Henk Wolbers (links) en John Schnoing (midden) interviewden − in de thuiskroeg van Henk − zanger René Karst (rechts) voor hun podcast 'Donderse Jongens'. Eigen foto
De Drenten John Schnoing en Henk Wolbers leggen in hun podcast ‘Donderse Jongens’ de ziel van de volks- en piratenmuziek bloot. „We delen onze liefde voor de muziek en eren de mensen erachter.”
De antennemasten stonden in Weiteveen op elke straathoek. John Schnoing, nu 49 jaar, groeide er op tussen de geheime zenders. Henk Wolbers (36) uit Klazienaveen verhaalt van vakantieritten naar Zuid-Frankrijk, waarbij zijn vader om de zoveel kilometer Duizend Mijlen van The Sunstreams in de cd-speler drukte. „Als kind hoor je zo’n melodie en die vergeet je dan nooit meer.”
Pure nostalgie, die Schnoing en Wolbers levend houden met hun eigen band Donders. Het repertoire bestaat uit piratenhits, polka’s en schlagers: volksmuziek die met name in de grensstreek nog altijd duizenden mensen op de been brengt.
„Heel veel artiesten danken hun landelijke bekendheid aan de vrije stations”, zegt Schnoing. „Terwijl Hilversum er niet aan wilde, hoorde je hun nummers al jaren op de geheime zenders. Voor iemand als Jannes was dat de weg naar het grote publiek.”
Anekdotes en mooie verhalen
Het duo spreekt van een subcultuur die barst van de anekdotes en de mooie verhalen. Die staan centraal in de podcast Donderse Jongens, waarvan deze week ter introductie een eerste aflevering verscheen. Op maandag 8 juli is zanger René Karst de eerste reguliere gast.
„We horen backstage natuurlijk de prachtigste verhalen”, zegt Schnoing, „De meeste daarvan bereiken nooit een groter publiek en dat vonden we zonde. In de podcast willen we een podium bieden en er een mooi document van maken. We delen onze liefde voor de muziek en eren de mensen erachter.”
John Schnoing (links) en Henk Wolbers maken samen de podcast 'Donderse Jongens'. Op het televisiescherm zanger René Karst, die te gast is in de aflevering van 8 juli. Foto: Boudewijn Benting
Geheel in stijl vinden de interviews plaats in een kroegsetting: „Bruine fruitschaal op tafel en een biertje erbij. Dan ben je zo vergeten dat er microfoons staan die alles registreren.”
Zowel Schnoing als Wolbers heeft een café aan huis, dat maakt het wel zo gemakkelijk. Wolbers: „In deze omgeving hebben heel veel mensen een eigen plek waar ze gezellig kunnen zitten en een biertje kunnen drinken. Nieuwe generaties zien dat van hun ouders en groeien ermee op. De jeugd zoekt hier naar een eigen identiteit en zet zich af tegen alles wat vanuit de Randstad wordt opgedrongen.”
Ouderwetse zendpiraten overleven
Zo blijft de plattelandscultuur in stand, stelt het duo. Al beleefde de etherpiraterij in de jaren 80 het hoogtepunt, ook in tijden van internet en streaming weten de ouderwetse zendpiraten te overleven. Schnoing: „Ik zal geen namen noemen, maar laatst speelden we met de band op een feest van een illegale zender. Krijgen ze een boete, dan wordt die gesplitst onder de 500 aanwezigen.”
De echte puristen onder de piraten draaien alléén de originele versies van bepaalde nummers. Dus wél M’n Engelbewaarder in de uitvoering van de Belgische zangeres Mieke, uitgebracht in 1976, maar niet de populaire remake uit 2023 van Marco Schuitmaker.
„En bij voorkeur vanaf vinyl. Soms een beetje te langzaam, zodat je ook daadwerkelijk hóórt dat het een vinylplaat is”, legt Wolbers uit. „Een oom van mij heeft 120.000 singles op zolder; dat moet een van de grootste verzamelaars in de regio zijn. Sommige titels zijn onbetaalbaar, wat het haantjesgedrag onder de piraten wel heeft aangewakkerd. Kijk, Mon Amour van BZN zal nooit een dure plaat worden, want daar zijn er honderdduizenden van gemaakt. Maar als je Hier Loop Ik van Norma San in de kast hebt staan... Ik vind het een waardeloos nummer, maar de jongens van de geheime zender vinden ‘m mooi, deels omdat het zo’n zeldzame plaat is.”
De 'Donderse Jongens' Henk Wolbers (links) en John Schnoing. Foto: Boudewijn Benting
Schnoing: „Ik heb wel bewondering voor mensen die zo gepassioneerd zijn dat ze 400 euro neertellen voor een uniek exemplaar. Trouwens, Henk Wijngaard vertelt in onze podcast ook over een bepaalde single die hij heeft uitgebracht en waarom die tegenwoordig zo duur is.”
Van The Dutch Boys tot Queen
Na Karst en Wijngaard zijn in het eerste seizoen van Donderse Jongens gesprekken te horen met The Dutch Boys, Harten 10 en Eddie Mensink, organisator van het Mega Piraten Festijn. Aan alle gasten is gevraagd drie favoriete nummers mee te nemen. Dat leidt soms tot verrassende keuzes. Zo komen in de eerste aflevering al Queen en The Hollies voorbij.
Schnoing: „Het gaat ons in de eerste plaats om de verhalen erachter.” Wolbers: „Bands als Bökkers en Mooi Wark maken geen traditionele piratenmuziek, maar worden wel omarmd door deels hetzelfde publiek. En vanuit de Jordaan werd vroeger natuurlijk óók volksmuziek gemaakt.”
Terwijl de komende maanden het eerste zesdelige seizoen wordt uitgerold, is het duo al bezig met de opnamen van een tweede serie. Daarin onder meer een gesprek met de uitbater van Café de Tol in Zelhem, bekend als de stamkroeg van Normaal. Schnoing: „Er zijn zoveel dingen die onder de noemer volksmuziek vallen. Die vragen stellen we ook aan onze gasten: wat valt eronder en wat niet? En als het mainstream wordt, is het dan geen volksmuziek meer?” Wolbers: „Iedereen heeft er eigen ideeën en meningen over. Dat levert mooie gesprekken op.”
Aflevering 1 van Donderse Jongens is te beluisteren via Spotify en andere bekende podcastkanalen. Maandag 8 juli volgt aflevering 2 met zanger René Karst. Zie ook www.piratenband.nl.