijze bolletjes
Er is plek voor 60 egels. In hokjes langs de wanden van de schuur achter het huis van Eddy en Linda staan bakjes met water en kattenbrokken en verschuilen de opgevangen egels zich in kartonnen dozen die vol zitten met papiersnippers. Eddy: „Als ze een holletje maken, gooien ze hun stekels uit en draaien rondjes.”
Eddy laat trots een nestje zien van vier piepjonge egeltjes, hulpeloze grijze bolletjes met zachte stekeltjes. Ze zijn gevonden toen iemand een oude zak hooi leeggegooide. „Gelukkig is hun moeder er nog bij, anders moet je ze elke twee uur voeden – ook ‘s nachts.”
Egels zijn leuke diertjes, zegt Eddy, maar dat is niet de belangrijkste reden dat hij en zijn vrouw ze al 15 jaar opvangen. „Het is gewoon noodzaak.”
‘Het kost veel tijd en energie’
Op het hok van het robotmaaierslachtoffer hangt een waarschuwingsbriefje. ‘Net ervoor gewond!’, staat erop. Het is belangrijk dat het muskietennet voor het hok blijft hangen, om de vliegen weg te houden van genezende wond.
„Deze is gelukkig bijna genezen”, zegt vrijwilliger Peter. „Maar dat kost veel tijd en energie. En het is natuurlijk verschrikkelijk voor zo’n beestje.”