Het trammonument in Klazienaveen is zondagochtend officieel onthuld door burgemeester Eric van Oosterhout (rechts). Foto: Boudewijn Benting
Een gedenksteen in Klazienaveen herinnert vanaf zondag aan het moment waarop 120 jaar geleden voor het eerst een tram binnenreed. Twee historische dagen toen en nu, sprak voorzitter van de stichting Historisch Klazienaveen Jans Jagt.
Op 14 januari 1904 om 11.56 uur werd de eerste tram feestelijk onthaald in Klazienaveen. „Door de tram kwam het dorp uit zijn isolement. Want je moet je voorstellen, in 1904 was het nog een grote woestenij met veen en moeras”, vertelt hij.
De tram was eigendom van de Dedemvaartse Stoomtram Maatschappij (DSM), die baron Van Dedem in 1885 oprichtte. In 1902 werd de vergunning verleend om de bestaande tramverbinding door te trekken van Erica naar Klazienaveen. Woningen bij de trambrug over het Van Echtenskanaal waren naar achteren geplaatst om zo de tram de ruimte te geven om met een grote boog de trambrug op te kunnen rijden.
Klazienaveen had twee tramhaltes: Hotel Poulusma nabij de Dordsebrug en Hotel Klazienaveen-Zuid aan het Scholtenskanaal. De lijn had aftakkingen naar de turfstrooiselfabriek en de fabriek van de Purit. Het eindstation was nabij de toenmalige rooms-katholieke kerk.
Een paar jaar later zou de verbinding vanuit Klazienaveen nog verder worden doorgetrokken naar Emmer-Compascuum en Ter Apel. Na de Tweede Wereldoorlog was het vervoer per tram in het dorp verdwenen. Concurrentie van de bus en de trein bleek te sterk.
‘IJzeren monster’
Ondanks het relatief korte bestaan van de Klazienaveense tram heeft de verbinding veel betekend voor de ontwikkeling van het relatief jonge dorp - ineens was Klazienaveen bereikbaar, zegt Jagt. „Er kwamen bijvoorbeeld eigenaren van veengronden die in Klazienaveen overnachtten”, vertelt hij. „Zo kwamen hier hotels, winkels en fabrieken: dat hebben we allemaal te danken aan de komst van de tram.”
Voorzitter Jans Jagt. Foto: Boudewijn Benting
Behalve personenvervoer was ook het goederenvervoer per tram erg belangrijk: „Daarvóór was de enige mogelijkheid om turf te vervoeren per trekschuit.”
Voor de veenarbeider was de komst van de stoomtram ongetwijfeld behoorlijk revolutionair. Het was immers iets compleet nieuws. „Mijn oma werkte in het veen, dat was standaard. Nou, die durfde er niet in, hoor. Die noemde de tram het iezern monster, het ijzeren monster”, zo vertelt de geboren en getogen Klazienaveense Fetsje, die deze zondagochtend het nieuwe trammonument komt bewonderen.
Kei uit landbouwgrond
Enkele tientallen mensen zijn uitgelopen om met muziek van Laus Deo Emmen de onthulling bij te wonen. Om 11.55 begint de bel te klingelen, om 11.56 volgt tromgeroffel.
Exact 120 jaar na dato - 14 januari 2024 om 11.56 uur - onthult burgemeester Eric van Oosterhout van de gemeente Emmen samen met stichting Historisch Klazienaveen de gedenksteen met daarop het plaquette met aankomsttijd en ernaast een informatiebord. De gedenksteen staat op de oorspronkelijke plek van de Trambrug (de Trambrug bestaat nog wel, maar ligt niet meer op de originele plek).
De kei waar de plaquette op vastzit, is een echte Klazienaveense kei uit de uitlopers van de Hondsrug, vertelt voorzitter Jans Jagt. „We hadden een oproepje in de dorpskrant gedaan. Toen meldde landbouwer Otto te Velde dat er een kei in de grond zat. Die kei woog vijf ton, dus dat was nog wel even een probleempje. Maar er is altijd wel ergens een shovel te vinden.”
Jagt heeft uitgekeken naar dit moment. De stichting is anderhalf jaar bezig geweest met de komst van het gedenkteken. Kantelpunt voor de stichting was de winst van de Drentse Anjer Prijs in 2022. „Dat was een prijs van vijfduizend euro, dus dat zet wel wat zoden aan de dijk. Het was voor ons een belangrijk moment: nu gaat het trammonument door.”
Vóór het gedenkteken was er eigenlijk niets meer zichtbaar van de tram in Klazienaveen. „Dorpsbewoners moeten het wel weten, want het is een belangrijk deel van de geschiedenis. Daar mag je als Klazienavener best trots op zijn”, besluit Jagt. Wie weet welk vervoersmiddel we over nog eens 120 jaar zullen herdenken.