Excursie plasdrasgebieden bij Alteveer. Michiel Elderenbosch kijkt door de verrekijker. Foto: Gerrit Boer
‘Plasdrasgebieden’, natte waterplassen in boerenland, zijn dit voorjaar harder nodig dan ooit. Door de droogte vinden weidevogels vooral hier iets te snavelen.
Plasdrasgebieden nemen in Groningen en Drenthe jaarlijks fors toe. „Ze werken gewoon ontzettend goed”, merkt Michiel Elderenbosch van Landschapsbeheer Drenthe. In 2020 beheerde zijn organisatie vier plasdrassen, in 2025 waren dat er al 24.
Eenzelfde stijging merkt de organisatie BoerenNatuur Groningen West, waar de weidevogels in veel grotere aantallen aanwezig zijn. „Wij hebben nu dik tweehonderd plasdrasgebieden. Ieder jaar komen er zo’n twintig bij”, aldus Jaap van Gorkum, projectleider weidevogelbeheer in een gebied grofweg tussen Marum en Winsum.
Het idee: boeren staan tegen vergoeding een stuk weiland af in het voorjaar om het vol te pompen met water. In de wei ontstaan plassen met slikrandjes waar veel mugjes en andere insecten op afkomen. Zulke beestjes zijn in grote getale gewenst, want na een vermoeiende trektocht moeten weidevogels aansterken en daarna zo gauw mogelijk een nestje maken. Beide zaken kosten flink wat energie en dus een boel eetbare insecten.
Grutto in plasdrasgebied. Foto: Mark Schuurman
Dit jaar zijn de plasdrasgebieden helemaal onmisbaar. Door de droogte komt het snaveltje van vogels op veel plekken de bodem niet in. Nog meer dan anders, hebben de kieviten, grutto’s, kluten en tureluurs zich geconcentreerd rond plasdrasgebieden. Vorig jaar – in een van de natste voorjaren ooit – waren de vogels veel meer verspreid.
Topgebied Alteveer krijgt extra plassen
Elderenbosch was vorige week medeorganisator van een excursie bij Alteveer in de buurt van Hoogeveen. Daar is het aantal plasdrasgebieden dit jaar uitgebreid van drie naar vijf. Daaraan betaalt niet alleen de provincie mee, zoals tot nu toe altijd het geval was. Ook drinkwaterbedrijf WMD en de gemeente Hoogeveen doen een duit in het zakje. Met een groter budget kan het weidevogelgebied bij Alteveer groter en ‘robuuster’ worden.
„Als er roofdieren aankomen, heb je een beetje massa. Eén kievit kan niet zoveel beginnen tegen een kraai die een ei wil roven, maar tien kieviten wel.”
‘De nood is hoog’
Het gebied rond Alteveer is favoriet bij de vogels, merkt Elderenbosch. „In 2024 deden we hier een proef bij een boer met een nieuwe plasdras. Terwijl er nog werd gegraven, vlogen de kieviten al richting de kraan om te zien of ze er al konden zitten. Dat illustreert dat de nood voor zulke plekken bij weidevogels hoog is.”
Van Gorkum is al net zo lyrisch als zijn Drentse collega. „Plasdras werkt als een magneet. Dit jaar helemaal.” Als zo’n nat gebied desondanks geen weidevogels aantrekt, kan dat lokaal met de druk door roofdieren te maken hebben. Daarom is het van belang om meerdere plasdrasgebieden in te richten.
Michiel Edelenbosch organiseert een excursie in het weidevogelgebied rond Alteveer. Gerrit Boer
De weidevogelorganisatie blijven er het hele broedseizoen druk mee. Organisatie BoerenNatuur legt ook later weer plasjes aan op percelen die gemaaid zijn. Als de kuikens uit het ei komen, staat in die weilanden vaak erg hoog gras. De vogels trekken dan met hun kuikens naar grasland ernaast dat wel is gemaaid. „Daar willen we ze dan ook weer een beetje verwennen met water”, zegt Van Gorkum.
Hij merkt dat boeren blij worden van plasdras. „Ze zien dat het werkt. Dat werkt motiverend.” BoerenNatuur regelt het onderhoud, de boer verdient er een zakcentje mee.
„Als elke deelnemende boer in het weidevogelgebied ergens een plas zou hebben, zou dat de weidevogels enorm helpen.” Van Gorkum hoopt met veel plasdras de teloorgang van de weidevogel te stoppen. „Het aantal grutto’s neemt nog steeds af, maar de lijn vlakt wel wat af.”