Oosterhesselen kreeg in 2021 de toevoeging Hesseln. Foto: Jan Anninga
De Drentse plaatsnaamborden in Midden-Drenthe laten nog even op zich wachten. Alleen Westerbork (of beter: Börk) krijgt ze. Dat was het resultaat van een gemeenteraadsverkiezing die bol stond van schorsingen en gesoebat.
Alle plaatsnamen in de gemeenten zouden langs de hoofdinvalswegen een Drents plaatsnaambord krijgen, zo dacht het college eind februari. Alleen de kosten, een slordige 150 duizend euro, vond de raad te gortig.
De kosten werden hoger, omdat Europese regelgeving binnen niet al te lange tijd verplicht om plaatsnaamborden uit te rusten met pictogrammen. Door zulke borden zouden auto’s binnen de bebouwde kom hun snelheid automatisch aanpassen (ISA-systeem, red). Omdat de borden toch vervangen moeten worden, zou Midden-Drenthe twee vliegen in een klap slaan.
Het CDA kwam met een voorstel: de kosten van 150 duizend zouden moeten worden uitgesmeerd over twee jaar. En dorpen die een verzoek hadden ingediend, zoals Westerbork, zouden nieuwe borden krijgen.
Het amendement haalde het uiteindelijk, maar dat was wel in zwaar afgeslankte vorm én na drie schorsingen. Met name de VVD zag niks in het voorstel en trok fel van leer tegen het CDA. Henk de Weerd miste elke vorm van het toegezegde overleg en betichtte het CDA van „een Russische vorm van overleg”.
Aangepast voorstel
Toen ook de ChristenUnie, Onafhankelijk Midden-Drenthe en Gemeentebelangen BBB zich tegen het voorstel keerden, was één schorsing van tien minuten niet genoeg. Na nog een kwartier werd een aangepast voorstel in stemming gebracht, waarna de VVD weer om ruggenspraak vroeg.
Na lang gesteggel en schorsingen haalde het CDA toch nog bakzeil: de Drentse plaatsnaamborden komen er, maar pas als de Europese regels dat verplichten. ‘Börk’ is de enige uitzondering op die regel.
Ook in de gemeente Borger-Odoorn werd donderdagavond in de gemeenteraad gesproken over de mogelijkheid van tweetalige plaatsnaamborden, als de plaatsnaamborden moeten worden vervangen om te voldoen aan het ISA-systeem.
Raadsleden spraken zich - al dan niet in hun eigen dialect - positief uit over de motie van Gemeentebelangen, PvdA en Leefbaar Borger-Odoorn voor dubbele plaatsnaamvermelding. De motie haalde het, maar leverde ook kritiek op.
„Als wij op deze schaal het Drentse dialect willen bevorderen, dan drukken we een groot deel van de gemeente weg. Een groot deel van de gemeente, het Mondengebied, behoort tot de Veenkoloniën met als eigen streektaal het Veenkoloniaals, een variant van het Groningse dialect”, zei John Goeree (D66).
„Als een geboren en getogen Buunermondjer heb ik behoorlijk wat moeite met deze motie. Ik kan en wil mijn moedertaal niet verloochenen.”
‘Overrompeld’
Ook GroenLinks stond niet te springen. Niet alleen omdat het Nedersaksisch meerdere dialecten heeft, maar ook vanwege verkeersveiligheid. Zo worden automobilisten volgens Pieter de Groot al overrompeld door extra informatie, bijvoorbeeld als je een ‘Hunebedstad’ inrijdt. „Als je niet zou oppassen, leidt dat af van de kern van wat handig is als je op de weg zit, namelijk op medeverkeersdeelnemers letten”, aldus De Groot.
„Ik vind het jammer dat jullie er zo over denken. Ik had hier ook een heel ander idee bij”, zei Janny Hofsteenge (VVD). „In het Veenkoloniale gedeelte is het vrij normaal dat je Veenkoloniaals praat, daar kun je prima de plaatsnaam in het Veenkoloniaals zetten.”