Vogels buiten huis? Houd je poes thuis. Kuikens in het land? Poes in de mand. Ieder jaar zijn er weer campagnes om katteneigenaren te motiveren hun dier binnenshuis te houden tot behoud van broedende vogels en hun kuikens.
Nederland kent ruim 3 miljoen huiskatten en nog eens een miljoen zwerf- en verwilderde katten. Daarmee is de kat het meest voorkomende roofdier in ons land. De schattingen van het aantal gedode vogels lopen uiteen, meldt de Vogelbescherming. Het verschilt erg per gebied, maar het gaat mogelijk om miljoenen vogels.
Toch lopen er nog heel wat katten vrij rond in het voorjaar. Ruim tachtig lezers van deze krant gaven vorige week hun mening over de stelling: ‘katten moeten in het broedseizoen binnen blijven’. Onder hen dertig tegenstanders en vijftig voorstanders.
René Oosterhuis uit Leek, natuuronderzoeker en deskundige op het gebied van huismussen, snapt dat de discussie gevoelig ligt. Maar de katten hebben erg veel invloed, weet hij. Veel vogels gaan erdoor dood. „Mijn advies: doe ze op z’n minst een kattenbelletje om. En het helpt als we meer tuinen vogelvriendelijk maken, dan hebben ze meer plek om te broeden.”
‘De buren verpesten het’
Voorstanders van de DVHN-stelling benoemen vooral dat katten roofdieren zijn die de balans in de natuur verstoren. Het feit dat er steeds maar meer katten bijkomen, helpt niet mee. Ook vinden veel voorstanders dat katteneigenaren hun verantwoordelijkheid horen te nemen voor hun huisdier. Ze moeten buur noch natuur opzadelen met de overlast. Eigenlijk moeten katten jaarrond binnenblijven, stelt een kwart van de voorstanders in hun toelichting op de stelling.
‘Ik doe alles om een goede tuin voor vogels en insecten te hebben, maar de katten van de buren verpesten het’, zegt de een. De ander: ‘Katten hebben niet meer rechten dan vogels.’
‘Hoort bij de natuur’ en ‘ooievaars zijn erger’
Tegenstanders vinden dat het bij de natuur hoort dat een kat vogels doodt. Een kat, zo stelt iemand, pakt alleen zwakke exemplaren. Ten tweede stellen tegenstanders dat wilde dieren zoals marters en ooievaars ook de vogelstand beïnvloeden. Net als honden, wilde katten en mensen in auto’s. Tegenover deze ‘jij-bak’ stelt de Vogelbescherming dat: ‘alle prooidieren die verdwijnen in de maag van een huisdier niet in de maag van natuurlijke predatoren verdwijnen zoals roofvogels, vossen of marters.’ De huisdieren vergroten de predatiedruk binnen een gebied.
Tot slot vinden tegenstanders dat binnenhouden niet mogelijk is bij een kat of slecht voor het welzijn van de kat. Sommige reageerders stellen bovendien dat hun kat geen vlieg kwaad doet. ‘Een kat die buiten gewend is kun je niet binnen houden’, stelt iemand.
Juridisch móét het zelfs
Hoe zit dat eigenlijk juridisch? In 2019 onderzochten twee juristen van de Tilburg University de Europese natuurbeschermingswetgeving, in het bijzonder de Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992. Zij concludeerden in een wetenschappelijk tijdschrift dat EU-lidstaten katteneigenaren eigenlijk zouden moeten verplichten om hun dier in huis te houden. Dat lijkt nogal vergaand, maar volgens auteur Arie Trouwborst is het simpelweg het resultaat van een ,,standaard interpretatieve analyse van wettelijke eisen die al tientallen jaren gelden.”
Volgens de EU-wetgeving moeten landen voorkomen dat beschermde dieren zoals inheemse vogels ‘opzettelijk” gedood, gevangen of verstoord worden. Dat gaat volgens het Hof van Justitie verder dat dat een mens zulke dieren verstoord. Het gaat ook om situaties waarin mensen zulke aantasting aanvaarden als ‘ongewenst maar geaccepteerd neveneffect’. „Je kat buiten laten rondlopen past in die categorie,” zegt Trouwborst in een bericht van de Brabantse universiteit uit 2019.
Tip: begin al eerder met kat opsluiten
„Er is EU-wetgeving, maar er wordt niet op gehandhaafd”, stelt Marlous van ’t Pad Bosch, woordvoerder van de Dierenbescherming.
Zij geeft katteneigenaren die hun dier binnenhouden met klem een advies. „Je moet ze al vanaf de zomer laten wennen aan dat ze minder naar buiten mogen. Het is niet goed om je kat in het voorjaar opeens binnen te zetten. Daar worden ze doodongelukkig van. Katten houden van duidelijkheid en consequentheid.”